25 227
Wijziging van de Kieswet, houdende verlenging van de duur van de stemming tot acht uur 's avonds alsmede regeling van diverse andere onderwerpen

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAPAAN DE TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging van de Kieswet, houdende verlenging van de duur van de stemming tot acht uur 's avonds alsmede regeling van diverse andere onderwerpen.

De memorie van toelichting (en bijlagen), die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

7 februari 1997

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Kieswet te wijzigen teneinde de duur van de stemming te verlengen tot acht uur 's avonds en diverse andere onderwerpen te regelen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Kieswet wordt als volgt gewijzigd:

A

De tabel, bedoeld in artikel E 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de kieskring onder nummer 6 wordt "Vuren" vervangen door: Lingewaal.

2. De omschrijving van het gebied waarover kieskring onder nummer 17 zich uitstrekt, komt te luiden: De gemeenten Aalburg, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Dongen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Gilze en Rijen, Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Made, Oisterwijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Tilburg, Waalwijk, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem, Zevenbergen, Zundert.

B

Aan artikel F 1 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt:

3. Bij koninklijk besluit kan, indien zwaarwichtige redenen verband houdend met de dag van de stemming daartoe nopen, worden bepaald dat de kandidaatstelling plaatsvindt op de dinsdag, woensdag, donderdag of maandag vóór, dan wel op de woensdag of donderdag of, indien het de verkiezing van de gemeenteraden of provinciale staten betreft, de maandag of dinsdag na de in het eerste onderscheidenlijk tweede lid genoemde dag. Het koninklijk besluit wordt bekend gemaakt uiterlijk zes maanden vóór de in het eerste onderscheidenlijk tweede lid genoemde dag.

C

In artikel G 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid wordt "het zevende lid van artikel G 1 of G 2" vervangen door: het achtste lid van artikel G 1 of G 2.

2. In het derde lid wordt "beslissing" telkens vervangen door: beschikking.

D

In artikel G 5, tweede lid, onder c, wordt "het derde lid van dat artikel" vervangen door: het tweede lid van dat artikel.

E

In artikel H 2, tweede lid, wordt "I 10, tweede lid" vervangen door: I 10, derde lid.

F

In artikel H 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid, eerste volzin, wordt "tien schriftelijke verklaringen" vervangen door: vijftig schriftelijke verklaringen.

2. In het eerste lid wordt na de eerste volzin een zin ingevoegd, die luidt: Voor gemeenten waarin het aantal te verdelen zetels in de raad minder dan negentien bedraagt, worden bij de lijst overgelegd ten minste tien schriftelijke verklaringen van kiezers dat zij de lijst ondersteunen.

G

In artikel H 9 wordt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde, onderscheidenlijk vijfde lid, een nieuw derde lid ingevoegd, dat luidt:

3. Bij de lijst wordt van iedere kandidaat die geen zitting heeft in het vertegenwoordigend orgaan waarvoor de verkiezing wordt gehouden, tevens een kopie van een geldig legitimatiebewijs overgelegd.

H

In artikel H 10, eerste lid, wordt "de artikelen V 2, eerste, vierde en vijfde lid, en V 3, eerste en derde lid" vervangen door: de artikelen V 2, eerste, vierde en vijfde lid, V 3, eerste en derde lid, en W 2, eerste lid, onder e.

I

Na artikel H 10 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt:

Artikel H 10a

1. De in Nederland wonende kandidaat kan in geval van een verkiezing voor de leden van de Tweede Kamer en van provinciale staten van een provincie die uit meer dan één kieskring bestaat, bij de verklaring van instemming tevens een in Nederland wonende gemachtigde aanwijzen met vermelding van diens naam, voorletters, woonplaats en adres. Indien de kandidaat voorkomt op meer dan één lijst, wordt in iedere verklaring dezelfde gemachtigde aangewezen. Deze gemachtigde is met uitsluiting van de kandidaat bevoegd tot de handelingen, bedoeld in de artikelen V 2, eerste, vierde en vijfde lid, V 3, eerste en tweede lid, en W 2, eerste lid, onder e.

2. Van de machtiging kan alleen gebruik worden gemaakt, indien dit gebruik ertoe strekt dat kandidaten van de gezamenlijke lijsten van de politieke groepering benoemd worden verklaard in de volgorde die voor de dag van de stemming door de politieke groepering is vastgesteld.

