25 200
Nationaal Schengen Informatie Systeem

nr. 7
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 10 maart 1998

1. Inleiding

Op 20 maart 1997 is er overleg geweest met de commissie voor de Rijksuitgaven, de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken en de vaste commissie voor Justitie over het Rekenkamerrapport Nationaal Schengen Informatiesysteem (NSIS, Kamerstuk 25 200 nrs. 1 t/m 6). Tijdens het overleg is afgesproken om aan de Kamer te rapporteren over de voortgang met betrekking tot de geconstateerde knelpunten in het NSIS. Achtereenvolgens ga ik in op de knelpunten met betrekking tot het NSIS en de aanpak en stand van zaken ten aanzien van de geconstateerde knelpunten. Tot slot geef ik u de stand van zaken wat betreft het NSIS met betrekking tot het milleniumprobleem.

2. Knelpunten

De knelpunten met betrekking tot het NSIS zijn in vier categorieën onder te verdelen:

– criteria voor invoering in het NSIS;

– effectief gegevensbeheer/bestandsvervuiling;

– gebruik;

– beveiliging;

– ontbreken internationale vergelijking met andere Schengenlanden.

Criteria voor invoering in het NSIS

De Rekenkamer constateerde in haar rapport dat er in Nederland grote verschillen bestaan in de hantering van criteria voor signaleringen. De Rekenkamer geeft hiervan in haar rapport enkele treffende voorbeelden.

Effectief gegevensbeheer/bestandsvervuiling

Hoewel het NSIS in technische zin voldoet aan de eisen, constateerde de Rekenkamer dat de functionaliteit van het systeem, met name op het terrein van het effectief gegevensbeheer en de bestandsvervuiling, nog verbetering behoefde.

Gebruik

De Rekenkamer constateerde dat het gebruik van het NSIS bij de controle van de Nederlandse buitengrenzen niet systematisch is. Vanuit de Kamer werd geconstateerd dat het in de praktijk op de werkvloer vaak zou ontbreken aan motivatie om zaken in het systeem in te voeren.

Beveiliging

De Rekenkamer maakt enkele verontrustende opmerkingen over het risico van onbevoegde gegevensverkrijging uit het NSIS.

Internationale vergelijking

De Kamer constateerde dat er geen internationale vergelijking tussen Schengenlanden bestaat over het gebruik van de verschillende nationale systemen.

3. Aanpak en stand van zaken

Tijdens het Algemeen Overleg is al ten aanzien van een groot deel van de geconsteerde knelpunten aangegeven hoe de aanpak zal zijn. Enkele ontwikkelingen die nadien hebben plaatsgevonden worden hier eveneens vermeld. Tevens wordt het stadium aangegeven waarin de aanpak zich bevindt.

Criteria voor invoering in het NSIS

Het openbaar ministerie is verzocht een richtlijn op te stellen met betrekking tot de invoer van gegevens in het NSIS. Het openbaar ministerie heeft inmiddels In samenwerking met de divisie CRI en het departement een concept-richtlijn opgesteld. Deze concept-richtlijn is ter consultatie aan verschillende betrokkenen in het veld voorgelegd. Dat heeft geleid tot diverse opmerkingen die thans in de richtlijn worden verwerkt. Het streven is de richtlijn in juni van dit jaar in werking te laten treden.

Naast de richtlijnen wordt ook langs technische weg uniformiteit in de invoer in het NSIS bewerkstelligd. Zo is eind 1996 de koppeling tussen de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) en het NSIS operationeel geworden. Hierdoor is de invoer in het NSIS van het aantal gestolen of vermiste identiteitsdocumenten vergroot van 1300 tot ongeveer 250 000. De onevenwichtige regionale invoer is hiermee op dit punt in één klap verholpen. Een soortgelijk traject loopt nu ten aanzien van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) voor de invoer van gestolen of vermiste rijbewijzen. De verwachting is dat in het eerste kwartaal van dit jaar een dergelijke koppeling gerealiseerd kan worden.

Effectief gegevensbeheer/bestandsvervuiling

De door de Rekenkamer gevraagde voorziening om effectief gegevensbeheer mogelijk te maken, was reeds ten tijde van het verschijnen van het Rekenkamerrapport in gang gezet. Bij de IT organisatie van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) loopt momenteel een project Decentraal gegevensbeheer NSIS. In dit project worden de volgende zaken gerealiseerd:

– standaard tool voor statistische overzichten;

– regionale expiratielijst van signaleringen;

– vastleggen en kunnen bevragen van mutaties en verwijderingen;

– verstrekkingslog en aantallen mutaties zijn decentraal beschikbaar;

– consistentieprogramma's;

– controlevragen stellen bij verwijderen van signaleringen.

De eerste resultaten van het project, die met name betrekking hebben op het centrale deel van NSIS (SIRENE) zijn inmiddels afgerond.

Gebruik

Aansluitend aan de ontwikkeling van richtlijnen voor de invoer van signaleringen in NSIS, wordt gekeken naar het gebruik van NSIS door de regiokorpsen. Met de implementatie van de richtlijn wordt gelijktijdig een traject in gang gezet waarbij aandacht wordt gegeven aan het belang van een juist gebruik van het NSIS. Via voorlichting, opleidingen en een aangepast handboek procedures NSIS wordt een juist gebruik van het NSIS verder gestimuleerd. Een volledig implementatietraject wordt momenteel door de divisie CRI van het KLPD in overleg met openbaar ministerie en departement, voorbereid.

Intensivering controle buitengrenzen en mobiel toezicht vreemdelingen

Bij brief aan uw Kamer d.d. 12 januari 1998 (TK 1997–1998, 19 637, nr. 309) over de stand van zaken rond getroffen maatregelen voor de instroom van asielzoekers uit Irak is nadere informatie verstrekt omtrent de exacte situatie met betrekking tot de grensbewaking in Nederland, alsmede over te nemen maatregelen die zouden moeten leiden tot een verbetering van die grensbewaking. Hierbij is aangegeven dat op basis van een verrichte inventarisatie is berekend dat ter versterking van de buitengrenzen circa 250 formatieplaatsen benodigd zijn met een budgettair beslag van 25 miljoen gulden. Genoemde uitbreiding ten behoeve van de Schengen-conforme buitengrens zal, mede gelet op recente ervaringen elders, moeten plaatsvinden via de weg van geleidelijkheid. Momenteel wordt prioiteit gegeven aan de voorgenomen inventarisering van het Mobiel Toezicht Vreemdelingen, in het bijzonder de samenwerking tussen de Douane en de Koninklijke Marechaussee.

Beveiliging

De beveiliging van informatie bij de politie is in zijn algemeenheid een zorg van de minister van Binnenlandse Zaken en ondergetekende. Het NSIS vormt hierop geen uitzondering. Naar aanleiding van het advies van het Beleidsadviescollege Politiële Informatievoorziening (BPI) is onder andere aangegeven dat in het kader van de informatiebeveiliging een stelsel van landelijke normen ontwikkeld zal worden waaraan de korpsen dienen te gaan voldoen. Op 17 maart 1997 is de Regeling Informatiebeveiliging Politie van kracht geworden. Daarmee is een aanzet gegeven voor het toegezegde stelsel van landelijke normen. Voor de verdere uitwerking van dit stelsel is per 1 mei 1997 het Expertisecentrum Informatiebeveiliging Nederlandse Politie opgericht. Het expertisecentrum heeft tot taak de implementatie van het stelsel van landelijke normen te ondersteunen en te controleren. Het expertisecentrum is gehuisvest bij het Nederlands Politie Instituut (NPI).

Internationale vergelijking

Binnen het Schengenkader heeft de Centrale Groep op Nederlands voorstel naar aanleiding van het ARK rapport de onderscheidene Schengenlanden verzocht dat in elk der Schengenlanden een onderzoek wordt verricht naar het nationale gebruik van het SIS. Het Belgische voorzitterschap heeft er bij de landen op aangedrongen dat dit jaar nog de resultaten ter beschikking worden gesteld. Tevens wordt op centraal Schengen niveau door de deskundige werkgroepen bijzondere aandacht besteed aan de kwaliteit en de kwantiteit van de SIS gegevens. Volledigheidshalve kan hierbij aangetekend worden dat ook de Algemene Rekenkamer haar zustercolleges in de Schengenlanden voorgesteld heeft een dergelijk onderzoek in te stellen.

Naar aanleiding van een recent (menselijk) veiligheidsincident bij het SIRENE-bureau van een der lidstaten heeft de Gemeenschappelijke Controle-Autoriteit (GCA) op de noodzaak gewezen van een permanente verbetering van de veiligheidsmaatregelen inzake het SIS en de informatie-uitwisseling. In dit kader heeft zij de nationale controle-autoriteiten verzocht haar te rapporteren over de specifieke veiligheidssituatie van hun SIS en SIRENE-bureau. De Nederlandse nationale controle-autoriteit, de Registratiekamer, is reeds in 1997 een onderzoek gestart naar de privacy-aspecten, met inbegrip van de beveiliging, van het NSIS. De resultaten hiervan kunnen, volgens bericht van de Registratiekamer, op korte termijn worden verwacht.

4. Millenium

Het milleniumprobleem in het nationale deel van het SIS is opgelost. Het centrale deel van het SIS (een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle lidstaten) is eerst medio 1999 aangepast. Medio 1998 zal door middel van een simulator de samenwerking tussen NSIS en CSIS worden getest. Medio 1999 kan een definitieve test met het CSIS plaatsvinden.

De Minister van Justitie, a.i.,

H. F. Dijkstal

Naar boven