25 087 Internationaal fiscaal (verdrags)beleid

Nr. 94 MOTIE VAN DE LEDEN VAN VLIET EN NEPPЀRUS

Voorgesteld 5 maart 2015

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Nederlandse rulingpraktijk, zoals uitgevoerd door de Belastingdienst Rotterdam, bijdraagt aan een aantrekkelijk fiscaal vestigingsklimaat door zekerheid vooraf;

overwegende dat meer dan twintig lidstaten van de EU met een rulingpraktijk werken;

overwegende dat zekerheid via een Advance Pricing Agreement of een Advance Tax Ruling alleen aan een belastingplichtige wordt gegeven binnen de kaders van wet, beleid, jurisprudentie en verdragen, waarbij nooit wordt onderhandeld over het belastingtarief;

overwegende dat via de Coördinatiegroep Verrekenprijzen (CGVP) en de rulingpraktijk ook wordt bijgedragen aan eenheid van beleid en de uiteindelijke aanslag gelijk is aan een situatie zonder ruling vooraf;

constaterende dat ook de Algemene Rekenkamer in haar rapport over belastingontwijking concludeert dat «vooraf gemaakte afspraken met bedrijven in lijn zijn met de regels en het beleid» en «dat de Belastingdienst grondig toezicht houdt op internationaal opererende ondernemingen»;

verzoekt de regering, de rulingpraktijk structureel te blijven toepassen en geen eenzijdige stappen te zetten ter vermindering of afschaffing daarvan,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Vliet

Neppérus

Naar boven