25 229
Varkenspest

nr. 75
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 december 2007

Hierbij stuur ik u het vastgestelde beleidsdraaiboek Klassieke varkenspest (KVP)1. In deze brief zal ik u verder informeren over de manier waarop dit beleidsdraaiboek tot stand is gekomen, de context van het beleidsdraaiboek, de onderwerpen waar nog aan gewerkt wordt en de stand van zaken omtrent de overige beleidsdraaiboeken.

De ontwikkeling van het beleidsdraaiboek KVP

In december 2002 is het beleidsdraaiboek KVP uitgebracht. In dit draaiboek is een eerste beleidslijn vastgelegd ten aanzien van de bestrijding van Klassieke varkenspest. Dit is onder meer gedaan omdat er, met het vaststellen van de Europese bestrijdingsrichtlijn voor KVP (2001/89/EEG), meer ruimte kwam voor een beleid waarin een rol was weggelegd voor vaccinatie.

In januari 2006 is een uitgebreidere beleidslijn in het conceptbeleidsdraaiboek KVP beschreven en ter informatie aan een grote groep stakeholders gestuurd. Dit conceptbeleidsdraaiboek had als voornaamste doel om de veranderde beleidsstrategie, met meer nadruk op de vaccinatie, duidelijk te communiceren. In vorm en tekst lijkt het op het beleidsdraaiboek Mond-en-klauwzeer (MKZ). Dit is gedaan om zoveel mogelijk een herkenbare structuur te gebruiken voor alle beleidsdraaiboeken.

Alle betrokkenen hebben 3 maanden de mogelijkheid gehad om schriftelijk op het draaiboek te reageren. Deze periode is verlengd, omdat anderhalve maand na verzending van het conceptbeleidsdraaiboek er een uitbraak van KVP in Noord-Rijnland-Westfalen heeft plaatsgevonden. Deze uitbraak heeft ook tot kleine aanpassingen in de beschreven beleidslijn geleid.

Tijdens de winter 2006/2007 zijn op basis van alle reacties en aanpassingen opnieuw overleggen met de betrokkenen gevoerd. De belangrijkste onderwerpen zijn in 4 overleggen met ongeveer 50 personen van externe en interne organisaties besproken. Op basis van de overleggen en andere schriftelijke en mondelinge reacties is de conceptversie van 2006 aangepast. Dit alles heeft geleid tot het beleidsdraaiboek Klassieke varkenspest, versie 2.1.

De context van het beleidsdraaiboek Klassieke varkenspest

Het beleidsdraaiboek KVP moet aan de volgende doelstellingen voldoen:

1. Het beleidsdraaiboek dient als rampenplan en wordt naar de Europese Commissie gestuurd. In de bestrijdingsrichtlijn KVP (2001/89/EEG) is deze verplichting voor lidstaten opgenomen om aan te kunnen tonen dat een lidstaat goed is voorbereid op een eventuele uitbraak. Voorheen werd het Nederlandse rampenplan apart geschreven, maar dit rampenplan kon niet dienen om vooraf de nationale maatregelen te beschrijven. Er is nu voor een geïntegreerde aanpak gekozen, waarbij het beleidsdraaiboek en rampenplan één zijn.

2. Het beleidsdraaiboek dient als een instrument voor het tot stand komen van beleid en het bespreken van dit beleid met de stakeholders.

3. Het beleidsdraaiboek beschrijft de nationale maatregelen en samen met de Europese bestrijdingsrichtlijn dient het als uitgangspunt om de noodzakelijke maatregelen te treffen.

4. Het beleidsdraaiboek biedt de mogelijkheid om vooraf de voorgenomen maatregelen met betrokkenen te bespreken en alle partijen de mogelijkheid te bieden zich optimaal op een eventuele uitbraak voor te bereiden.

Onderwerpen met een nog onvoltooide beleidsontwikkeling

Een beleidsdraaiboek is nooit «af». Altijd zullen er onderwerpen zijn die nog verder uitgewerkt moeten worden of waarvan de beleidslijn moet worden aangepast, omdat regelgeving of opvattingen veranderen. Van enkele onderwerpen is op het moment van uitgave van dit beleidsdraaiboek al bekend dat de beleidsontwikkeling nog niet voltooid is. Hieronder worden de belangrijkste onderwerpen kort beschreven. De beleidsontwikkeling blijft doorgaan, zeker over deze onderwerpen.

Vaccinatiestrategie

Wageningen Universiteit (ASG/LEI) heeft recent een onderzoek gepubliceerd naar de meest effectieve bestrijding van een uitbraak van KVP. Uit dit modelmatige onderzoek is gebleken dat vaccineren van alle bedrijven in een cirkel met een grotere straal (2 in plaats van 1 kilometer) effectiever is. Dit is de reden geweest om een wijziging van het beleidsdraaiboek door te voeren. Het inpassen van dit nieuwe gegeven is een goed voorbeeld van de flexibiliteit van een beleidsdraaiboek.