3. In geval van een benoeming voorafgaande aan de eerste samenkomst van het nieuw gekozen orgaan, kan van de machtiging geen gebruik worden gemaakt ten aanzien van kandidaten die op de gezamenlijke lijsten waarop zij voorkomen een aantal stemmen hebben verkregen, groter dan de helft van de kiesdeler.

4. De politieke groepering deelt de in het tweede lid bedoelde volgorde uiterlijk twee weken na de kandidaatstelling mee aan het centraal stembureau. De voorzitter van het centraal stembureau draagt er zorg voor dat de volgorde zo spoedig mogelijk in de Staatscourant wordt bekendgemaakt.

5. Artikel H 10, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

J

Artikel H 11, tweede lid, eerste volzin, komt als volgt te luiden: Kandidatenlijsten, ingeleverd in verschillende kieskringen, waarboven dezelfde aanduiding van een politieke groepering is geplaatst of waarvan de eerste kandidaat dezelfde is, vormen te zamen een lijstengroep.

K

In artikel H 12 wordt, onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid, een nieuw vierde lid ingevoegd, dat luidt:

4. Indien geen lijst wordt ingeleverd, wordt na de vaststelling van de uitslag van de verkiezing door het Rijk de waarborgsom teruggegeven aan degene die de betaling heeft verricht.

L

In artikel H 13 wordt, onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid, een nieuw vierde lid ingevoegd, dat luidt:

4. Indien geen lijst wordt ingeleverd, wordt na de vaststelling van de uitslag van de verkiezing door de gemeente waar het centraal stembureau is gevestigd de waarborgsom teruggegeven aan degene die de betaling heeft verricht.

M

In artikel H 14 wordt, onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid, een nieuw vierde lid ingevoegd, dat luidt:

4. Indien geen lijst wordt ingeleverd, wordt na de vaststelling van de uitslag van de verkiezing door de gemeente de waarborgsom teruggegeven aan degene die de betaling heeft verricht.

N

In artikel I 2, eerste lid, onder a, wordt "niet ten minste tien verklaringen zijn overgelegd" vervangen door "niet ten minste het aantal verklaringen, genoemd in artikel H 4, eerste lid, is overgelegd", en wordt "artikel H 4, eerste lid, tweede volzin" vervangen door "artikel H 4, eerste lid, derde volzin".

O

In artikel I 5, onder c, wordt "niet ten minste tien geldige verklaringen zijn overgelegd" vervangen door: niet ten minste het aantal geldige verklaringen, genoemd in artikel H 4, eerste lid, is overgelegd.

P

In artikel I 9, eerste lid, wordt "het zesde lid van artikel I 7" vervangen door: het vijfde lid van artikel I 7.

Q

In artikel J 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid worden de tweede en derde volzin geschrapt.

2. In het tweede lid wordt "negentien uur" vervangen door: twintig uur.

R

Aan hoofdstuk J wordt een paragraaf toegevoegd, die luidt:

§ 9 Waarnemers

Artikel J 39

1. Onze Minister van Buitenlandse Zaken kan ter uitvoering van een verdrag of een internationale afspraak personen toelaten die als waarnemer getuige mogen zijn van het verloop van de verkiezingen.

2. Een waarnemer is bevoegd in het stemlokaal te vertoeven gedurende de tijd dat het stembureau zitting houdt.

3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent waarneming bij de verkiezingen.

S

Na artikel K 11 worden twee nieuwe artikelen ingevoegd, die luiden:

Artikel K 12

1. Burgemeester en wethouders kunnen in hun gemeente stembureaus aanwijzen die uitsluitend bestemd zijn voor het uitbrengen van stemmen op de wijze als geregeld in dit hoofdstuk, dan wel voor het, met inachtneming van de bepalingen van hoofdstuk L, uitbrengen van een volmachtstem waarvoor de kiezer overeenkomstig artikel L 8 is gemachtigd. Indien burgemeester en wethouders een dergelijk stembureau aanwijzen, brengt de burgemeester de adressen van deze stembureaus ten minste veertien dagen voor de stemming ter openbare kennis onder vermelding van de mogelijkheid aldaar met behulp van een kiezerspas een stem uit te brengen.

2. Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van artikel J 1, tweede lid, bepalen dat de stemming in deze stembureaus aanvangt op een eerder of een later tijdstip dan acht uur en eindigt op een eerder tijdstip dan twintig uur. De tijdstippen worden in dat geval bekend gemaakt in de openbare kennisgeving, bedoeld in het eerste lid.

3. De stemopneming vindt plaats om twintig uur op een door burgemeester en wethouders vast te stellen en bekend te maken plaats. De plaats van stemopneming wordt bekend gemaakt in de openbare kennisgeving, bedoeld in het eerste lid.

4. Artikel J 17, eerste lid, is niet van toepassing op deze stembureaus.

Artikel K 13

1. Burgemeester en wethouders kunnen in hun gemeente mobiele stembureaus aanwijzen. Deze mobiele stembureaus zijn uitsluitend bestemd voor het uitbrengen van stemmen op de wijze als geregeld in dit hoofdstuk, dan wel voor het, met inachtneming van de bepalingen van hoofdstuk L, uitbrengen van een volmachtstem waarvoor de kiezer overeenkomstig artikel L 8 is gemachtigd. Indien burgemeester en wethouders een dergelijk stembureau aanwijzen, brengt de burgemeester dit ten minste veertien dagen voor de stemming ter openbare kennis onder vermelding van de mogelijkheid aldaar met behulp van een kiezerspas een stem uit te brengen.

2. Burgemeester en wethouders stellen de zittingstijden vast en de onderscheiden plaatsen waar de mobiele stembureaus gedurende de dag der stemming worden gestationeerd. De tijdstippen en plaatsen worden bekend gemaakt in de openbare kennisgeving, bedoeld in het eerste lid.

3. Alvorens een stembureau als bedoeld in het eerste lid naar een andere standplaats vertrekt, wordt de sleuf van de stembus door de voorzitter van het stembureau in tegenwoordigheid van de aanwezige kiezers afgesloten en verzegeld. De sleutel waarmee de stembus is afgesloten, wordt tijdens het verplaatsen naar de volgende standplaats bewaard door de voorzitter. Na de aankomst van het mobiele stembureau op de nieuwe standplaats, wordt de stembus in tegenwoordigheid van de aanwezige kiezers geopend door de voorzitter.

4. Artikel K 12, tweede, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

T

In artikel P 1 wordt "het centraal bureau" vervangen door: het centraal stembureau.

U

Artikel P 16, eerste lid, komt te luiden:

1. Betreft het een lijstengroep, dan geldt, indien een aldus gekozen kandidaat op meer dan één lijst of stel gelijkluidende lijsten is vermeld, die kandidaat als gekozen op de lijst of het stel gelijkluidende lijsten waarop het grootste aantal stemmen op hem is uitgebracht. Voor zover aantallen gelijk zijn, geldt hij als gekozen op de lijst, ingeleverd in de kieskring met het laagste nummer, dan wel op het stel gelijkluidende lijsten waartoe de lijst behoort, ingeleverd in de kieskring met het laagste nummer.

V

Artikel P 17 komt te luiden:

De zetels, toegewezen aan de al dan niet van een lijstengroep deel uitmakende lijsten of stellen gelijkluidende lijsten, die na toepassing van de artikelen P 15 en P 16 nog niet aan een kandidaat zijn toegewezen, worden aan de nog niet gekozen kandidaten van de desbetreffende lijsten of stellen gelijkluidende lijsten toegewezen in de volgorde van de lijst.

W

Artikel P 18 komt te luiden:

1. Betreft het een lijstengroep dan geldt, indien een kandidaat met toepassing van artikel P 17 op meer dan één lijst of stel gelijkluidende lijsten van de lijstengroep gekozen is, die kandidaat als gekozen op de lijst of het stel gelijkluidende lijsten waarop het grootste aantal stemmen op hem is uitgebracht. Voor zover aantallen gelijk zijn, geldt hij als gekozen op de lijst, ingeleverd in de kieskring met het laagste nummer, dan wel op het stel gelijkluidende lijsten waartoe de lijst behoort, ingeleverd in de kieskring met het laagste nummer.

2. De aan een lijst of stel gelijkluidende lijsten toegewezen zetels die na toepassing van het eerste lid nog niet aan een kandidaat zijn toegewezen, worden aan de nog niet gekozen kandidaten van de desbetreffende lijst of het desbetreffende stel gelijkluidende lijsten toegewezen in de volgorde van de lijst.

3. Indien na toepassing van het tweede lid opnieuw een kandidaat op meer dan één lijst of stel gelijkluidende lijsten is gekozen, wordt de procedure, bedoeld in het eerste en tweede lid, zo lang herhaald, totdat alle aan de lijsten of stellen gelijkluidende lijsten toegewezen zetels aan kandidaten zijn toegewezen.

