25 122
Regeling voor de totstandkoming van een gemeentelijk werkfonds voor voorzieningen ter bevordering van de toetreding tot het arbeidsproces van langdurig werklozen en jongeren (Wet inschakeling werkzoekenden)

nr. 4
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 28 november 1996

In reactie op de eerdere toezending van het rapport «Evaluatie JeugdWerkGarantiewet» heeft de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid gevraagd om alsnog een kabinetsstandpunt aan de Kamer te doen toekomen. Aan dat verzoek wordt hierbij voldaan.

In opdracht van het ministerie van SZW heeft het Nederlands Economisch Instituut in de periode mei tot oktober 1995 het Activerend Arbeidsmarktbeleid voor Jongeren (AAJ) en de Jeugdwerkgarantiewet (Jwg) opnieuw geëvalueerd. De uitkomsten van dit onderzoek hebben een belangrijke rol gespeeld bij de vormgeving van het werkgelegenheidsbeleid met betrekking tot jongeren in het voorstel voor de Wet inschakeling werkzoekenden (Wiw). Bij de kabinetsreactie op het evaluatieonderzoek kan dan ook op de hieronder volgende punten worden verwezen naar dit wetsvoorstel dat u gelijktijdig wordt aangeboden.

Doel van de Jwg was en is om aan alle werkloze jongeren onder de 21 jaar en werkloze schoolverlaters onder de 23 jaar na een half jaar, of na uiterlijk een jaar werkloosheid een garantie te bieden op een baan, of voor de jongeren die door persoonlijke kenmerken nog niet op een garantieplaats kunnen worden geplaatst een voorbereidingsovereenkomst. Op deze wijze wordt de jongeren een garantie op een inkomen geboden, niet door een uitkering maar door een gesubsidieerde baan. Voor de Jwg geldt een sluitende aanpak.

Uit de evaluatie komt naar voren dat het aantal langdurig werkloze jongeren (langer dan een jaar werkloos) door de Jwg drastisch is afgenomen. Het bereik van de Jwg is ten opzichte van de eerder onderzochte periode ook toegenomen.

Niettemin is vastgesteld dat een aantal jongeren dat in de Jwg op een garantieplaats of in de voorbereidingsfase geplaatst zou moeten zijn niet in de Jwg is terechtgekomen, terwijl daartegenover van een aantal jongeren in de Jwg kan worden gesteld dat deze jongeren met meer inspanning in de eerste periode van de werkloosheid niet in de Jwg hadden behoeven te komen. In de WIW wordt op de gevolgtrekking hieruit ingegaan in paragraaf 2.3. van de Memorie van Toelichting.

Eén van de grote problemen in de eerste fase van het functioneren van de Jwg was de leegloop, dat wil zeggen jongeren die wel een dienstbetrekking hebben maar niet bij een garantieplaatsverschaffer zijn geplaatst. Bij de wijziging van 1 september 1994 is een aantal wijzigingen in de Jwg doorgevoerd om de leegloop terug te dringen. Dit heeft onder andere geleid tot de introductie van de voorbereidingsfase, de mogelijkheid om jongeren een sanctie op te leggen bij verwijtbaar gedrag alsmede tot de stopzetting van de subsidie aan de gemeenten na drie maanden leegloop. Tevens is per 1 januari 1995 de marktsector opengesteld voor de plaatsing van jongeren. Uit de evaluatie komt naar voren dat dit pakket maatregelen ertoe heeft geleid dat de leegloop in belangrijke mate is teruggedrongen, maar dat verder beleid op dit punt noodzakelijk is. In paragraaf 6.5 van de Memorie van Toelichting op het wetsontwerp Wiw wordt ingegaan op de wijze waarop het kabinet de leegloop verder wil terugdringen.

In de evaluatie wordt ingegaan op het aspect dat toegang van de Jwg in sommige gevallen kan leiden tot een zekere mate van verdringing en concurrentie- en budgetvervalsing. In paragraaf 5.5. van de Memorie van Toelichting wordt uitgebreid ingegaan op de wijze waarop het kabinet meent de verdringing en budget- en concurrentievervalsing in de Wiw binnen aanvaardbare grenzen te houden.

Belangrijke knelpunten, zoals de geringe mate van uitstroom naar werk of scholing, zijn in de achterliggende periode sterk verbeterd ten opzichte van eerdere peilingen. Door de wijze waarop in de Wiw is voorzien in de samenwerking van gemeenten en arbeidsvoorziening meent het kabinet dat de uitstroom van jongeren naar werk en scholing verder kan worden verbeterd. In de toelichting op het wetsontwerp wordt in de paragrafen 2.2 en 2.3. uitgebreid op deze aspecten ingegaan.

Naar het oordeel van veel gemeenten is de vergoeding aan de gemeenten voor de uitvoering van de voorbereidingsfase te laag. In de voorgenomen Wiw wordt aan dit bezwaar tegemoet gekomen en zal sprake zijn van een andere financieringsstructuur. In hoofdstuk 7 van de toelichting op het wetsontwerp wordt aangeven op welke wijze wordt voorzien in de bekostiging van de Wiw.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. P. W. Melkert

Naar boven