Mest bij een KVP-uitbraak

Betrokkenen hebben aangegeven dat het uitwerkingsniveau van de maatregelen rondom mest tijdens een uitbraak niet voldoende houvast biedt voor een goede voorbereiding. Tot op heden is daar geen verandering in gekomen. Net als bij MKZ is ook bij KVP de verwerking van mest van zowel besmette als niet-besmette bedrijven in de afgesloten gebieden een nog niet uitgewerkte zaak. De voorgestelde aanpak moet op basis van nader onderzoek uitgewerkt worden.

Welzijnstransporten

KVP-uitbraak van ’97–’98 is er sprake geweest van een grote opkoop en vernietiging van dieren. Door het ministerie is al in 2002 aan de sector meegedeeld dat dit in geval van een nieuwe uitbraak niet meer in die mate zal gaan gebeuren.

Zeker indien er gevaccineerd wordt, moet geprobeerd worden welzijnsproblemen te verlichten door dieren uit ingesloten gebieden naar een slachthuis af te voeren (slacht voor consumptie, eventueel met kruismerk) of naar een leegstaand mestbedrijf. Op dit gebied zijn er drie specifieke ontwikkelingen:

1. De sector heeft verklaard dat zij, zoals afgesproken, de eerste zes weken zullen zorgen voor opvang van dieren op de bedrijven zelf. Hierbij is op te merken dat in een door hen gesubsidieerd ASG/LEI-onderzoek is geconcludeerd dat deze termijn moeilijk is te handhaven voor met name biggen-opfokbedrijven. Toch hebben de standsorganisaties aangegeven dat zij hiervoor een intensieve voorlichting zullen voeren waarin creatieve oplossingen worden gedeeld.

2. Door de verschuivingen in de sector naar een grotere biggenproductie, zullen de consequenties van een gesloten grens snel toenemen. Het niet kunnen exporteren heeft binnen zeer kortere tijd een steeds grotere invloed op de nationale markt. Ook de nationale slachtcapaciteit (het aantal varkens dat per dag in Nederland geslacht kan worden) neemt af. Het is niet aan de overheid om hierin verantwoordelijkheid naar zich toe te trekken, maar ik wil graag van de gelegenheid gebruik maken om hierover mijn zorg uit te spreken.

3. De sector heeft bij de draaiboekoverleggen aangeboden een coördinerende rol te willen spelen bij het oplossen van de welzijnsproblemen. Gezien hun logistieke kennis en betrokkenheid lijkt dit een mogelijkheid die gebruikt moet worden. Een rol van het bedrijfsleven, onder toezicht van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA), kan een win-winsituatie opleveren.

Gedifferentieerde bestrijdingsstrategie voor hobbydieren

In het draaiboek is nog geen gedifferentieerd beleid voor hobbydieren beschreven.

Tijdens het draaiboekoverleg zijn er openingen gemaakt voor zo’n gedifferentieerde aanpak. Op dit moment is het echter nog te vroeg om deze gedetailleerd in dit draaiboek vast te leggen. Het ministerie zal op korte termijn met betrokkenen bij elkaar komen om te zien hoe tot een uitgewerkt voorstel kan worden gekomen.

Compartimentering

In het draaiboek wordt gesproken over compartimentering en regionalisering. De term compartimentering kan in de toekomst tot verwarring leiden als Nederland zou besluiten om compartimentering volgens de OIE-normen toe te gaan staan.

Keuze van overige draaiboeken

Eerder is al aangegeven dat we kiezen voor een lijn waarin we slechts voor die dierziekten waarvoor een specifieke Europese bestrijdingsrichtlijn geldt een beleidsdraaiboek opstellen. Voor die dierziekten die wel bestrijdingsplichtig zijn, maar geen eigen richtlijn hebben, ben ik van mening dat de door ons al in een eerder stadium opgestelde rampenplannen voor de verschillende ziekten voldoende zijn.

Uitzonderingen worden daarbij gemaakt voor dierziekten die een hele aparte aanpak nodig maken. Daarom wordt er een draaiboek gewijd aan dierziekten die ook op de mens overgedragen kunnen worden.

Planning

Het schrijven van, maar vooral het overleg over, een beleidsdraaiboek legt een groot beslag op de capaciteit. Daarbij komt nog dat de bestaande beleidsdraaiboeken up-to-date gehouden moeten worden. Er zijn al beleidsdraaiboeken voor Mond-en-klauwzeer, Aviaire Influenza en Klassieke varkenspest. Concepten van de beleidsdraaiboeken voor Afrikaanse varkenspest en Blaasjesziekte zijn afgerond. De conceptversie van het draaiboek Paardenpest zal in 2007 nog beschikbaar komen. Het draaiboek Bluetongue wordt op dit moment aangepast, omdat er op het gebied van vaccinatie veel ontwikkelingen zijn. Tevens is er in november een nieuwe Europese Verordening gepubliceerd, op basis waarvan het draaiboek Bluetongue aangepast moet worden.

In 2008 zal worden gewerkt aan een draaiboek Non-alimentaire zoönosen (dierziekten die op de mens, maar niet via voedsel, overdraagbaar zijn). Ik houd u op de hoogte van de ontwikkelingen op dit gebied.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven