25 233
Regels omtrent de bemanning van zeeschepen (Zeevaartbemanningswet)

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 2 juni 1997

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 18, tweede lid, onderdeel c, wordt na «eerste maritiem officier» ingevoegd: eerste maritiem officier kleine schepen.

2. De artikelen 49, 50, tweede en derde lid, 51, 52, 54, 57 en 81 vervallen.

Toelichting

Door de toevoeging van de eerste maritiem officier kleine schepen wordt een omissie hersteld. De eerste maritiem officier kleine schepen wordt onderscheiden van de maritiem officier kleine schepen, omdat de eerste maritiem officier kleine schepen bevoegd is om als eerste stuurman en als enig stuurman op te treden.

In artikel 81 is een voorziening opgenomen die het voorstel in overeenstemming met de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht brengt. Zolang die wet nog niet in werking is getreden, moeten in de Zeevaartbemanningswet de overeenkomstige bepalingen over toezicht zijn opgenomen. De derde tranche zal, naar het zich nu laat aanzien, op 1 januari 1998 in werking treden. Het onderhavige voorstel zal pas in werking treden zodra de uitvoeringsregelgeving gereed is. Naar verwachting zal dat niet voor 1 januari 1998 het geval zijn. In verband hiermee kunnen de artikelen 49, 50, tweede en derde lid, 51, 52, 54, 57 en 81 vervallen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven