25 089
Maastricht Aachen Airport

nr. 20
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 november 2004

Ten behoeve van de geluidszonering rond het luchtvaartterrein Maastricht is de in de Luchtvaartwet beschreven procedure (hoofdstuk IV, Afdeling I) gevolgd. In deze procedure zijn twee nauw met elkaar verbonden besluiten aan de orde.

Enerzijds wordt op grond van artikel 27 van de Luchtvaartwet door de Minister van Verkeer en Waterstaat in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer het huidige aanwijzingsbesluit van het luchtvaartterrein gewijzigd. Dit besluit regelt het gebruik van het aangewezen luchtvaartterrein alsmede de vaststelling van de ingevolge de Luchtvaartwet vereiste geluidszones voor het grote en het kleine luchtvaartverkeer. Daarnaast wordt een jaarlijks maximum vastgesteld voor het aantal bewegingen van hefschroefvliegtuigen.

Anderzijds geeft de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer op grond van artikel 26, eerste lid van de Luchtvaartwet, in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat, bij de vaststelling van de geluidszones aanwijzingen als bedoeld in artikel 37 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO).

In deze WRO-aanwijzingen worden, gelet op de geluidsbelasting als gevolg van het gebruik van het luchtvaartterrein, voorwaarden gesteld aan de toelaatbaarheid van nieuwbouw van woningen binnen de geluidszone. De inhoud van deze aanwijzingen is gebaseerd op het Besluit geluidsbelasting grote luchtvaart als op het Besluit geluidsbelasting kleine luchtvaart, waarin de normstellingen met betrekking tot geluidsbelasting zijn neergelegd. De betreffende ontwerp-aanwijzingen ex artikel 26 Luchtvaartwet juncto artikel 37 Wet op de Ruimtelijke Ordening voor het luchtvaartterrein Maastricht zijn bijgevoegd1 in de vorm van één besluit.

Het aanwijzingsbesluit vervangt het interim-aanwijzingsbesluit ex artikel 27 van de Luchtvaartwet d.d. 28 april 2000. De interim-aanwijzing is op 26 september 2003 verlengd tot 1 januari 2005. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar uitspraak van 25 februari 2004 aangegeven dat het nogmaals verlengen van het interim-aanwijzingsbesluit niet gewenst is.

Alvorens kan worden overgegaan tot het geven van bovenvermelde aanwijzingen, dient op grond van artikel 37, tweede lid, Wet op de Ruimtelijke Ordening bestuurlijk overleg te worden gevoerd, de Rijksplanologische Commissie/Rijksmilieuhygiënische Commissie (RPC/RMC) om advies te worden gevraagd en de Tweede Kamer der Staten-Generaal te worden geïnformeerd.

Het bestuurlijk overleg heeft plaatsgevonden op 15 april 2004 en de RPC/RMC hebben positief geadviseerd (20 april 2004).

Op 13 september 2004 is advies uitgebracht als bedoeld in artikel 21 van de Luchtvaartwet over de ontwerp-aanwijzing ex artikel 27 juncto artikel 24 van de Luchtvaartwet, alsmede over de ontwerp-aanwijzingen ex artikel 26 van de Luchtvaartwet juncto artikel 37 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor het onderhavige luchtvaartterrein.

Op 6 juli 2004 is advies uitgebracht als bedoeld in artikel 28 van de Luchtvaartwet.

Op 6 november 2001 is advies uitgebracht door de Commissie voor de milieueffectrapportage ten aanzien van de richtlijnen voor het MER. Op 13 juli 2004 is door deze commissie advies uitgebracht ten aanzien van het Milieueffectrapport aanwijzing en zonering Maastricht Aachen Airport.

Voor de goede orde wijs ik u erop dat de aanwijzingen zelf zijn gebaseerd op de planologische kernbeslissing luchtvaartterreinen Maastricht en Lelystad (Staatscourant 2004, nr. 94).

Conform artikel 37, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ga ik niet over tot het geven van een aanwijzing dan nadat uw Kamer gedurende vier weken kennis heeft kunnen nemen van mijn voornemen; expliciete instemming van uw Kamer is niet vereist.

Bij deze stel ik u, mede namens de Minister van Verkeer en Waterstaat, in kennis van mijn voornemen tot het geven van aanwijzingen als bedoeld in artikel 26 van de Luchtvaartwet juncto artikel 37 van de WRO voor het luchtvaartterrein Maastricht teneinde de geluidszones te doen opnemen in de relevante bestemmingsplannen. Voor een goed begrip van deze aanwijzingen is ter kennisneming het concept-besluit, waarbij de geluidszones rond het luchtvaartterrein worden vastgesteld, bijgevoegd.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven