Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1996-1997 | 25110 nr. 13 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1996-1997 | 25110 nr. 13 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Rijswijk, 14 januari 1997
Half november heeft het Kabinet de Notitie inzake het Nederlands Voorzitterschap Europese Unie aan de Tweede Kamer gestuurd. Hierin is aangegeven dat de meest intensieve aandacht zal moeten uitgaan naar de Intergouvernementele Conferentie (IGC), de voorbereiding van de Europese Monetaire Unie (EMU), en de voorbereiding op de uitbreiding van de Europese Unie met enkele landen van Midden- en Oost-Europa (LMOE) en het Middellandsezeegebied. Deze prioriteiten vormen uiteraard ook voor het ministerie van VWS de algemene context waarbinnen de inzet van VWS tijdens het EU-Voorzitterschap van Nederland dient te worden gerealiseerd.
Naast deze algemene Nederlandse accenten tijdens het EU-Voorzitterschap zal vanzelfsprekend de nodige aandacht moeten worden besteed aan «going concern», lopende zaken die om een afronding vragen of het snel en adequaat antwoord geven op eventuele onverwachte of onvoorziene ontwikkelingen. Dit geldt evenzeer voor de onderwerpen op het terrein van VWS.
Dankzij het Verdrag van Maastricht (1991) is volksgezondheid voor het eerst expliciet opgenomen in het EG-Verdrag. Met name Artikel 129 betreft de volksgezondheid.
Op basis van artikel 129 zijn de afgelopen jaren verschillende actieprogramma's door de Europese Commissie voorgesteld die door de Raad en het Europees Parlement zijn aangenomen. Tevens werd een actiekader voor volksgezondheid aanvaard met o.m. als doel de samenhang tussen de verschillende actieprogramma's te vergroten. De thans lopende actieprogramma's, alsmede het eerdergenoemde actiekader, zullen eind 1999 aflopen. Dit vraagt om een tijdige bezinning over de inhoud en opzet van activiteiten op het terrein van volksgezondheid in Europees verband in de periode vanaf 2000.
In de passage over volksgezondheid in de eerder genoemde Notitie van het Kabinet inzake het Voorzitterschap Europese Unie is reeds verwoord dat «de bescherming van een hoog niveau van volksgezondheid in toenemende mate een rol speelt in andere sectoren van beleid». Anderzijds, aldus de Notitie, «zullen, in onderlinge afstemming, op basis van betrouwbare, geactualiseerde gegevens over de gezondheidstoestand van de bevolking van de lid-staten in de Europese Unie adequate activiteiten op het terrein van preventie van ziekten en bescherming en bevordering van gezondheid worden ondernomen».
Tijdens het Nederlands Voorzitterschap zal, in goed overleg met opvolgende Voorzitterschappen alsmede de Europese Commissie, getracht worden verdere aanzetten tot continuïteit in de ontwikkeling en uitvoering van de volksgezondheidsactiviteiten op Europees niveau te geven. Daarvoor is het van belang dat tijdens het Nederlands Voorzitterschap de bemiddelingsprocedure (conciliatie) m.b.t. het «Actieprogramma Gezondheidsmonitoring» succesvol wordt afgerond. Dit programma kan immers belangrijke gegevens aanreiken op basis waarvan prioriteiten kunnen worden (bij)gesteld.
Dit actieprogramma biedt tevens de mogelijkheid aan de Commissie om activiteiten te ondernemen ter ondersteuning van de activiteiten van de lid-staten t.a.v. de bescherming zowel als bevordering van de gezondheid, alsmede de bestrijding van ziekten.
De inzet op dit punt zal derhalve zijn het Actieprogramma Gezondheidsmonitoring in de Gezondheid Raad van 5 juni 1997 te laten aannemen.
Netwerk voor epidemiologische surveillance en bestrijding van besmettelijke ziekten
In de Gezondheid Raad van 12 november 1996 heeft een oriënterend debat plaatsgevonden over de oprichting van een netwerk voor epidemiologische surveillance en bestrijding van besmettelijke ziekten in de Europese Gemeenschap. Tijdens het Voorzitterschap zal in de «Raadswerkgroep gezondheid» dit programma nader worden uitgewerkt zodat in de Gezondheid Raad van 5 juni 1997 een gemeenschappelijk standpunt kan worden bereikt.
Het beoogde netwerk is ook van betekenis voor de lopende initiatieven inzake de ontwikkeling en uitvoering van een doeltreffende aanpak van de vroegtijdige waarschuwing met betrekking tot besmettelijke ziekten. Dit initiatief vindt mede plaats in het kader van de «Transatlantische dialoog» ter verbetering van de betrekkingen tussen de Verenigde Staten en de Europese Gemeenschap. De Europese Commissie zal tijdens de Gezondheid Raad van 5 juni 1997 over dit initiatief een voortgangsrapportage presenteren.
In de Gezondheid Raad van 12 november 1996 is een resolutie aangenomen inzake het terugdringen van het roken. Daarin wordt het voorkomen van roken door jongeren als een essentiële doelstelling beschouwd voor een strategie ter beperking van het tabaksgebruik. Tevens kwamen de lid-staten overeen regelmatig informatie uit te wisselen over «best practices» t.a.v. beperking van tabaksgebruik alsmede de evaluatie van deze «best practices». Daarmee is het bij de behandeling van de Tabaksnota in de Tweede Kamer genoemde voornemen om een «krachtig signaal» vanuit Raad van Ministers van Volksgezondheid te geven gerealiseerd.
De Europese Commissie zal nu aan de hand van deze resolutie een rapport presenteren. Op basis hiervan kunnen conclusies of een resolutie aan de Gezondheid Raad van 5 juni 1997 worden voorgelegd.
Veiligheid van en zelfvoorziening met bloed
De bijeenkomst in Adare (4–6 september 1996) over de veiligheid van en de zelfvoorziening met bloed, onder het Ierse Voorzitterschap, en de daarop aansluitende resolutie van de Gezondheid Raad van 12 november 1996 vereisen een passend vervolg door zowel de Commissie als de lid-staten. In de resolutie inzake een strategie voor veiligheid van en zelfvoorziening met bloed in de Europese Gemeenschap worden de lid-staten verzocht hun beleid, procedures en programma's, gericht op de veiligheid van de bloedtransfusieketen, te herzien in het licht van de conclusies en aanbevelingen van het colloquium van Adare. De belangrijkste aanbevelingen van het colloquium van Adare hebben betrekking op de aanpassing aan nieuwste ontwikkelingen van de criteria voor selectie van donoren die tot nu toe in internationaal verband, met name door de Raad van Europa, zijn geformuleerd; het opzetten van passende systemen om de erkenning van screeningtests van bloed door nationale overheden te implementeren en te voldoen aan de eisen ten aanzien van wederzijdse informatie; en de invoering van systemen voor kwaliteitsborging, inspectie en erkenning, en een hemovigilantienetwerk. Dit laatste betekent een informatiesysteem dat nuttig is voor het toezicht op de bloedtransfusieketen, in het bijzonder voor klinisch gebruik en ongewenste reacties, alsmede een systeem om snel te kunnen reageren in geval van alarm.
De resolutie verzoekt de Commissie dringend om met voorstellen te komen ter ondersteuning van het optreden van de lid-staten, door een gecoördineerde aanpak op het gebied van veiligheid van bloed en bloedproducten.
Met het oog op bescherming van de gezondheid van de patiënt is het van groot belang dat de Commissie op het terrein van veiligheid van en zelfvoorziening met bloed op voortvarende wijze actie onderneemt. Onze prioriteiten zijn dan ook, naast het aanpassen aan de nieuwste ontwikkelingen van selectiecriteria en screeningstesten, met name het bevorderen dat bloed «om niet» van donoren moet worden verkregen. Dit mede met het oog op zelfvoorziening binnen de Gemeenschap, kwaliteitsborging, inspectie en erkenning van bloedbanken, alsmede optimaal gebruik van bloed.
Zonodig wordt overwogen een resolutie voor te bereiden voor de Gezondheid Raad van 5 juni 1997 waarin de Commissie wordt aangespoord adequate actie te ondernemen.
Kwaliteit en veiligheid van organen en weefsels
Orgaan- en weefseltransplantatie heeft een evidente internationale dimensie. Er is binnen Europa sprake van een substantiële uitwisseling van organen en weefsels. Vanuit het oogpunt van bescherming van de gezondheid van de patiënt zijn, conform de bedoeling van art. 129, de belangrijke aandachtspunten bij grensoverschrijdend verkeer van organen en weefsels: het garanderen van veiligheid en kwaliteit van organen en weefsels en, in het verlengde daarvan, het non-commercialisatiebeginsel. Daarnaast zijn relevante onderwerpen de inspectie en accreditatie, alsmede vergroting van de bereidheid om organen en weefsels af te staan.
Het wordt van belang geacht tijdig van de Europese Commissie een uitspraak te vernemen over de competentie in deze, respectievelijk over de voornemens van de Commissie inzake activiteiten op het terrein van menselijke organen en weefsels met betrekking tot grensoverschrijdend verkeer. Derhalve zal tijdens het Nederlands Voorzitterschap een resolutie in discussie worden gebracht. Kern van de resolutie is de Europese Commissie via een Mededeling aan de Raad en het Europees Parlement een uitspraak te laten doen over de juridische positie van de Europese Gemeenschap t.a.v. dit onderwerp, mede in relatie tot de activiteiten van de Raad van Europa en de Wereldgezondheidsorganisatie.
Zeldzame ziekten en weesgeneesmiddelen
Naar verwachting zal begin 1997 door de Commissie een nieuw Actieprogramma «Zeldzame ziekten» worden gepresenteerd.
Met name voor «zeldzame ziekten» worden geneesmiddelen vaak niet ontwikkeld, daar door de beperkte omvang van de markt de opbrengst van het geneesmiddel (naar wordt beweerd) niet opweegt tegen de kosten die gepaard gaan met het ontwikkelen en op de markt brengen van het geneesmiddel. Er is een groot aantal ziekten waarvoor door de farmaceutische industrie niet spontaan geneesmiddelen worden ontwikkeld en op de markt gebracht. Deze geneesmiddelen worden aangeduid met de term «weesgeneesmiddelen».
Uit oogpunt van de kwaliteit van de volksgezondheid is het van belang, dat ook voor patiënten met zeldzame ziekten of aandoeningen effectieve geneesmiddelen beschikbaar komen. De inzet van het Nederlands Voorzitterschap is de ontwikkeling van weesgeneesmiddelen d.m.v. gerichte acties te stimuleren. Dit kan worden bewerkstelligd door lopende en nieuwe initiatieven van de Commissie, gedaan vanuit verschillende invalshoeken, te steunen en de samenhang van deze activiteiten te bevorderen. Hierbij gaat het om het hierboven genoemde nieuwe Actieprogramma «Zeldzame ziekten» en het Voorstel tot een Verordening m.b.t. weesgeneesmiddelen dat, naar verwachting, tijdens het Nederlands Voorzitterschap zal worden aangeboden aan de Industrie Raad en het Europees Parlement. Voorts is er het vijfde Kaderprogramma Onderzoek waarbinnen ook onderzoek naar zeldzame ziekten wordt voorzien.
Andere Actieprogramma's die de Commissie voornemens is voor te stellen zijn «Milieuvervuiling gerelateerde ziekten» en «Ongevallen en letsels».
De Regeringsleiders van de lid-staten van de Europese Unie hebben tijdens de Europese Raad te Dublin op 13/14 december 1996 het Gemeenschappelijk Optreden inzake de bestrijding van drugshandel en drugsverslaving («Action commune») onderschreven. Hierdoor is het mogelijk de samenwerking tussen de lid-staten op het terrein van drugshandel en -verslaving te versterken en mede het eigen, nationale beleid inzake de aanpak van drugsverslaving te handhaven.
De pijleroverstijgende Groep Drugsexperts heeft verslag uitgebracht aan de Europese Raad van 13 en 14 december jl. over de in 1996 verrichte werkzaamheden op het gebied van de drugsbestrijding en preventie. Het verslag geeft de voortgang weer m.b.t. het 66-puntenplan dat door de Europese Raad van Madrid is vastgesteld. Nederland zal beginnen met de uitvoering van de door de Europese Raad van Dublin n.a.v. dit verslag gesignaleerde prioriteiten.
Tijdens het Nederlands Voorzitterschap zal de lancering plaatsvinden van het Europees Actieprogramma «Preventie van drugsverslaving» dat tijdens de Gezondheid Raad van 12 november 1996 is aanvaard. Dit omvat de acties 1 t/m 15 uit het zgn. «66 puntenplan» voor de bestrijding van de drugshandel en drugsverslaving. Deze gelegenheid geeft de mogelijkheid het belang van preventie en gepaste verslavingszorg over het voetlicht te brengen.
In de «Raadswerkgroep gezondheid» zal het Jaarverslag van het Drugsobservatorium te Lissabon worden gepresenteerd. Naar aanleiding hiervan kunnen in de Gezondheid Raad van 5 juni 1997 conclusies of aanbevelingen worden voorgesteld.
Onder het Nederlands Voorzitterschap zal de Europese Commissie een rapport «Vrouwen en gezondheid» presenteren. Het Voorzitterschap zal erop aandringen dat conclusies over dit rapport worden geformuleerd die, indien mogelijk, op 5 juni 1997 aan de Raad ter bespreking zullen worden aangeboden.
VWS heeft in interdepartementaal verband een belangrijke inbreng geleverd in de voorbereiding van de Ministeriële Conferentie over Vrouwenhandel (Den Haag, 24–26 april 1997). VWS zal zich richten op het betrekken van de non-gouvernementele organisaties (ngo's) en op de doorwerking van de uitkomsten van de zojuist genoemde Conferentie over Vrouwenhandel in het nationale beleid ten aanzien van vrouwenhandel.
In andere Raden dan de Gezondheid Raad komen onderwerpen aan de orde die een volksgezondheidsdimensie kunnen hebben en derhalve voor de ministers van volksgezondheid van belang kunnen zijn. Enkele specifieke onderwerpen worden hieronder toegelicht.
De «gekke koeien ziekte» (BSE/TSE)
De Enquête-commissie van het Europees Parlement zal tijdens het Nederlands Voorzitterschap haar eigen onderzoeksrapport over BSE/TSE uitbrengen. De Commissie zal hierop een reactie geven. Het is mogelijk dat een en ander voor de ministers van volksgezondheid in het kader van de Raad bijeen aanleiding vormt hun mening te geven over het onderzoeksrapport van het Europees Parlement en de reactie van de Commissie hierop.
De steeds sterker wordende aanwijzingen dat het BSE prion langs orale weg niet alleen van dier op dier, maar ook van dier op mens overdraagbaar zijn vereisen in Europees verband een sluitend stelsel van preventieve maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid. Vele maatregelen zijn tot nu toe reeds getroffen door de Raad van ministers van Landbouw, terwijl de gezondheidsaspecten van BSE/TSE in de Raad van ministers van Volksgezondheid zijn besproken. Aanvullende maatregelen zijn echter noodzakelijk. Het Nederlandse Voorzitterschap zal derhalve de prionziekten op de agenda plaatsen van de Gezondheid Raad van 5 juni 1997 teneinde de ontwikkelingen nauwgezet te blijven volgen. Overigens heeft de Nederlandse Gezondheid Raad onlangs een advies uitgebracht inzake prionziekten. Dit advies wordt thans door mijn departement bestudeerd.
In de Interne Markt Raad is een richtlijn met betrekking tot medische hulpmiddelen voor in vitro diagnose in voorbereiding. Deze producten zullen aan essentiële eisen ten aanzien van geschiktheid en veiligheid moeten voldoen. Vanuit een oogpunt van gezondheidsbescherming is het geboden dat er m.b.t. in vitro diagnostica binnen afzienbare tijd een wettelijk regime ontstaat. Derhalve wordt groot belang gehecht aan de spoedige totstandkoming van de desbetreffende richtlijn. Dit is reeds in mei 1996 zowel in de Interne Marktraad als in de Gezondheid Raad tot uitdrukking gebracht. Tijdens het Nederlands Voorzitterschap zal een afronding van dit dossier naar vermogen worden gestimuleerd.
Biotechnologie: afronding Verordening Nieuwe Voedingsmiddelen
Over de EU-Verordening «Nieuwe Voedingsmiddelen» is eind 1996 overeenstemming bereikt tussen de Raad en het Europees Parlement. Over de etiketteringsvereisten van met name genetisch gemodificeerde producten bestond lang verschil van inzicht tussen de Raad en het Parlement. Daarmee is dit complexe dossier vlak voor het Nederlandse Voorzitterschap tot een goed einde gebracht.
Op het terrein van de levensmiddelenwetgeving zijn enkele interessante ontwikkelingen te verwachten. Door de Europese Commissie zal, naar verwachting begin 1997 het langverwachte Groenboek Levensmiddelen worden gepubliceerd. In dit Groenboek worden diverse aspecten van het huidige Europese levensmiddelenbeleid aan de orde gesteld en zullen de contouren van het toekomstige beleid worden aangegeven. De communautaire wetgeving op het gebied van levensmiddelen is complex, op onderdelen soms nog sterk gedetailleerd en niet altijd even consistent. Een aantal jaren geleden is binnen de Gemeenschap een discussie ontstaan over de noodzaak van een integrale herziening van deze regelgeving.
Op 14, 15 en 16 mei 1997 zal in het Vredespaleis een conferentie worden gehouden waar dit Groenboek centraal staat. De conferentie wordt door VWS en LNV gezamenlijk, en in overleg met de Europese Commissie, georganiseerd. Voor deze conferentie zullen, naast vertegenwoordigers van de lid-staten, eveneens consumentenorganisaties, handel en industrie en mogelijke toekomstige Midden- en Oost-Europese lid-staten worden uitgenodigd. Sprekers uit diverse landen zullen belangrijke onderwerpen op het gebied van het Europese levensmiddelenbeleid aan de orde stellen. De Europese Commissie beschouwt de conferentie als een belangrijke toetssteen voor haar beleid. Voor Nederland biedt deze conferentie daarnaast een unieke gelegenheid om het MDW-project levensmiddelenwetgeving (marktwerking, deregulering wetgevingskwaliteit) internationaal te presenteren. De doelstellingen van dit project sluiten nauw aan bij die van het verwachte Groenboek.
In het kader van het huidige (vierde) Kaderprogramma Onderzoek en Technologische Ontwikkeling zijn een aantal «Task forces» ingesteld ondermeer voor het terrein van «vaccins en viral diseases». Deze «Task forces» functioneren thans naast de bestaande structuur voor het vierde Kaderprogramma. De verwachting is dat deze «task force benadering» geïntegreerd gaat worden in het volgende Kaderprogramma.
Het vijfde Kaderprogramma is al enige tijd in voorbereiding en zal eind 1998 of begin 1999 van start gaan.
Onder het Nederlands Voorzitterschap zal een grote internationale conferentie worden georganiseerd over prioriteiten voor gezondheidsonderzoek («Innovative Research and Appropriate Health Care for the Citizens of Europe»). Het doel van de conferentie is een bijdrage te leveren aan enerzijds de inhoud van het BIOMED-3 onderzoekprogramma (looptijd 1998–2002), en anderzijds aan de versterking van de Europese samenwerking op MTA gebied (medical technology assessment). De conferentie wordt van 24–25 april 1997 te Noordwijk gehouden. De Europese Commissie zal een rapport publiceren over de resultaten van de conferentie. Dit rapport zal zowel aan de Onderzoek- als de Gezondheid Raad worden aangeboden.
In de eerste plaats dienen twee conferenties op het terrein van sociaal-/welzijnsbeleid die tijdens het Nederlands Voorzitterschap plaatsvinden genoemd te worden. Het gaat om de Conferentie «Sociale integratie» (Den Haag, 9–11 april 1997) en de Conferentie «Sociale Kwaliteit van Europa» (Amsterdam, 8–10 juni 1997). Deze Conferenties beogen belangrijke wetenschappelijke impulsen te geven aan de ontwikkeling in Europa van «inclusief beleid» (facetbeleid) voor met name kwetsbare groepen in het licht van de toenemende «vergrijzing» en «migratie». De bevordering van sociale cohesie in Europa vormt daarbij een belangrijk aangrijpingspunt.
In de Algemene Schets voor de herziening van de Verdragen van de Europese Unie wordt gesproken over de mogelijke integratie van de Sociale Overeenkomst in het Verdrag. Daarmee zou dan de inhoud van de Sociale Overeenkomst op alle lid-staten van toepassing zijn. Voor het sociaal-/welzijnsbeleid in Europees verband zou dit een belangrijke impuls kunnen betekenen.
Het jaar 1997 is uitgeroepen tot het Europees Jaar tegen racisme. VWS heeft in interdepartementaal verband bijgedragen aan de voorbereiding van dit Europese Jaar. Bijdragen aan de concrete invulling van dit Europees Jaar tegen racisme, met name wat betreft de doorwerking ervan in de nationale situatie op de terreinen welzijn en sport, heeft voor het ministerie van VWS prioriteit.
Enkele concrete ingangen voor VWS in sociaal/welzijsbeleid in Europees verband zijn de onderwerpen gehandicapten, ouderen, jongeren en sport.
Onder Iers Voorzitterschap is een resolutie over gelijke kansen voor mensen met een handicap in de Sociale Raad aangenomen. Deze resolutie vormt een kader voor mogelijke activiteiten als een vervolg op het per 1-1-1997 aflopende Helios II Programma. De resolutie zal worden besproken met de nationale gehandicaptenorganisaties in het reguliere overleg tussen de Interdepartementale Stuurgroep Gehandicaptenbeleid en de nationale gehandicaptenorganisaties (ISG-PI overleg).
In overleg met de gehandicaptenorganisaties zal bezien worden of de resolutie voldoende aanleiding geeft om ook te bespreken met de internationale gehandicaptenorganisaties, al dan niet te organiseren in samenwerking met het nieuwe onafhankelijke Europese Gehandicapten Forum.
Met ingang van 1997 zal een werkgroep van hoge ambtenaren inzake gehandicaptenbeleid (High Level Group) door de Commissie worden ingesteld. Het is de bedoeling dat de werkgroep de nieuwste beleidsmaatregelen en prioriteiten van de regeringen inzake gehandicapten volgt, informatie en ervaringen bundelt en adviseert over methoden voor de verslaglegging over de situatie in de hele Gemeenschap m.b.t. gehandicapten in de toekomst. Het departement van VWS, als coördinerend departement voor het gehandicaptenbeleid, zal deelnemen in deze High Level Group.
De activiteiten van de Europese Commissie op het terrein van ouderen zijn wat stilgevallen, met name als gevolg van de «blokkade» in de Europese besluitvorming inzake het Europees actieprogramma voor ouderen. De Hofzaak die het Verenigd Koninkrijk heeft aangespannen tegen de Commissie ten aanzien van Europese initiatieven voor ouderen heeft daartoe bijgedragen.
Desalniettemin vergrijst de bevolking niet alleen in Nederland, maar in heel Europa. Derhalve is het, in de gegeven situatie, van belang dat de mogelijkheden van onderzoek op het terrein van ouderenbeleid optimaal worden benut. Dat geldt voor zowel eventueel Europees onderzoeksgeld, bijvoorbeeld in het kader van het nog vast te stellen vijfde Kaderprogramma Onderzoek als van nationaal onderzoeksgeld. In dit verband is het verheugend te constateren dat het Nederlands Platform Ouderen en Europa in zijn Werkplan 1997 o.m. een verdere uitbouw van SeniorWeb (Internetsite) heeft opgenomen waarin centrale informatie beschikbaar zal worden gesteld over belangrijk recent afgesloten, lopend en toekomstig onderzoek in Nederland ondermeer met het oog op de vergroting van Europese samenwerking.
Het belangrijkste onderwerp dat op het terrein van jeugd speelt is het Commissievoorstel inzake de oprichting van een Europese Vrijwilligersdienst voor Jongeren. Dit voorstel zal tijdens het EU-Voorzitterschap van Nederland in de «Raadswerkgroep jeugdzaken» uitvoerig worden besproken.
Het Kabinet heeft reeds eerder besloten dit voorstel van de Europese Commissie niet te steunen vanwege de financiële consequenties en de overlap met bestaande activiteiten in het kader van het lopende Jeugd voor Europa III Programma. Bovendien sluit dit voorstel niet direct aan bij het Nederlands beleid t.a.v. (achterstands)jongeren.
Tijdens het Nederlands Voorzitterschap zal op 17 april 1997 een informele bijeenkomst plaatsvinden van de directeuren Sportbeleid van de verschillende lid-staten van de Europese Unie. De belangrijkste onderwerpen die dan aan de orde komen zijn de onderwerpen «Sport en TV rechten» en «Sport en Sociale participatie».
Tijdens het Nederlands Voorzitterschap zullen ook een aantal conferenties worden georganiseerd waar het ministerie van VWS directe bemoeienis mee heeft en die belangrijke gegevens kunnen opleveren voor toekomstige initiatieven in Europees verband.
Een overzicht van deze vergaderingen, conferenties en seminars tijdens het EU-Voorzitterschap is ter informatie bij deze brief gevoegd.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. G. Terpstra
OVERZICHT VAN VERGADERINGEN, CONFERENTIES EN SEMINARS TIJDENS HET EU-VOORZITTERSCHAP
– Symposium «Kwaliteit van beroepsuitoefening door artsen», Amsterdam, 20 januari 1997.
– Opening van het «Europees Jaar tegen Racisme», in samenwerking met Binnenlandse Zaken en de Europese Commissie, Den Haag, 30–31 januari 1997.
– High Level Committee on Health, Amsterdam, 17–19 maart 1997.
– Conferentie «Sociale Integratie», Den Haag/Scheveningen, 9–11 april 1997.
– Informele bijeenkomst directeuren Sport (Delbeccha), Amsterdam, 17 april 1997.
– Informele reguliere vergadering van Chief Medical Officers, Noordwijk, 22–23 april 1997.
– Reguliere vergadering BIOMED-comité, Noordwijk, 23 april 1997.
– Conferentie «Vernieuwend onderzoek en gepaste gezondheidszorg voor de Europese burgers», Den Haag/Noordwijk, 24–25 april 1997.
– Conferentie «Toekomst van het Europees levensmiddelenbeleid», Den Haag, 14–16 mei 1997.
– Vergadering Raad van Ministers van Volksgezondheid, Luxemburg, 5 juni 1997.
– Conferentie «Sociale kwaliteit van Europa in de toekomst», Amsterdam, 8–10 juni 1997.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25110-13.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.