X

Artikel P 18a komt te luiden:

Indien een gekozen kandidaat is overleden, wordt deze bij de toepassing van deze paragraaf buiten beschouwing gelaten.

IJ

Artikel P 19 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt na "iedere lijst" ingevoegd: of ieder stel gelijkluidende lijsten.

2. In het tweede en derde lid wordt na "op de lijst" ingevoegd: of het stel gelijkluidende lijsten.

3. In het vijfde lid wordt "zeven of elf leden" vervangen door "negen of elf leden" en wordt "voor zover het lijsten betreft" vervangen door: voor zover het lijsten of stellen gelijkluidende lijsten betreft.

Z

In artikel R 8 wordt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde, onderscheidenlijk vijfde lid, een nieuw derde lid ingevoegd, dat luidt:

3. Bij de lijst wordt van iedere kandidaat die geen zitting in de Eerste Kamer heeft, tevens een kopie van een geldig legitimatiebewijs overgelegd.

AA

In artikel R 9, eerste lid, wordt "de artikelen V 2, eerste, vierde en vijfde lid, en V 3, eerste en derde lid" vervangen door: de artikelen V 2, eerste, vierde en vijfde lid, V 3, eerste en derde lid, en W 2, eerste lid, onder e.

BB

Na artikel R 9 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt:

Artikel R 9a

1. De in Nederland wonende kandidaat kan bij de verklaring van instemming tevens een in Nederland wonende gemachtigde aanwijzen met vermelding van diens naam, voorletters, woonplaats en adres. Indien de kandidaat voorkomt op meer dan één lijst, wordt in iedere verklaring dezelfde gemachtigde aangewezen. Deze gemachtigde is met uitsluiting van de kandidaat bevoegd tot de handelingen, bedoeld in de artikelen V 2, eerste, vierde en vijfde lid, V 3, eerste en tweede lid, en W 2, eerste lid, onder e.

2. Van de machtiging kan alleen gebruik worden gemaakt, indien dit gebruik ertoe strekt dat kandidaten van de gezamenlijke lijsten van de politieke groepering benoemd worden verklaard in de volgorde die voor de dag van de stemming door de politieke groepering is vastgesteld.

3. In geval van een benoeming voorafgaande aan de eerste samenkomst van het nieuw gekozen orgaan, kan van de machtiging geen gebruik worden gemaakt ten aanzien van kandidaten die op de gezamenlijke lijsten waarop zij voorkomen een aantal stemmen hebben verkregen, groter dan de helft van de kiesdeler.

4. De politieke groepering deelt de in het tweede lid bedoelde volgorde uiterlijk twee weken na de kandidaatstelling mee aan het centraal stembureau. De voorzitter van het centraal stembureau draagt er zorg voor dat de volgorde zo spoedig mogelijk in de Staatscourant wordt bekendgemaakt.

5. Artikel R 9, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

CC

Artikel R 10, tweede lid, eerste volzin, wordt vervangen door: Kandidatenlijsten waarboven dezelfde aanduiding van een politieke groepering is geplaatst of waarvan de eerste kandidaat dezelfde is, vormen te zamen een lijstengroep.

DD

In artikel S 5 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid wordt na "de Afdeling bestuursrechtspraak" ingevoegd: van de Raad van State.

2. Het derde lid komt te luiden:

3. De voorzitter van de Afdeling stelt partijen en de voorzitter van het centraal stembureau onverwijld in kennis van de uitspraak.

EE

In artikel S 12, vijfde lid, wordt "artikel I 14, derde en vierde lid" vervangen door: Artikel I 14, vierde en vijfde lid.

FF

In artikel V 4, vijfde lid, wordt "het vertegenwoordigende orgaan" vervangen door: het vertegenwoordigend orgaan.

GG

In artikel V 14, eerste lid, wordt na "de Afdeling bestuursrechtspraak" ingevoegd: van de Raad van State.

HH

In artikel W 4, eerste lid, wordt "zeven of elf leden" vervangen door: negen of elf leden.

II

In artikel Y 23 wordt "O 5, tweede lid" vervangen door: O 5, eerste lid.

ARTIKEL II

In artikel 55, derde lid, van de Wet algemene regels herindeling wordt "G 5, eerste lid," vervangen door: G 5, tweede lid,.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

Naar boven