25 233
Regels omtrent de bemanning van zeeschepen (Zeevaartbemanningswet)

nr. 8
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DEN BERG

Ontvangen 1 september 1997

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Onder plaatsing van het cijfer «1» voor de bestaande tekst wordt aan artikel 29 een nieuw lid toegevoegd, luidende:

2. Bij ministeriële regeling kan, onder het stellen van voorwaarden of beperkingen, ten behoeve van vissersvaartuigen vrijstelling worden verleend van het in het eerste lid bedoelde vereiste.

Toelichting

Dit amendement beoogt het mogelijk te maken, voor vissersvaartuigen vrijstelling te verkrijgen van de eis dat de kapitein (schipper) de Nederlandse nationaliteit heeft. Dit is wenselijk gelet op het feit dat vele Nederlandse visserijreders zowel schepen onder Nederlandse als onder buitenlandse vlag hebben varen. Voor een goede bedrijfsvoering is het nodig dat de schippers gemakkelijk uitwisselbaar zijn. Bovendien laten sommige andere landen hun vrijstellingsbeleid op dit punt afhangen van de opstelling van de Nederlandse overheid. De minister van Verkeer en Waterstaat kan aan de vrijstelling voorwaarden of beperkingen verbinden, met name met het oog op de bevoegdheden van de kapitein/schipper inzake openbare orde en veiligheid.

Van den Berg

Naar boven