25 087 Internationaal fiscaal (verdrags)beleid

Nr. 99 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 april 2015

Op verzoek van de vaste commissie voor Financiën op voorstel van de heer Klaver (GroenLinks) stuur ik u hierbij mijn reactie op de berichtgeving op nu.nl en de uitzending van Zembla van woensdagavond 11 maart 2015 dat vele Nederlandse bedrijven belasting ontwijken via België.

In zijn algemeenheid wil ik opmerken dat de Nederlandse economie altijd gericht is geweest op internationale handel. Bedrijven die internationaal opereren, kunnen proberen hun belastingdruk te verlagen door activiteiten over verschillende landen te spreiden en gebruik te maken van verschillen in belastingstelsels.1 Wel zullen de activiteiten in het buitenland dan reëel moeten zijn. Daarnaast heeft Nederland in de nationale wetgeving verschillende maatregelen opgenomen om kunstmatige winstverschuivingen tegen te gaan. Binnen deze kaders kunnen bedrijven bijvoorbeeld lagere belastingtarieven of fiscaal aantrekkelijke maatregelen in bepaalde landen benutten. Het is wereldwijd een gegeven dat dit gebeurt, omdat bedrijven nu eenmaal graag de kosten laag houden. Uitgangspunt van het kabinet is dat een internationale gecoördineerde aanpak wordt nagestreefd van het tegengaan van het ontwijken van belastingen.

Specifiek over België kan ik u melden dat dit land sinds 1 januari 2006 de zogenoemde notionele interestaftrek kent. Die houdt in dat alle bedrijven die in België vennootschapsbelasting betalen, een aftrek van hun belastbaar inkomen krijgen in de vorm van een fictieve rente. Die rente wordt berekend op basis van het eigen vermogen van een bedrijf. Als een Nederlands bedrijf vanwege deze regeling eigen vermogen in een Belgische concernmaatschappij stort, gaat het rendement op dat vermogen behoren tot de grondslag van de vennootschapsbelasting in België.

Ik kan niet mededelen of de Nederlandse bedrijven uit genoemde mediaberichten daadwerkelijk gebruik hebben gemaakt van deze Belgische aftrek, gelet op de fiscale geheimhoudingsplicht van artikel 67 Algemene wet inzake rijksbelastingen.

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes


X Noot
1

Op mogelijke vormen van belastingplanning door internationale ondernemingen ben ik reeds ingegaan in mijn brief van 17 januari 2013 (Kamerstuk 25 087, nr. 34).

Naar boven