25 124
Nieuwe infrastructuur mobiele communicatie (C2000)

nr. 58
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 29 mei 2009

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1 heeft op 13 mei 2009 overleg gevoerd met minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over:

– Kamervragen van het lid Van Raak d.d. 6 mei 2009 en het antwoord daarop betreffende plaatsing van een C2000-zendmast in Rotterdam (Aanhangsel der Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 2577);

– Kamervragen van de leden Kuiken en Heijnen d.d. 6 mei 2009 en het antwoord daarop betreffende het plaatsen van een C2000-zendmast in het centrum van Rotterdam (Aanhangsel der Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 2578);

– Kamervragen van het lid Heemelaar d.d. 7 mei 2009 en het antwoord daarop betreffende het plaatsen van een C2000-zendmast in Rotterdam (Aanhangsel der Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 2579);

– de brief van de minister van BZK d.d. 13 mei 2009 betreffende het antwoord op vragen van de heer Çörüz met betrekking tot plaatsing C2000-mast in Rotterdam (25 124, nr. 56).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.

Voorzitter: Griffith Griffier: Van Doorn

Vragen en opmerkingen uit de commissie

De voorzitter: Ik heet de minister van BZK en de andere aanwezigen van harte welkom bij het algemeen overleg over de antwoorden op schriftelijke vragen van het lid Van Raak, de leden Kuiken, Heijnen en het lid Heemelaar. Tevens is aan de orde een brief van de minister van BZK in antwoord op vragen van de heer Çörüz. Ik stel een spreektijd voor van vijf minuten per spreker. Wij hebben tot 18.00 uur de tijd.

De heer Van Raak (SP): Voorzitter. Het is weer gelukt: er zijn veel boze mensen, waaronder de gemeenteraad van Rotterdam en ik. Zelfs de partij van de minister is boos en vooral de bewoners in de omgeving van de Essenburgsingel. De Essenburgsingel is één van de mooiste singels in Rotterdam. De boosheid heeft te maken met de plaatsing van een mast, de C2000-zendmast, van 50 meter ten behoeve van de communicatie voor de politie, de brandweer en hulpdiensten. Iedereen, waaronder de gemeenteraad van Rotterdam, de bewoners in de omgeving van de Essenburgsingel en ik vinden dat deze mast snel moet worden gebouwd ten behoeve van de veiligheid van Rotterdam. Al een jaar geleden werd gestart met de voorbereidingen van de bouw van deze mast. Die moest er dus al lang staan. Die mast moet echter niet staan tussen de woningen in de omgeving van de Essenburgsingel, maar 250 meter verderop, in de Sporendriehoek. Daar staat die mast immers niemand in de weg.

Het is uniek dat de Tweede Kamer vandaag over één mast spreekt. Het gaat echter om meer: wij spreken vandaag ook over goed bestuur ten behoeve van de besluitvorming. Een bewoner deelde mee dat hij van huis uit geen type is om te demonstreren, maar dat de minister haar zin wil doordrijven hoewel de bewoners heel serieus alternatieven hebben aangedragen. Zij voelen zich dan ook geschoffeerd. Ik kan mij dat voorstellen. Dat leidde tot protest, het actiecomité «Hier past geen mast», een mastloze actiecamping en een klacht bij de Nationale ombudsman die de gang van zaken daadwerkelijk in onderzoek heeft genomen.

De minister voerde allerlei argumenten aan om aan te tonen dat deze mast met alle geweld op die locatie moet komen in plaats van 250 meter verderop. TNO heeft onderzoek gedaan en op grond daarvan heeft zij alle argumenten weerlegd. Ook op grond van het onderzoek waarvoor de minister zelf opdracht gaf, zijn die argumenten weerlegd. Ik ga kort op die argumenten in.

De alternatieve locatie zou zich te dicht bij het spoor bevinden. De huidige locatie ligt echter nog dichter bij het spoor. Beide locaties blijken gewoon aan de eisen te voldoen. ProRail, de eigenaar van het spoorterrein, zou niet willen meewerken. Dat bleek echter niet het geval te zijn. De dekkingsgraad aan de Sporendriehoek zou niet op orde zijn. Ook dat argument bleek niet juist te zijn. Uit het onderzoek dat in opdracht van het ministerie werd uitgevoerd, bleek dat de dekking op beide locaties 99% is. Het laatste argument was dat de alternatieve locatie in de Sporendriehoek onvoldoende bereikbaar zou zijn. Nu blijkt dat alle hijskranen die nodig zijn voor bouw en onderhoud, het terrein prima kunnen bereiken.

Prachtig! Alle problemen zijn de wereld uit, dus de bouw in de Sporendriehoek kan beginnen. Dat bleek echter niet het geval te zijn. De minister kwam met een technisch probleem op de proppen dat in de discussie nooit eerder een rol speelde, namelijk dat van de zogenoemde handover. Er is sprake van een overlap in de reikwijdte van de zendmasten waardoor het nu en dan nodig is om snel over te schakelen. Een dergelijke problematiek is inherent aan elk netwerk, ongeacht waar de zendmasten staan. Het gaat om een fractie van een seconde.

De minister en ik hebben twee overeenkomsten: wij zijn geleerde mensen, maar wij weten weinig van zendmasten. Mensen die daarvoor hebben doorgeleerd, zeggen mij dat dit voornamelijk een technische kwestie is: hogere masten, goed richten, een andere antenne, andere verbindingen, een andere hoek, sleutelen aan andere masten, een andere antenneconfiguratie enzovoort. Dat zijn allemaal technische zaken die waarschijnlijk kunnen bijdragen aan de oplossing van dergelijke problemen. Technische problemen zijn er immers om op te lossen en het is niet de bedoeling om mensen te schofferen.

Waarom is de minister zo star en verdedigt zij de organisatie die de mast moet plaatsen op zodanige wijze? Ik doel op de voorziening tot samenwerking Politie Nederland (vtsPN). Dat is de club van al die dure externen die zelf massaal zijn eigen regels overtreedt. Is er sprake van een kokervisie? Misschien moest er wel met alle geweld een mast in Delfshaven komen, terwijl 250 meter verderop het gebied van de deelraad Noord ligt. Is er sprake van een bestuurlijk probleem? Is er bestuurlijk niet over de grenzen heen gekeken? Of is het een soort prestigekwestie geworden? Ik bedoel daarmee dat het zo moet gebeuren en dat de minister er niet over denkt om het anders te doen.

De SP-fractie stelt voor om TNO of een ander onderzoeksinstituut na te laten gaan hoe groot het technisch probleem van de handover is en hoe dat is op te lossen. De minister verwijst in haar brief naar het onderzoek van Het Expertise Centrum (HEC). Wat ons betreft is dat onvoldoende. Wij zouden graag zien dat er snel een mast in de Sporendriehoek wordt geplaatst.

Maandagochtend stonden de bouwers klaar en greep de bevolking in. Ik ben er trots op dat deze mensen zich niet voor de gek laten houden en dat zij in actie komen. Mocht er in de Sporendriehoek een technisch probleem ontstaan, dan lossen wij dat op. Technische problemen kun je fiksen. De bewoners in de omgeving van de Essenburgsingel hebben goede argumenten. Democratie kun je niet fiksen. Daarom verzoek ik de minister om een onderzoek te laten doen en een echte belangenafweging te maken.

Mevrouw Kuiken (PvdA): Voorzitter. Gelet op de omgeving van de locatie die voor de zendmast is gekozen en de ongelukkige communicatie met de vtsPN begrijp ik de zorgen van de aanwezige bewoners goed. Ik begrijp ook dat zij boos zijn. Ook ik zou boos zijn als ik in hun schoenen stond. Wel is er het belang van hulpverleningsdiensten die recht hebben op een goede communicatie. Voor die diensten is een goede communicatie zelfs noodzakelijk. Zij moeten op het C2000-systeem kunnen vertrouwen, op welke locatie in Rotterdam zij ook zijn.

Ik heb alle stukken die mij ter beschikking zijn gesteld over de C2000-zendmast doorgespit, evenals die over de gekozen locatie en de alternatieven. Als ik alle argumenten afpel – ik noem de afstand van de locatie tot het spoor, de bereidheid van ProRail, de bereikbaarheid van de locatie en het bereik van de zendmast – houd ik één argument over waarover nog discussie wordt gevoerd. Het meest valide argument om aan te nemen dat de gekozen locatie het gunstigst is, is dat van de handoverproblematiek. Gelukkig zijn alle aanwezigen op de publieke tribune al zo goed onderlegd dat ik dat technische argument niet eens hoef toe te lichten. In dit debat met de minister spits ik mijn vragen toe op dit argument.

