nr. 5
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Ondergetekende heeft met belangstelling kennis genomen van de vragen bij
dit wetsvoorstel van de fractie van D66 en merkt naar aanleiding daarvan het
volgende op.
De leden van de D66-fractie vragen of er op dit ogenblik al zicht is op
een mondiaal dekkend geheel van regionale havenstaatcontrole.
Op dit moment zijn naast het Parijse MOU twee andere regionale organisaties
actief, te weten het Tokyo MOU, met de westkust van Canada, Australië,
Nieuw-Zeeland, enkele staten in de Stille Oceaan en staten in Oost-Azië
van Japan tot Singapore als werkgebied, en het «Acuerdo de Viña
del Mar», met Zuid-Amerika als werkgebied. Voor het Caraïbisch
gebied is het Barbados MOU tot stand gekomen, dat op dit ogenblik echter nog
niet in werking is getreden. Er zijn besprekingen gaande om te komen tot een
MOU voor Noord-Afrika. Voor het Midden-Oosten, Afrika en het Indiase subcontinent
bestaan nog geen overeenkomsten.
Ondergetekende streeft echter ook niet naar een mondiale dekking van havenstaatcontrole.
Het beleid is er momenteel juist op gericht om dit tegen te gaan. Het is immers
duidelijk dat bij een aantal staten de vlaggenstaatcontrole te wensen overlaat,
hetgeen heeft geleid tot het fenomeen van substandaard schepen. Wanneer deze
staten zich ook gaan toeleggen op havenstaatcontrole, met dezelfde gebrekkige
kwaliteit en inzet van middelen als bij de uitvoering van de vlaggenstaattaken,
ondergraaft dit de kwaliteit van de havenstaatcontrole. De laatstgenoemde
controle is juist bedoeld als instrument om de slechte vlaggenstaatcontrole
op te vangen. Alleen staten die ervan blijk geven zich voldoende bewust te
zijn van hun verantwoordelijkheid als vlaggenstaat ingevolge de internationale
verdragen, zouden een (regionale) havenstaatcontroletaak op zich moeten kunnen
nemen.
De leden van de fractie van D66 wensen te vernemen waarom Aruba het in
februari 1996 te Barbados totstandgekomen Caribbean Memorandum of Understandig
on Port State Control niet heeft mede-ondertekend.
Ondergetekende kan hierop tot haar genoegen antwoorden dat Aruba het MOU
van Barbados inmiddels heeft ondertekend en de vereiste akte van aanvaarding
bij het secretariaat heeft gedeponeerd, zodat dat MOU – bij zijn inwerkingtreding –
ook voor Aruba zal gelden.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink