25 180
Partiële herziening Planologische Kernbeslissing Nationaal Ruimtelijke Beleid

nr. 115
MOTIE VAN HET LID DUIVESTEIJN C.S.

Voorgesteld 17 oktober 2000

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de regering ter uitvoering van de motie-Duivesteijn (25 180, nr. 106) inzake de ruimtebehoefte tot 2005 van bedrijven in de zuidvleugel van de Randstad van mening is dat 100 hectares netto-bedrijventerrein aan de oostkant van de Hoeksche Waard nodig zijn;

constaterende, dat de regering geen uitvoering heeft gegeven aan de in de motie vervatte wensen om de Hoeksche Waard aan te wijzen tot Nationaal Landschap en om een ontwikkelingsplan Nationaal Landschap Hoeksche Waard op te stellen;

overwegende, dat een effectief plan voor de bescherming van de Hoeksche Waard nog steeds ontbreekt en het voorliggende voorstel het open karakter aantast;

voorts overwegende, dat de regering ten aanzien van een mogelijk bedrijfsterrein aan de noordzijde van de Hoeksche Waard de besluitvorming wil laten plaatsvinden in het kader van de Vijfde nota ruimtelijke ordening;

is van mening, dat tegen deze achtergrond een volledige afweging over bedrijventerreinen voor de zuidvleugel van de Randstad dient plaats te vinden in het kader van de Vijfde nota ruimtelijke ordening;

verzoekt de regering dan ook de besluitvorming over bedrijventerreinen voor de zuidvleugel van de Randstad te laten plaatsvinden in het kader van de Vijfde nota ruimtelijke ordening,

en gaat over tot de orde van de dag.

Duivesteijn

Ravestein

Stellingwerf

Van der Staaij

Van Gent

Poppe

Naar boven