Waarom is het argument van de handoverproblematiek in het afwegings- en besluitvormingsproces over de keuze van een locatie zo laat meegenomen? De heer Van Raak vroeg dat ook al. Waarom heeft TNO niet de kans gekregen om ook onderzoek te doen naar dat argument? Zijn er geen technische alternatieven? Zijn er bijvoorbeeld alternatieve antennes beschikbaar om het probleem van handover op te lossen? Tetranet werkt met relatief oude antennes, terwijl er veel betere en nieuwere antennes voorhanden zijn. Zouden die antennes in dit geval geen soelaas kunnen bieden? Of is het mogelijk om de overige masten op een bepaalde manier aan te passen om het probleem van handover te tackelen? Heeft de vtsPN nadrukkelijk een afweging gemaakt tussen handover, schadelijkheid voor de locatie en de belangen van scholen en buurtbewoners? Is het een daadwerkelijk af te wegen tegen het ander? Hoe groot is dat risico?

Ik ben geen expert, maar ik liet mij vertellen dat men voor de bouw van gsm-masten uitgaat van een aanname en dat men vervolgens onderzoekt of de gehanteerde rekenmodellen voldoende valide zijn. Voor dat onderzoek hangt men bijvoorbeeld een mast in een kraan. Waarom is er in dit geval niet voor gekozen om eerst te testen of de gebruikte rekenmodellen voldoen?

Kan de minister nog eens duidelijk aangeven waarom het alternatief van de Suze Groeneweglaan – ik doel met name op de constructie op het dak – niet tot de mogelijkheden behoort?

De Kamer heeft er destijds willens en wetens voor gekozen– ik was toen nog geen Kamerlid – om vergunningsvrij zendmasten te bouwen. Is de rechtsbescherming van bewoners die degelijke bezwaren hebben inmiddels voldoende gewaarborgd? Welke rol speelt de gemeenteraad daarbij? Hoe verliep de communicatie tussen de gemeenteraad en de minister wat dit betreft? Welke wegen zijn er om bezwaar te maken en hoe waarborgen wij die onafhankelijkheid? Ik begrijp dat indertijd de keuze is gemaakt voor vergunningsvrij bouwen. Je wilt immers niet dat er over elk hekwerk een bezwaar wordt ingediend. Toch moet je ervoor zorgen dat alle belangen goed en onafhankelijk tegen elkaar worden afgewogen.

Als wij alles afwegend toch besluiten dat die mast er moet komen, hoe zuur en zwaar dat ook is, zijn er dan nog mogelijkheden om dat ding een beetje aantrekkelijk te maken? Ik weet dat men in ieder geval in Zuid-Limburg een poging heeft gedaan om een lelijk iets om te toveren tot iets moois. Ik besef dat dit niet de meest prangende vraag die moet worden beantwoord, maar laten wij die er wel bij betrekken.

De heer Çörüz (CDA): Voorzitter. Over C2000, het communicatienetwerk voor ambulancediensten, brandweer, marechaussee en politie, is de afgelopen jaren veel gediscussieerd. Dat gebeurde zowel door de Tweede Kamer als door betrokkenen daarbuiten. Een betrouwbaar communicatienetwerk is voor hulpdiensten onmisbaar en daarmee voor de veiligheid van burgers. Die veiligheid staat voor de CDA-fractie voorop. Om de veiligheid in het centrum van Rotterdam te garanderen, de grootste havenstad van Europa, is verbetering van de kwaliteit van het C2000-netwerk vereist. Daar is het allemaal om begonnen.

In het belang van de veiligheid is het bouwen van C2000-zendmasten niet onderworpen aan de gewone procedures voor een bouwvergunning. Hiertoe heeft de Tweede Kamer destijds besloten. De gewone vorm van rechtsbescherming voor burgers ontbreekt dus in deze gevallen. Op grond van het veiligheidsbelang is dat te billijken. Dat heeft echter wel tot gevolg dat de overheid zich extra moet inspannen om de burgers te informeren en om hun bezwaren te wegen.

De minister geeft toe dat er in Rotterdam in eerste instantie onvoldoende werd gecommuniceerd. Kan de minister procedure nog eens uiteen zetten die gevolgd wordt om tot een keuze te komen voor een locatie voor C2000-zendmasten? Het gaat de CDA-fractie met name om de actieve informatievoorziening aan burgers. Wij moeten voorkomen dat zij het gevoel krijgen dat zij worden overvallen met een zendmast van 53 meter. Verguningvrij betekent nog altijd dat er een informatieplicht is. Hoe is met die plicht omgegaan? Hoe krijgen de belangen van buurtbewoners een plaats in deze procedure? Wordt er niet te veel geredeneerd vanuit de positie achter de tekentafel?

De bezwaren van buurtbewoners tegen plaatsing van een C2000-zendmast in Rotterdam hebben deels te maken met angst voor gezondheidsrisico’s. Volgens ons houdt het RIVM bij welke onderzoeken er worden gedaan over de relatie tussen de gezondheid en zendmasten. Zijn er al uitkomsten van onderzoeken bekend?

De minister houdt zich terecht aan de normen die in de wet- en regelgeving zijn opgenomen. Welke stappen zet de Nederlandse regering om ook in internationaal verband te komen tot wetenschappelijk aanvaarde criteria?

Buurtbewoners voeren als argument aan dat alternatieve locaties voor de C2000-zendmast niet serieus zijn onderzocht. De Kamer kan natuurlijk niet debatteren over de plaatsing van elke C2000-zendmast. Zij kan de minister wel aanspreken op de daarbij gevolgde procedures. Uit de stukken blijkt dat de besluitvorming over die locatiekeuze en dus ook over mogelijke alternatieven, onvoldoende is gedocumenteerd. Op welke wijze wil de minister daarin verbetering brengen en wat is de rol van de verschillende betrokken instanties daarbij? In de toekomst moeten immers nog 40 C2000-zendmasten worden geplaatst. Ik liet mij daarover informeren.

Mijn fractie is van oordeel dat bij de plaatsing van C2000-zendmasten het publieke belang van de veiligheid van burgers en hulpverleners voorop staat. De locatiekeuze in Rotterdam laat zien dat alle betrokken instanties zich bewust moeten zijn van de gevoelens van de burgers. Op dat punt moeten de procedures nog eens tegen het licht worden gehouden. Het kan beter. De minister van BZK is verantwoordelijk voor de keuze van een locatie. Kan zij de Kamer nog eens uitleggen waarom zij gekozen heeft voor deze locatie en waarom de aangedragen alternatieven niet geschikt zijn? Ons inziens past de Kamer terughoudendheid, maar de minister moet haar er wel van overtuigen dat zij alles heeft afgewogen en dat zij op grond daarvan de juiste keuze heeft gemaakt.

De heer Heemelaar (GroenLinks): Voorzitter. Ik zal niet alle woorden van de voorgaande sprekers herhalen. Wel ga ik een week terug in de tijd. Tijdens het reces werd ik gebeld door een raadslid van de gemeente Rotterdam. Hij wist mij alleen al te overtuigen vanwege het feit dat alle fracties, met uitzondering van één daarvan, een brief aan de minister hebben gestuurd. Dat zegt wel iets. Evenals de minister, kom ik uit de gemeentepolitiek. Wij weten dus dat het zeer uitzonderlijk is dat bijna alle fracties een dergelijk verzoek van bewonersgroepen steunen. Uit ervaring weet ik dat lokale politici over het algemeen reageren met de opmerking dat de bewoners een belang hebben en dat die zeggen «not in my backyard». Alleen al daarom zijn zij heel kritisch ten opzichte van initiatieven van bewoners. Bij mijn weten is dat afgewogen door de leden van de gemeenteraad van Rotterdam. Zij hebben contact gezocht met de minister en de Tweede Kamer.

Ik sluit mij aan bij de woorden van de woordvoerders van de fracties van de SP, de PvdA en het CDA. Mijn hoofdargument is dat het niet goed is gegaan met de democratie. De minister heeft – ik heb het mij laten vertellen, want dat was ver voor mijn tijd – aan de Tweede Kamer toegezegd dat er bij het vergunningsvrij bouwen van deze masten, die nodig zijn, goed overleg gevoerd zou worden met de buurt, met de omgeving, met de mensen die er woonden en de bedrijven die er gevestigd waren. Bij mijn weten is dat onvoldoende gebeurd. Het kan zijn dat de deelgemeenten hiervoor verantwoordelijk zijn, maar dan nog meen ik dat de minister de eindverantwoordelijkheid draagt, omdat zij het bij de Tweede Kamer voor elkaar heeft gekregen om vergunningsvrij te bouwen. Alleen al om reden van democratie lijkt mij dus dat wij dit proces over moeten doen. Daarnaast zijn er twee inhoudelijke redenen waarmee de bewonersgroepen mij hebben overtuigd. Allereerst vind ik het gestelde over de handoverproblematiek niet overtuigend. Ik kan mij voorstellen dat er op veel plaatsen in Nederland een bepaalde overlap is als je met je mobilofoon van de ene vierkante meter naar de andere vierkante meter gaat. Het lijkt mij dus onwaarschijnlijk dat de handoverproblematiek alleen maar op deze plek in Nederland speelt. Daarom wil ik de wens van de bewoners overnemen en de minister verzoeken om nader objectief, onafhankelijk onderzoek naar deze problematiek. Ten tweede bestaat het alternatief om in de flat aan de Suze Groeneweglaan een berging of een zolderverdieping te huren – ik weet niet hoe de flat in elkaar zit; ik ben helaas niet ter plekke geweest – zodat de zendapparatuur daar kan worden geplaatst -ik begreep dat die te zwaar is voor het dak – en de masten op het dak, dat ook van de VvE kan worden gehuurd. Concreter kan ik mijn vragen aan de minister niet stellen. Ik ben benieuwd naar haar reactie.

De heer Brinkman (PVV): Voorzitter. Wij praten in deze Kamer over een van de ruim nu bestaande 460 C2000-zendmasten. Eerlijk gezegd, vind ik het van de zotte dat wij het in de Kamer over een dergelijk onderwerp moeten hebben, maar wij hebben het aan onszelf te danken want wij hebben de minister toestemming gegeven om die masten zonder vergunning te bouwen. Maar toch: die zendmast had er natuurlijk allang moeten staan, op welke locatie dan ook; geen enkele locatie heeft mijn voorkeur wat dat betreft. Het is dieptriest dat de politie in Rotterdam kennelijk al die tijd, vanaf 2006, heeft moeten functioneren zonder dat een bepaald gebied portofonisch gedekt was. Ik heb uit stukken opgemaakt dat het ministerie alle opties in dezen heeft bestudeerd en dat van alle opties de locatie aan de Essenburgsingel de allerbeste bleek te zijn. Klopt dit of is een andere locatie of mogelijkheid even goed? Ik zeg met nadruk «even goed», want ik hecht eraan dat voor de zendcapaciteiten de beste locatie wordt gekozen. Bewoners van en rond de Essenburgsingel vinden dat dit niet het geval is. Er zou wel degelijk een andere locatie mogelijk zijn. Ik begrijp dit, want, zoals de vorige spreker heeft aangegeven, willen ook zij die zendmast niet in de buurt hebben, al is die nog maar 50 meter van de eerste flat vandaan.

Dit dossier doet mij denken aan de tijd dat ik voor de politie in Amsterdam werkzaam was. Ik kan mij de invoering van het C2000-systeem aldaar goed herinneren. De politie kreeg te maken met allerlei kinderziektes. Je portofoon deed het ineens niet in een parkeergarage en in een klein gebied aan de Spuistraat was er geen dekking voor de portofoon. Ik kan mij herinneren dat twee collega’s bij een aanhouding op die Spuistraat met een grote groep dronken Engelsen op de vuist moesten. De politiemensen kregen klappen, omdat zij precies in dat kleine gebiedje zaten waarin de portofoon niet kon zenden en ontvangen. Dat gebiedje bevond zich nota bene op 40 meter afstand van het politiebureau aan de Nieuwezijds Voorburgwal! Ik kan u vertellen dat dit zeer frustrerend en levensgevaarlijk voor die politiemensen was. Wij praten nu over een groter gebied in Rotterdam dat na drie jaar nog steeds niet optimaal gedekt is. Het is een wonder dat hierdoor nog geen ongelukken zijn gebeurd. Overigens neem ik dat maar aan. Klopt dit, minister? Hebben zich inderdaad geen incidenten voorgedaan door het feit dat dit gebiedje niet is gedekt?

Ik kom terug op het belang van de bewoners van en rond de Essenburgsingel. Ik zit absoluut niet te wachten op nader onderzoek, zoals sommigen van mijn collega’s hebben geopperd, want dat duurt weer ettelijke maanden en levert alleen maar extra vertraging op. Mij lijkt het in het belang van onder meer deze bewoners dat de politie of andere hulpinstanties bij een incident waarbij zij mogelijk als hulpbehoevenden betrokken zijn, gewoon portofoonverkeer kunnen hebben in een dergelijk ongedekt gebied. Wil de minister uitleggen welke juridische consequenties een compromis heeft dat niet de kennelijk optimale technische weergave zou geven? Kan een dergelijk compromis een precedent scheppen voor locaties waarop de andere ruim 460 zendmasten zijn geplaatst en voor de, naar ik meen, nog ongeveer 40 nieuw te bouwen zendmasten? Is het mogelijk dat andere belanghebbenden in den lande bezwaar gaan maken, waardoor wij over een half jaar opnieuw bij elkaar moeten komen om over een zendmast op een andere locatie te praten?

Het moge duidelijk zijn dat het primaat in dezen wat mij betreft bij de veiligheid van de diender en de hulpbehoevende ligt en bij communicatie bij dat werk in het algemeen, want dat is van levensbelang. Natuurlijk telt het belang van de mensen die rondom de mast wonen, maar voor een veilig Nederland – dit zeg ik botweg – moeten wij allemaal wel eens een offer brengen. Nader onderzoek betekent opnieuw een vertraging van al gauw zo’n 5 à 6 maanden voor het optimale bereik van hulpdiensten. Ik ben daar geen voorstander van. Wij moeten er nu gewoon uitkomen, het liefst binnen korte tijd. Ik ben benieuwd of de partijen die vorig jaar in overleggen met de minister zo voor het salaris van de diender opkwamen, nu ook het lef hebben om op te staan voor de veiligheid van de diender.

De heer Van Raak (SP): Ik heb begrepen dat het netwerk C2000 altijd functioneel is geweest en dat wij niet met een heel groot gat ter vervanging zitten. Een andere kwestie is dat wij hier heel snel kunnen besluiten. Het feit dat er geen vergunning nodig is, is een nadeel in de zin dat het wellicht onder andere daarom een rommeltje is geworden, maar het voordeel ervan is dat wij het snel kunnen oplossen. De minister kan heel snel met de bouw in de Sporendriehoek beginnen; dat lijkt mij geen enkel probleem.

De heer Brinkman (PVV): Ik hoor geen vraag, maar ik kan u wel zeggen dat C2000 vanaf het begin veel kinderziektes heeft gekend. Dit zal de minister beamen. U moet zich voorstellen dat er zo veel zendmasten in den lande gebouwd zijn dat er sprake was van overlapping op locaties, in cirkels. Desondanks was er geen bereik in parkeergarages, zoals ik al zei. Daarom heeft men toen allerlei kleine steunzenders geplaatst, die voldoende waren om 20, 30 tot 40 meter te overbruggen. Dat is niet zo’n grote cirkel als de cirkel waarover wij het nu hebben. Niet voor niets is daarna besloten om er in den lande een heel groot aantal zendmasten bij te bouwen. Dit is een heel technisch praatje, maar hier komt het in wezen op neer. Even voor de duidelijkheid: C2000 is en blijft gewoon een geweldig systeem. Het werkt goed, maar niet in het gebied in Rotterdam waarover wij het nu hebben. Daar werkt het niet en dat is onbestaanbaar. Wij mogen dat niet accepteren.

De heer Van Raak (SP): Nog even kort: wij hebben een democratisch probleem, want er wordt over bewoners heen gewalst die een goed alternatief bieden, en er is een technisch probleem dat ineens uit de hoge hoed is getoverd. Eerst waren er heel andere problemen, maar die zijn allemaal weerlegd en nu komt de minister met een technisch probleem. Ja, de minister heeft onderzoek gedaan.

De voorzitter: Wat is uw vraag aan de heer Brinkman?

De heer Van Raak (SP): Waarom is de heer Brinkman niet bereid tot het laten onderzoeken of het argument van de minister hout snijdt? Dat kan in heel korte tijd. De minister heeft heel vaak argumenten genoemd. Die zijn allemaal weerlegd. Nu komt zij met een nieuw argument. Wat is erop tegen om na te gaan of dat hout snijdt? Ik denk dat dit geen hout snijdt. Als dit niet zo is, kan de bouw heel snel beginnen.

De heer Brinkman (PVV): Ik heb er twee argumenten voor, zoals ik in mijn inbreng al duidelijk heb gemaakt. Ten eerste wil ik geen vertraging en ten tweede heeft de minister al die argumenten weerlegd. Daar heeft zij haar eigen argumenten voor gegeven, technische argumenten. Ik heb geen reden om daaraan te twijfelen, maar ik wacht het antwoord van de minister graag af. Als er een locatie met de zelfde technische kwaliteiten is en de bewoners daarmee tevreden zijn, ben ik net als u heel blij. Dan kunnen wij dat vandaag meteen aftikken.

Voorzitter: Van Raak

Mevrouw Griffith (VVD): Voorzitter. Ik zal niet te veel in herhaling treden, maar wil beginnen met zeggen dat ik mij heel goed kan voorstellen dat je je zorgen maakt als je in een dichtbevolkt gebied met veel crèches en scholen woont en daar een zendmast wordt geplaatst. Ik kan mij de emotie van de bewoners dus heel goed voorstellen. Zij hebben niets met «not in my backyard» te maken; die mensen maken zich zorgen om gezondheidsproblemen vanwege straling. Die mensen denken puur: mijn hemel, ik woon hier, wat gebeurt er, waar zijn zij mee bezig, maken zij wel de goede afweging? Anderzijds is de VVD-fractie er een groot voorstandster van dat het veilig is in Nederland en dat ervoor wordt gezorgd dat alle diensten die betrokken zijn bij rampenbestrijding en crisisbeheersing, goed bereikbaar zijn. Er moet goed contact mogelijk zijn tussen de brandweer, de politie en de ambulance. Alle diensten moeten goed bereikbaar zijn. Daarom moeten er in het land natuurlijk zendmasten worden geplaatst. De veiligheid van ons allen gaat voor, vind ik, al heb ik tegelijkertijd begrip voor de gevoelens van burgers.

Voorgesteld is om de zendmast in de Sporendriehoek, braakliggend terrein, met ongeveer 250 meter te verhogen, zodat het bereik beter zou zijn. Wil de minister daar nader op ingaan?

De onafhankelijke positie van HEC wordt in de stukken die wij hebben ontvangen, betwist. Wil de minister daarover ook iets meer zeggen?

Ik herken het handoverargument. Als ik van Amsterdam naar Den Haag en terug rijd om in de Tweede Kamer te werken, valt mijn verbinding altijd bij het zelfde punt bij Wassenaar weg. Ik vraag mij vaak af wat er aan de hand is en of ik word afgeluisterd. Waarschijnlijk is dat het handoverprobleem. Blijkbaar is Nederland niet geheel gedekt en zijn er verspreid over het land zendmasten die het van elkaar moeten overnemen, waardoor gebieden ontstaan waarin de verbinding valt en je opnieuw moet beginnen. Hoe zwaar weegt dat argument als ik daar als gewone beller en niet eens als medewerker van een hulpdienst last van heb? Ik hoor dit graag in de afweging die de minister geeft.

Het is natuurlijk van belang dat een overheid zorgvuldig besluiten neemt. Dat is een kwestie van behoorlijk bestuur. Vindt de minister dat er in dit geval voldoende overlegd is met vooral de bewoners, maar ook en in het bijzonder met de gemeenteraad en de deelraad? De deelraad heeft blijkbaar gezegd dat hij onvoldoende geïnformeerd een contract heeft getekend waar hij niet helemaal achter staat. Wil de minister daar expliciet op ingaan?

Mijn fractie vindt dat de beslissing dat zendmasten zonder vergunning moeten kunnen worden geplaatst, onveranderd moet blijven. Er zijn al 460 zendmasten en er moeten er nog 40 worden geplaatst. Mijn fractie is niet voornemens om daar iedere keer over van gedachten te wisselen in de Kamer. Zij is dus nog steeds een groot voorstandster van het vergunningsvrij houden van zendmasten.

Voorzitter: Griffith

Antwoord van de minister

Minister Ter Horst: Voorzitter. Wij spreken vandaag over de plaatsing van een van de masten die van groot belang zijn voor het C2000-netwerk. Ik geloof dat iedereen, in ieder geval de leden van de Kamer zelf, maar ook de mensen op de publieke tribune, zich goed realiseert wat het belang van C2000-masten is voor de veiligheid van de werkers bij de politie, de brandweer et cetera en dus ook voor de veiligheid van de inwoners van Nederland. Het is regelmatig voorgekomen dat leden van de Kamer mij met nadruk hebben gevraagd hoe het met het C2000-netwerk stond, of dat al klaar was en, zo nee, waarom niet en waardoor er vertraging was opgelopen enzovoort. Dat heeft ertoe geleid dat de Kamer op mijn voorstel heeft besloten om de plaatsing van C2000-masten vergunningsvrij te maken. Dit heeft een aantal van u genoemd. De reden om dat te doen, was dat de plaatsing zo snel en adequaat mogelijk tot stand kon komen.

Hoe is het in Rotterdam gegaan? Welke procedure wordt er gevolgd, waardoor de lokale bevolking bij een besluit om een mast te plaatsen wordt betrokken, terwijl dat vergunningsvrij mag? Normaliter is de procedure dat een voornemen tot plaatsing van een C2000-mast in huis-aan-huisbladen wordt vermeld. Als er dan reacties van bewoners komen, volgt er een voorlichtingsavond. In Delfshaven is er op dat punt iets fout gegaan. De start van de procedure was ongelukkig, maar er heeft wel een melding in een huis-aan-huisblad gestaan, al stond daarin de verkeerde locatie genoemd. Daar kwamen geen reacties op, dus werd er gedacht dat de plaatsing van een mast geen enkel probleem opleverde en is men met de voorbereidende werkzaamheden begonnen. Dat is natuurlijk fout geweest en heeft het vertrouwen van de bewoners in de overheid niet doen toenemen, maar er is met alle macht geprobeerd om dat goed te maken. Toen bleek dat er weerstand tegen de bouw bestond, is die stilgelegd en heeft de vtsPN, dus de organisatie binnen de politie die hiervoor verantwoordelijk is, in september 2008 alsnog een informatieavond georganiseerd. De heer Çörüz heeft gevraagd wat er vervolgens is gebeurd. Het actiecomité en de raadsleden zijn bij de vtsPN geïnformeerd over de radiotechnische achtergronden. Dat was in oktober 2008. Het actiecomité is naar aanleiding van zijn klachten door Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gehoord. Dat was in november 2008. De voorkeur van de bewoners, namelijk voor de Sporendriehoek in plaats van de Suze Groeneweglaan, is onderzocht door HEC – ik kom zo meteen op dat onderzoek terug – en door het Institute for Wireless and Mobile Communications. Dat was in februari 2009. De klacht van de bewoners is in maart 2009 zorgvuldig en uitvoerig gemotiveerd beantwoord. Alle informatie is openbaar gemaakt en ter inzage gelegd in april 2009 en de bewoners zijn in die zelfde maand per brief geïnformeerd over de uitkomsten. Dat zijn de activiteiten die zijn verricht om de bewoners te informeren en te betrekken bij de plaatsing van de mast.

De heer Van Raak heeft een aantal zaken genoemd die zijn gebeurd. Mij lijkt het allerbelangrijkst dat HEC, dus Het Expertise Centrum, uitgebreid onderzoek heeft gedaan naar verschillende locaties. Een aantal van u heeft daarnaar gevraagd. Ik wil nadrukkelijk niet dat de indruk ontstaat dat er een locatie was bedacht, de Suze Groeneweglaan, en dat er toen is gezegd: dat is een mooie plek, daar gaan we die mast neerzetten. Zo is het absoluut niet gegaan. De vtsPN heeft ook de verantwoordelijkheid om die locatie te vinden die de minste hinder oplevert voor omwonenden of andere betrokkenen. Om dat objectief te staven, is opdracht gegeven aan HEC om na te gaan hoe de vtsPN tot haar keuze is gekomen en of de vtsPN naar redelijkheid ook tot een andere keuze of tot een andere oplossing had kunnen komen. In de samenvatting van het HEC-rapport lees ik: «ten aanzien van de gevraagde vergelijking van de locaties Suze Groeneweglaan en Sporendriehoek is het enige, maar beslist doorslaggevende argument tegen laatstgenoemde locatie de onvoldoende netwerkkwaliteit in het verzorgingsgebied, de binnenstad van Rotterdam. Juist de zogeheten handoverkarakteristiek in vitale delen van de binnenstad is bepalend voor deze negatieve kwalificatie van de locatie Sporendriehoek. De geproduceerde dekkingsgraad is minder bepalend. De netwerkfunctionaliteit geproduceerd vanuit de locatie Suze Groeneweglaan voldoet wel aan de eisen.» Deze onafhankelijke beoordeling door HEC is voor mij een heel belangrijk argument geweest om te zeggen dat de vtsPN zorgvuldig haar werk heeft gedaan. Er is naar andere locaties gekeken. Ik geloof dat er zelfs na tientallen locaties is gekeken. Uiteindelijk bleven er twee over: de Suze Groeneweglaan en de Sporendriehoek. De samenvatting is er klip-en-klaar over: Sporendriehoek geeft onvoldoende netwerkkwaliteit, mocht de mast daar worden geplaatst. Ik ben evenmin als de heer Van Raak deskundig op deze materie. Dat wil ik ook helemaal niet zijn. Ik moet mij kunnen baseren op de medewerkers van de vtsPN, maar ook op het onderzoek dat door HEC is gedaan.

De heer Van Raak (SP): Voorzitter. Ik heb twee vragen. De eerste betreft de vraag wie er waarvan op de hoogte was. De scholen zijn in ieder geval niet op de hoogte gesteld. Zij zijn bij het proces helemaal niet betrokken. Verder zei wethouder Bolsius op 10 juli 2008 tegen de gemeenteraad: «Ik was in het geheel niet op de hoogte.» De deelgemeentevoorzitter Jacobs schreef in een brief van 22 september 2008: «Wij werden voor een voldongen feit geplaatst.» Hoe is dat democratische proces verlopen? De minister zegt goed, maar de mensen die het betreft, zeggen dat dit niet zo is. De minister zegt dat HEC samen met het Twente Institute for Wireless and Mobile Communications het onderzoek heeft uitgevoerd. Dat is niet waar. Een onderzoeker van HEC werkte ook bij het instituut. Dat is wat er aan de hand is en meer niet. HEC heeft geen technisch onderzoek gedaan naar de vraag of het handoverprobleem opgelost kan worden. Er zijn twee standaardmasten bekeken, maar er zijn veel meer masten denkbaar. Dat onderzoek is niet gedaan. Er is niet gekeken of een hogere antenne het beter kan doen, of dat beter richten het goed zou kunnen doen. Er is niet gekeken naar een andere antenne, naar een andere verbinding met andere masten, een andere hoek, naar de mogelijkheid om te sleutelen aan andere masten, zodat er een andere antenneconfiguratie kan komen. Dat technische onderzoek is niet gedaan. Er is dus één medewerker die ook bij het instituut werkt en die er alles vanaf weet, maar het instituut zelf heeft het onderzoek niet gedaan. Er is niet gekeken of het probleem technisch kan worden opgelost. Er is gewoon sec gekeken naar twee standaardmasten en meer niet. Dat onderzoek wil ik graag alsnog gedaan hebben, zodat wij weten of de technische problemen de wereld uit geholpen kunnen worden. Ik denk namelijk van wel. Ik stel dus een vraag over de democratie en over de techniek.

Minister Ter Horst: Waar het gaat over «de democratie», hebt u het over de gemeenteraad en de deelgemeenteraad. De deelgemeente heeft op 20 april 2009 het volgende geschreven: «Allereerst onderschrijven wij het eindoordeel. Gezien de omstandigheden is de locatie Suze Groenewegiaan de minst slechte locatie voor de C-2000 mast in de deelgemeente Delfshaven, geredeneerd vanuit het aangegeven zoekgebied».

Burgemeester en wethouders Rotterdam hebben op 14 april 2009 aan de gemeenteraad geschreven: «De uitspraak van het ministerie van BZK en de achterliggende gegevens beschouwend, concluderen wij dat BZK moeite gedaan heeft de handelingen en beoordelingen van de vtsPN in deze zaak op een zorgvuldige wijze te beoordelen. Het aangevraagde, onafhankelijk advies ondersteunt dit. Met de uitspraak van het ministerie van BZK hebben de bewoners een duidelijker inzicht gekregen in de werkwijze, afwegingscriteria en afwegingen van de vtsPN, naast de verstrekte informatie op de twee voorlichtingsavonden.» In ieder geval is het handelen van BZK in de ogen van burgemeester en wethouders van Rotterdam voldoende geweest. Daarnaast heeft de directeur van de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond – dat is nog niet gezegd, maar ik wil het toch zeggen – op 16 april 2009 aangegeven: «De Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond acht het niet verantwoord dat andermaal de realisatie van goede communicatie in het centrumgebied van Rotterdam met wederom circa één jaar wordt vertraagd en wil het daarmee verbonden operationele risico niet langer voor haar rekening nemen». Met andere woorden: uitstel op dat punt is volstrekt onverantwoord. Dat is een opmerking over de procedure.

Wat de alternatieven betreft, is er gekeken naar de mogelijkheid om ... Ik moet het even opzoeken, want het gaat om allerlei technische dingen.

De voorzitter: De heer Van Raak heeft twee vragen gesteld. Vindt u het goed om het punt van de democratie af te ronden? Dan kunnen we daarna overgaan op de technische vraag. De heer Van Raak heeft nog een interruptie op het punt van de democratie.

De heer Van Raak (SP): Nog even over de democratie. De minister komt met een aantal citaten. Natuurlijk moet de mast er snel komen. Hij had er allang kunnen staan, in de Sporendriehoek. Op dit moment zijn de gemeenteraden tegen. Het vorige oordeel was gebaseerd op oude informatie. Wij hebben nu nieuwe informatie en wij hebben nog nieuwe informatie nodig, maar op dit moment zegt de gemeenteraad: wij moeten het niet doen. Dat zegt ook de PvdA-fractie in de gemeenteraad. Hoe kan de minister dan volhouden dat de procedure democratisch helemaal op orde is? De gemeenteraden gaan er niet over. Dat is het probleem.

Minister Ter Horst: Dat lijkt mij wel een belangrijke constatering.

De heer Van Raak (SP): De minister kan hier niet zeggen dat de gemeenteraden voor zijn, want dat zijn zij niet.

Minister Ter Horst: Nee, voorzitter. Dat heeft de minister ook niet gezegd. Ik heb niet gezegd dat de gemeenteraden voor waren. Ik heb geciteerd uit brieven van de deelgemeente, uit een brief van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, en uit een uitspraak van de directeur van de Veiligheidsregio. Ik heb niets gezegd over wat de gemeenteraad of de deelgemeenteraad ervan vindt, maar vergunningsvrij bouwen is vergunningsvrij bouwen en dat betekent dus dat de gemeenteraad hierin geen enkele formele positie heeft. De Kamer heeft gevraagd om ervoor te zorgen dat de bewoners goed geïnformeerd zijn, maar er is een groot verschil tussen informatie geven en inspraak verlenen. Vergunningsvrij bouwen betekent dat er geen inspraak is van de bewoners en dat die bewoners formeel dus geen enkele positie hebben. Dat heeft de Kamer geweten toen zij besloot om toe te staan dat er vergunningsvrij zou worden gebouwd. Of de heer Van Raak daar nu gelukkig mee is of niet, is aan hem ter beoordeling. Ik handel op basis van de wet- en regelgeving die nu geldt en conform die wet- en regelgeving hebben wij zorgvuldig gehandeld.

De voorzitter: Hebben wij dit punt nu afgerond? Dan wil ik er straks niet meer op terugkomen en gaan wij nu over op de technische punten.

Minister Ter Horst: Prima. Er is gesuggereerd om de mast neer te zetten in de Sporendriehoek. Dat is onvoldoende. Ik geloof dat iedereen het daarover eens is. Met name de handoverproblematiek kan niet alleen maar met een mast daar worden opgelost. Dat betekent dat er nog een ondersteunende mast zou moeten komen. Die moet echter ook ergens geplaatst worden, en dat zou ongetwijfeld weer in bebouwd gebied moeten gebeuren, waardoor je weer in dezelfde problematiek terechtkomt: daar wonen ook weer mensen. Dat is ook de vraag die de heer Brinkman stelde. Stel dat er een compromis komt, wat zou dat dan betekenen en wat voor rechtsgevolgen heeft dat? Als je niet deze plek zou kiezen, maar een andere plek, dan zijn er weer andere bewoners die zich daartegen zouden kunnen verzetten. Overigens heeft het nog een ander gevolg. Als ten aanzien van deze mast besloten wordt om een andere procedure te volgen, dan schept dat een precedent voor de bouw van alle nog te plaatsen masten. Dan zou iedereen in Nederland die het daar niet mee eens is, kunnen zeggen: ja, maar in het geval van Rotterdam hebt u ook besloten om in verband met de protesten die er waren een andere keuze te maken. Dan zouden wij bij alle nog te bouwen masten dezelfde procedure moeten volgen en daarvan heeft de Kamer nu juist gezegd: dat gaan wij niet doen, want het is vergunningsvrij.

De heer Van Raak (SP): Ik heb een vraag over het gevaar dat iedereen gaat zeuren. Ten eerste is het geen zeuren en ten tweede is hier sprake van een unieke situatie ...

Minister Ter Horst: Ook dat zijn uw termen, mijnheer Van Raak.

De heer Van Raak (SP): Het zijn mijn termen, dat klopt. Wij moeten af en toe vertalen. Iedereen gaat protesteren, vooruit. Dat is niet altijd het geval. Dit is een unieke situatie. Wat deze situatie vooral uniek maakt, is dat er een alternatief is. Al pratend over het probleem gaat de minister speculeren. Misschien moeten er dan steunmasten komen. Misschien kan er een compromis komen. Ik wil dat «misschien» weghalen. Ik wil dat er een onafhankelijk onderzoek komt door TNO of door een ander, om te bezien welke hulpmiddelen er nodig zijn, wat voor soort masten het probleem kunnen oplossen, hoe het technische probleem kan worden opgelost. Dat is nu dus nog niet voldoende bekeken. Dat moeten wij eerst doen en dan kunnen wij pas een goed besluit nemen. Wij moeten dat zo doen, omdat wij zo slecht begonnen zijn. Daarom moeten wij dit proces goed afronden.

Minister Ter Horst: De heer Van Raak zegt dat er in andere gevallen geen alternatieven waren. Nee, je zou kunnen constateren dat de plaatsing in al die andere gevallen waarin een mast reeds geplaatst is, zonder problemen is verlopen. Ook in Rotterdam zijn vier van de vijf masten die er geplaatst moeten worden, zonder problemen geplaatst. Dit is in die zin een bijzondere situatie. Ik denk dat het verstandig is om die situatie ook bijzonder te houden. Anders zitten we hier elke week te praten over een volgende mast ergens in Nederland, in plaats van dat wij hier praten over het nieuwe politiebestel. Dat moeten wij niet willen.

De heer VanRaak (SP): Is de minister bereid dat onderzoek te laten doen?

Minister Ter Horst: Die technische alternatieven. Er is gekeken naar de mogelijkheid van plaatsing op het dak van een flat. Dat bleek niet mogelijk te zijn, omdat de holle betonplaten niet geschikt zijn voor het stormvast monteren van vijftien meter hoge antennes. Er zouden kostbare en complexe aanpassingen nodig zijn aan het dak. Bovendien moeten alle bewoners van de particuliere flat hiermee instemmen en dat lijkt een onmogelijke opgave. De plaatsing op het dak is dus in ieder geval geen alternatief.

Ten aanzien van het voorstel van de heer Van Raak om een steunmast neer te zetten, heb ik bij de vtsPN geïnformeerd naar de mogelijkheden. De vtsPN heeft aangegeven dat het plaatsen van een steunmast betekent dat er opnieuw in bebouwd gebied een mast moet worden geplaatst. Dan komen wij dus weer in de situatie terecht dat daar mensen wonen en dat de voorgenomen plaatsing problemen geeft. Dat lost het probleem dus niet op. De heer Van Raak biedt valse hoop aan de bewoners. Alle mogelijkheden zijn al bekeken en toch suggereert hij dat door een nieuw onderzoek een andere oplossing zou worden gekozen. Als u aan deze bewoners valse hoop geeft, mijnheer Van Raak, dan kan dat betekenen dat er elders een steunmast moet worden geplaatst en dat wij hier over drie weken weer zitten, zij het niet met deze bewoners op de publieke tribune, maar met de bewoners van een andere buurt in Rotterdam waar die steunmast geplaatst moet worden. Dan schieten wij niets op.

Mevrouw Kuiken (PvdA): Voorzitter. Wat de steunmast betreft, heeft de minister mij wel overtuigd. Er zijn termen genoemd als minizenders en steunzenders. Dat is geen haalbare kaart, dat is duidelijk. Dat was mij ook al duidelijk naar aanleiding van de vragen.

Een andere vraag van mij is nog onbeantwoord. Er zijn nu twee soorten antennes onderzocht, maar KPN en gsm kennen heel andere antennes, die nieuwer en moderner zijn. Die zouden wellicht toch op de locatie Sporendriehoek geplaatst kunnen worden en een goed alternatief kunnen bieden. Kan de minister mij daarop heel specifiek antwoord geven?

Minister Ter Horst: Als wij niet oppassen, lijken wij straks allemaal techneuten. Ik weet dat niet. Wij moeten even nagaan of de ambtenaren die hier achter de tafel zitten het wel weten. Ik zal straks proberen om daar antwoord op te geven. Ik weet niet welk soort masten HEC onderzocht heeft. HEC is mogelijk uitgegaan van masten van een eerdere lichting dan de masten waar mevrouw Kuiken het nu over heeft, dat weet ik niet. Dat zullen wij zo meteen horen. In ieder geval zegt HEC van de onderzochte masten in de samenvatting: «Het is kortom niet mogelijk noch verantwoord, het opstelpunt in de Sporendriehoek te lokaliseren.» Dat is de conclusie die HEC trekt. Dat is op basis van deze masten en wij zullen zo even kijken of er een nieuwe lichting masten is, waarover de conclusie anders uitvalt. Ik neem aan dat HEC is uitgegaan van de laatste serie masten, maar zeker weten wij het niet.

De voorzitter: De minister komt hier nog op terug.

De heer Van Raak (SP): Misschien komen wij eruit. Ik heb nooit gepleit voor een mast op het dak en ik heb ook nooit gepleit voor steunmasten. De minister zegt dat nu, maar daar heb ik nooit voor gepleit. Er is ooit een discussie geweest over steunmasten om de dekkingsgraad te verhogen, maar de dekkingsgraad is met 99% op orde. Wij hebben het dus helemaal niet over steunmasten. Wij hebben het over het feit dat HEC, dat ik niet onafhankelijk genoeg vind, twee standaardmasten heeft bekeken, terwijl er heel veel masten zijn. Er zijn veel betere masten die veel handiger gebruikt kunnen worden. Is de minister bereid dat te onderzoeken? Is de minister bereid om liefst een ander instituut dan HEC te laten onderzoeken of er andere masten zijn die het handoverprobleem kunnen oplossen? Dan zijn wij er uit voor vandaag. Dan kan het onderzoek gedaan worden en kunnen wij daarover weer met elkaar spreken.

Minister Ter Horst: Voorzitter. Dat is onderzocht. De zendmast is een zogenaamde Tetratechniek en daarvoor zijn nog geen alternatieve antennes. Tetratechniek is dé C2000-techniek en daar kan niet van worden afgeweken. Er is dus gekeken of het mogelijk is om de antennes van ander materiaal te maken, zeg ik in antwoord op vragen van mevrouw Kuiken. Er is naar gekeken of het mogelijk is om zendmasten te maken van een zodanig materiaal dat de problemen die zich voordoen met deze techniek niet zouden optreden, en het antwoord daarop is dat dit niet het geval is. Dus dat zou betekenen dat je altijd te maken krijgt met een constructie die een steunmast vereist. De nadelen daarvan heb ik genoemd.

De heer Heemelaar (GroenLinks): Ik heb het wel over die flat gehad en daar ga ik nu ook op door. Ik heb niet voor niets gezegd dat de minister in overweging kan nemen om dat dak te huren van die flat. Dat heb ik met opzet zo geformuleerd. Dan kan de mast vergunningsvrij geplaatst worden op een door de regering, door de minister of door weet ik veel wie gehuurd dak. Ik kan mij niet voorstellen dat die holle dakplaten op dat moment niet vrij simpel te vervangen zijn door een stevigere constructie die wel een mast kan dragen. Ik zou toch opnieuw kijken of dat een alternatief is, want daar is wel degelijk draagvlak voor bij de bewoners.

