nr. 21
AMENDEMENT VAN HET LID KALSBEEK-JASPERSE C.S.
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Aan artikel 24 worden twee leden toegevoegd, luidende:
3. Indien overeenkomstig het eerste lid, artikel 15, eerste lid, onderdeel
b van toepassing is, wordt het voor de werknemer geldende minimumloon verhoogd
met een bedrag, dat onder aftrek van de op het loon in te houden loonbelasting
en premies ingevolge de sociale verzekeringswetten, leidt tot een nettoloon,
dat gelijk is aan het nettoloon, dat aan de werknemer in de arbeidsovereenkomst
met de banenpool werd betaald. Deze toeslag wordt uitsluitend voor de toepassing
van artikel 31, tweede lid, onder c, van de Wet op de loonbelasting 1964 aangemerkt
als uitkering van publiekrechtelijke aard en blijft buiten beschouwing bij
op het inkomen van de werknemer afgestemde publiekrechtelijke uitkeringen
of verstrekkingen.
4. De tweede volzin van het derde lid is van overeenkomstige toepassing,
indien in aansluiting op een arbeidsovereenkomst met de banenpool of een dienstbetrekking
als bedoeld in het eerste lid een arbeidsovereenkomst wordt aangegaan of een
ambtelijke aanstelling wordt verkregen, waarvoor op grond van een algemeen
verbindend voorschrift is bepaald, dat het aanvangsloon het voor de werknemer
geldende minimumloon is, en dit loon op overeenkomstige wijze als in de eerste
volzin van het derde lid wordt verhoogd.
Toelichting
Werknemers van wie de arbeidsovereenkomst met de banenpoolorganisatie
wordt omgezet in een dienstbetrekking op grond van artikel 4 van de onderhavige
wet, kunnen als gevolg van een wijziging van het toepasselijke belastingregime
worden geconfronteerd met een achteruitgang in nettoloon. Het nieuwe derde
lid van artikel 24 maakt het mogelijk een toeslag te verstrekken die deze
achteruitgang compenseert. Door deze toeslag voor de toepassing van artikel
31, tweede lid, onder c, van de Wet op de loonbelasting 1964 aan te merken
als een uitkering van publiekrechtelijke aard, en daarmee te brengen onder
het regime van de eindheffing van de Wet op de loonbelasting, wordt geregeld
dat de werkgever wel belasting en premies volksverzekeringen over de toeslag betaalt, maar dat tegelijkertijd de toeslag het belastbaar inkomen
van betrokkene niet beïnvloedt, zodat bijvoorbeeld ongewenste effecten
in de sfeer van de aanspraak op huursubsidie als gevolg van de toeslag worden
voorkomen.
Het nieuwe vierde lid van artikel 24 regelt dat werknemers die in aansluiting
op een arbeidsovereenkomst met de banenpool een dienstbetrekking zijn aangegaan
in het kader van de regeling Extra werkgelegenheid langdurig werklozen en
die een toeslag ontvangen als compensatie voor een achteruitgang in nettoloon
op dezelfde wijze worden behandeld als werknemers van wie de arbeidsovereenkomst
met de banenpoolorganisatie wordt omgezet in een dienstbetrekking op grond
van de onderhavige wet. De toeslag is niet van invloed op de hoogte van het
belastbaar inkomen van betrokkene.
Kalsbeek-Jasperse
Essers
Bakker
Dankers
Rosenmöller
Van Middelkoop
Van Dijke
Van der Vlies
R. A. Meijer