Minister Ter Horst: Ik begrijp de poging die wordt gewaagd om een bijdrage te leveren aan de oplossing van de onvrede van de bewoners. Uiteraard waardeer ik die ook. Ik denk ook dat wij reëel moeten zijn en dat wij niet hier oplossingen moeten gaan bedenken die al zijn bekeken. Wij moeten niet het beeld vormen dat, als wij er nog een keer naar kijken, het probleem wel op te lossen is. Volgens mijn informatie is plaatsing op het dak van de flat niet mogelijk. Als het hele dak wordt vervangen, is het misschien wel mogelijk dat er zo’n ding op wordt gezet. Wij moeten echter ook reëel zijn. Dat brengt allemaal kosten met zich mee. Die gaan wij niet betalen, ook niet omdat wij dat niet kunnen. Ik acht het ondenkbaar dat er een heel dak van een flat wordt veranderd terwijl van te voren niet bekend is of het mogelijk is om daarop zo’n zware mast te plaatsen die bij storm niet mag omvallen. De aanpassingen die daarvoor nodig zijn, zijn buitengewoon kostbaar en complex.

De voorzitter: Bent u tevreden, mijnheer Heemelaar?

De heer Heemelaar (GroenLinks): Nee. Ik vind het antwoord wel duidelijk, maar ik ben er niet tevreden mee. Ik vind het jammer dat die kans niet wordt gegrepen.

Mevrouw Kuiken (PvdA): Ik wil de zaak heel duidelijk hebben. Het gaat natuurlijk om het maken van een keuze die recht doet aan alle gegevens die op tafel liggen. Heb ik goed begrepen dat wat betreft de locatie Sporendriehoek een andere mast dan beschikbaar in het Tetrasysteem niet mogelijk is?

Minister Ter Horst: Mijn informatie is dat er geen alternatieven zijn voor het gebruik van de Tetratechniek voor C2000-masten.

Mevrouw Kuiken (PvdA): Dus hoewel de gsm’s en KPN’s van deze wereld al allerlei andere antennes gebruiken, kunnen wij die niet gebruiken?

Minister Ter Horst: Voor dit soort antennes kunnen die niet worden gebruikt, is mijn informatie.

Mevrouw Kuiken (PvdA): Wie heeft dat bepaald of waar blijkt dat uit?

Minister Ter Horst: Die vraag is aan de leveranciers voorgelegd en die hebben dat gemeld. Dat zouden toch degenen moeten zijn die dat weten. Zij moeten de mast maken.

De heer Van Raak (SP): Wij moeten wel de dingen zeggen zoals zij zijn. Het Expertise Centrum heeft niet alle alternatieven bekeken. Dat is gewoon onwaar. Als het zo is dat er met alle geweld een Tetra-antenne nodig is – dat neem ik aan, dat kan niet anders – is het ook nog een feit dat er heel veel verschillende Tetra-antennes zijn. Bij mijn weten zijn niet alle Tetra-antennes bekeken. Wij kunnen het vanmiddag met zijn allen zo ingewikkeld maken als wij willen, maar de enige oplossing is dat dit wordt uitgezocht.

De voorzitter: Dus u herhaalt uw verzoek aan de minister om een onderzoek te doen?

De heer Van Raak (SP): Ik wil ook weten of, als er per se met een Tetra-antenne moet worden gewerkt, alle Tetra-antennes zijn bekeken. Ik maak mij sterk dat dit bepaald niet het geval is.

Minister Ter Horst: Als wij er nu even vanuit gaan dat het uitgangspunt van mij en van de vtsPN is om een mast te plaatsen op een plek waarop de hinder zo gering mogelijk is, dat vele alternatieven voor plaatsing zijn nagegaan en dat is gekeken of er ander materiaal is zodat een plaatsing op een plek die minder hinderlijk is mogelijk zou zijn, moeten wij echt tot de conclusie komen dat het niet kan. Wat de heer Van Raak doet, is voortdurend vragen om nieuw onderzoek. Hij wil immers weten of er geen andere Tetra-antennes zijn waarmee het misschien mogelijk is. Ik ben tot alles bereid. Als het mogelijk is om een antenne te plaatsen in de Sporendriehoek, zal ik dat graag doen. Dat zou betekenen dat de bewoners in de omgeving van de Suze Groeneweglaan van hun probleem af zijn.

Mijn informatie is dat alles is nagegaan, dat er onderzocht is of er andere antennes kunnen worden geplaatst en of er met steunzenders kan worden gewerkt. Ik ben best bereid om de specifieke vraag te beantwoorden of er nog andere materialen zijn waarvan die masten kunnen worden gemaakt zodat de handoverproblematiek tot nul wordt gereduceerd, zodat het verantwoord is om die mast met dat nieuwe materiaal daar in de Sporendriehoek neer te zetten. Wij zouden dat binnen een paar dagen moeten doen. Ik ben er echter niet toe bereid om, als die mogelijkheden er niet zijn, af te zien van de locatie Suze Groeneweglaan. Ik ben er ook niet toe bereid om allerlei steunzenders te plaatsen op plekken waar wij opnieuw met andere bewoners discussies krijgen over de vraag of die steunzender daar moet komen of niet. Laten wij het onderzoek ertoe beperken dat wij nagaan of het mogelijk is om een andere Tetrazender in de Sporendriehoek neer te zetten die voldoende garantie biedt voor adequate communicatie die nodig is voor de medewerkers van brandweer, politie enz.

De voorzitter: Mijnheer Van Raak, ik kan mij niet voorstellen dat u dit negeert.

De heer Van Raak (SP): Ik ben bijna tevreden. Ik wil de minister bijna dank zeggen, maar dus bijna. Ik ben natuurlijk niet diegene die telkens om onderzoek vraagt. Het is telkens de minister die met andere argumenten komt. Dat is de reden dat er moet worden onderzocht. Ik ben ontzettend blij als dat gebeurt. Ga nu eens na of de zender zodanig kan worden aangepast dat deze werkt in de Sporendriehoek. Dat is natuurlijk geen steunzender. Die heeft met de dekkingsgraad te maken, terwijl het hier over iets heel anders gaat. Ga dat onderzoek doen. Ik zie naar de uitkomst uit. Wij hebben dan nog één dilemma, namelijk dat de vtsPN, de voorziening tot samenwerking Politie Nederland, de instantie is die deze dingen gaat plaatsen en die daarvoor verantwoordelijk is. De vtsPN is echter eigenlijk ook op dit moment de enige die dit kan onderzoeken, die de nodige informatie kan geven. Dat is toch een beetje de slager die zijn eigen vlees gaat keuren. Kan het onderzoek op een zodanige wijze worden uitgevoerd dat het onafhankelijk genoeg is?

Minister Ter Horst: Ik voel er niets voor om de vtsPN, die dit proces heel zorgvuldig volgt, in het verdachtenbankje te zetten en te stellen dat die niet in staat is om een objectieve beoordeling te maken. Daar ga ik dus niet in mee. Uiteraard zal de vtsPN, waar zij zelf niet over deskundigheid beschikt om te kunnen oordelen, deze vragen aan mensen die daar wel toe in staat zijn. Ik zal de bronvermelding, dus waar de informatie vandaan komt, aan de Kamer geven. Nogmaals, ik voel er niets voor om de vtsPN onder een soort curatele te plaatsen omdat niet iedereen tevreden is met het resultaat van de werkzaamheden die zij heeft verricht.

De heer Brinkman (PVV): Ik ben het helemaal eens met wat de minister zei. Kan zij aangeven hoe lang dit gaat duren? Binnen welke korte periode, van bijvoorbeeld een paar weken, kan de Kamer het resultaat te horen krijgen en wanneer kan vervolgens de bouw beginnen?

Minister Ter Horst: Dat moet binnen een paar dagen gebeuren. De Kamer zal het met mij eens zijn dat de techniek beschikbaar moet zijn. Wij gaan geen unproven technology toepassen. Dat kunnen wij ons absoluut niet veroorloven waar het om de veiligheid gaat. De techniek moet beschikbaar zijn. Binnen een aantal dagen moet bekend zijn of dat het geval is.

Er is nog een aantal elementen niet aan de orde geweest. Mevrouw Kuiken vroeg in hoeverre is gekeken naar de belangen van scholen. Haar vraag had met name betrekking op gezondheidsaspecten. Er wordt gewerkt met zogenaamde blootstellingslimieten. Dat is een zaak van VROM en het nationale antennebeleid. De Gezondheidsraad, die daar alles van weet, adviseert ter zake van dit soort kwesties. Als wordt voldaan aan de blootstellingslimieten die door de International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP), een onafhankelijke organisatie van wetenschappers, zijn vastgesteld en door de Europese Commissie worden aanbevolen, zijn er verder vanuit gezondheidsoverwegingen geen beletselen voor de plaatsing van dit soort zendmasten. Het zal overbodig zijn om te zeggen dat dit hier niet het geval is, dus dat die belemmeringen er niet zijn.

De PvdA-fractie heeft gevraagd of het, als die mast moet worden geplaatst op de Suze Groeneweglaan, mogelijk is om de mast op te leuken, om dat rotwoord maar te gebruiken. Dat kan voor zover dat storingsvrij gebeurt. Ik heb begrepen dat een aantal masten in Nederland is opgeleukt. Ik begreep zelfs dat er een is in de vorm van een boom. Dat is boeiend allemaal. Ik moet er wel onmiddellijk bij zeggen dat dit geld kost en dat het opleuken van zendmasten een verantwoordelijkheid is van de lokale autoriteiten.

De heer Brinkman heeft gevraagd naar het compromis. Daar heb ik al op gereageerd. De handoverproblematiek is uitgebreid aan de orde geweest. Er is nog gesuggereerd dat het argument van de handover als een van de laatste argumenten naar voren is gebracht. De heer Van Raak zegt dat BZK steeds met andere argumenten komt. Ik hoop dat het mij vrij staat om daar een ander beeld van te hebben. Doordat er steeds specifiekere vragen worden gesteld, worden echter wel ook steeds specifiekere antwoorden gegeven. Dat is iets anders dan dat er steeds andere argumenten worden genoemd. Die handoverargumenten zijn al vanaf het begin van het proces genoemd. Zelfs al tijdens de voorlichtingsbijeenkomst is de handoverproblematiek aan de orde geweest. Ook TNO heeft daarop gewezen. Op verschillende punten is het al gemeld, zelfs al in 2008. Het beeld dat zou kunnen ontstaan, namelijk dat de handoverproblematiek aan het eind van het proces pas naar voren is gekomen, is denk ik niet juist.

Mevrouw Kuiken (PvdA): Als het over beelden gaat, is het altijd lastig om te zeggen wie gelijk heeft en wie niet. Ik verzoek u om in elk geval op basis van de procesbeschrijving die door de bewoners is opgesteld en de procesbeschrijving van de vtsPN en allerlei anderen toch eens bij elkaar te leggen om in elk geval het verloop van het proces kritisch te evalueren. Terugkijken heeft niet zo heel veel zin meer, maar wij kunnen wel vooruitkijken en ervan leren voor toekomstige processen.

Minister Ter Horst: Ik heb al gezegd dat er zeker in het begin van het voorlichtingsproces een fout is gemaakt. Dat is buitengewoon vervelend. Ik weet dat ook. Je moet het hebben van vertrouwen van mensen en als je een fout maakt in de procedure, wordt er al snel gedacht dat er verborgen agenda’s zijn, dat er iets wordt doorgedrukt en dat de belangen van de bewoners niet worden meegewogen. Dat dit hier is gebeurd doordat er in het begin een fout is gemaakt, begrijp ik heel goed. Wij zullen dat zeker doen, het relaas van de bewonersorganisatie en onze fact finding op dat punt naast elkaar leggen. In denk dat het sowieso goed is om voor onszelf – de vtsPN zal nog op een aantal plaatsen in Nederland dat soort masten gaan plaatsen – een draaiboek te maken met de stappen die moeten worden gezet om te voorkomen wat er in Rotterdam is gebeurd.

De voorzitter: Dan moet je wel de goede locatie doorgeven.

Minister Ter Horst: Dat wilde ik nog zeggen. Dat er uiteindelijk een locatie wordt gekozen die niet door alle betrokkenen ...

De voorzitter: Nee, ik bedoel die verkeerd gemeld staat in de krant.

Minister Ter Horst: Daar ben ik het helemaal mee eens. Dat heb ik ook gezegd. Dat is een fout die in het begin is gemaakt en dat is buitengewoon vervelend. Ook als je je procedure heel zorgvuldig uitvoert en geen fout maakt, kan het toch zijn dat de uiteindelijke keuze niet de steun heeft van iedereen. Daar kunnen wij uiteindelijk niets aan doen. Dat geeft echter eens te meer aan dat wij ervoor moeten zorgen dat de procedure foutloos verloopt en dat is hier niet het geval geweest.

De heer Çörüz (CDA): Het stuk over de blootstellingsnormen ging voor mij te snel. De mogelijke plaatsing op deze locatie is dus onderzocht op die blootstellingsnormen en er is dus geen strijdigheid met die normen? Heb ik dat goed begrepen?

Minister Ter Horst: De mast aan de Suze Groeneweglaan wordt op 50 meter van de flat geplaatst en is circa 15 meter hoger dan de flat. De limiet, die op zich ook al een veiligheidsmarge kent, wordt pas bereikt als de mast op 4,6 meter van de flat zou worden geplaatst. Als deze zo dicht bij de flat zou worden geplaatst, is er kans dat de limiet wordt overschreden. Daarmee blijft de mast ten opzichte van het flatgebouw aan de Suze Groeneweglaan onder de toegestane blootstellingslimieten van de Gezondheidsraad met betrekking tot elektromagnetische velden. Het antwoord op uw vraag is dus ja.

Ik denk dat ik alle punten die aan de orde zijn geweest, heb behandeld. Mevrouw Griffith heeft nog gevraagd hoe zwaar het argument van uitval weegt. Dat weegt natuurlijk buitengewoon zwaar. Het is al vervelend als je, zoals zij beschreef, aan de telefoon zit en de verbinding wordt verbroken. Moet u zich voorstellen wat er gebeurt als de verbinding wegvalt op het moment dat twee hulpverleners met elkaar in contact zijn. Dat kan natuurlijk buitengewoon dramatisch zijn, zeker als er informatie verloren gaat. Dat kan leiden tot verkeerde actie. Ik meen dus – ik denk dat ik de Kamer aan mijn zijde kan vinden – dat het netwerk voor het C2000-systeem volledig storingsvrij moet zijn. De hulpverleners moeten erop kunnen rekenen dat zij op alle plaatsen in Nederland verbinding met elkaar kunnen krijgen en houden.

De voorzitter: Ik zie dat alleen de heer Van Raak behoefte heeft aan een tweede termijn. Hij krijgt één minuut spreektijd.

Nadere gedachtewisseling

De heer Van Raak (SP): Voorzitter. Ik ben deels tevreden vandaag. De minister gaat onderzoeken of de technische problemen kunnen worden opgelost. Ik verwacht dat dit een goed en onafhankelijk onderzoek zal zijn. Er zijn door de minister telkens argumenten genoemd en die zijn telkens weerlegd. Er blijft nog één argument over, namelijk dat van de handover. Ik wil de minister oproepen om dit technische probleem technisch op te lossen, zodat de mast daar kan worden geplaatst waar wij die willen hebben.

De heer Brinkman (PVV): Ik heb begrepen dat het geen onderzoek is, maar dat de minister gewoon gaat kijken welke mogelijkheden er zijn. Ik hoop dat wij binnen een week van haar te horen krijgen wat het gaat worden.

Minister Ter Horst: Voorzitter. De heer Van Raak verwoordt niet wat ik heb gezegd. Hoe zeer mij dat ook spijt, ik moet hem op dat punt corrigeren. Ik heb niet gezegd dat ik een onderzoek ga doen. Ik heb ook niet gezegd dat ik een onderzoek ga doen naar de technische mogelijkheden die er zijn als alternatief. Wat ik ga doen, is kijken of er op de markt andere Tetra-antennes beschikbaar zijn die plaatsing in de Sporendriehoek mogelijk zouden maken, waar de plaatsing van de Tetra-antenne die is onderzocht niet mogelijk was omdat die niet de kwaliteit biedt die wij nodig hebben.

Toezeggingen

– De minister onderzoekt of er op de markt andere Tetra-antennes beschikbaar zijn die plaatsing in de Sporendriehoek mogelijk zouden maken, waar plaatsing van de Tetra-antenne die is onderzocht niet mogelijk was omdat die niet de kwaliteit biedt die nodig is. Zij informeert de Kamer binnen een week over de uitkomst hiervan.

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Leerdam

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Van Leiden


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Beek (VVD), Halsema (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Gerkens (SP), Sterk (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter, Griffith (VVD), Boelhouwer (PvdA), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Heijnen (PvdA), Bilder (CDA) en Anker (ChristenUnie).

Plv. leden: Teeven (VVD), Heemelaar (GroenLinks), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Smilde (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Aptroot (VVD), Zijlstra (VVD), Vermeij (PvdA), Van Gerven (SP), Heerts (PvdA), Çörüz (CDA), Remkes (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Timmer (PvdA), De Wit (SP), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Van Haersma Buma (CDA), Cramer (ChristenUnie) en Knops (CDA).

Naar boven