25 087 Internationaal fiscaal (verdrags)beleid

J/ Nr. 83 VERSLAG VAN DE INTERPARLEMENTAIRE BIJEENKOMST OVER DE GEVOLGEN VAN GLOBALISERING OP BELASTINGHEFFING OP 30 OKTOBER 2014 IN LONDEN

Vastgesteld 19 december 2014

Op 30 oktober 2014 vond in Londen een conferentie plaats over de gevolgen van globalisering op belastingheffing. De conferentie werd georganiseerd door het Public Accounts Committee (PAC) van het House of Commons van het Verenigd Koninkrijk. Op uitnodiging van het PAC namen vanuit de Eerste Kamer de Leden Essers (CDA) en Van Boxtel (D66) deel. Namens de Tweede Kamer namen de Leden Omtzigt (CDA), Nijboer (PvdA) en Merkies (SP) deel aan de conferentie.

Voorafgaand aan de conferentie had de delegatie een onderhoud met het hoofd van de Economische Afdeling van de Nederlandse ambassade in het Verenigd Koninkrijk, de heer Olthof, en de Nederlandse bewindvoerder bij de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD), de heer Vlaanderen. Bij deze gelegenheid werd onder meer gesproken over het fiscale vestigingsklimaat in beide landen.

Onder voorzitterschap van mevrouw Hodge, voorzitter van het PAC, werd gesproken over diverse nationale en internationale fiscale thema's en de agenda van de G20 en de OESO. De conferentie werd, naast parlementsleden, bijgewoond door vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld, wetenschappers en deskundigen op het gebied van belastingen.

Mevrouw Hodge begint haar toespraak met de opmerking dat belastingdeskundigen een aantal jaren geleden nooit hadden kunnen denken dat wie er hoeveel belasting betaalt, de voorpagina’s van de kranten haalt. Mevrouw Hodge betoogde dat het oneerlijk is dat sommige bedrijven en privépersonen het zich kunnen veroorloven om advies in te winnen om te kunnen kiezen hoeveel belasting zij betalen. Het is volgens haar hoog tijd dat het betalen van belasting niet langer een gebaar van goede wil is van de rijken en een burgerplicht voor de rest van de samenleving. Iedereen dient de door hem of haar verschuldigde belasting te betalen. Belastingwetgeving zou volgens haar zodanig gewijzigd moeten worden dat deze eenvoudiger is en minder openingen biedt voor misbruik. Zij pleitte daarbij ook voor minder concurrentie tussen individuele jurisdicties. Regeringen moeten zich aan dezelfde regels houden om belastingontwijking tegen te gaan en zouden elkaar niet langer de loef moeten proberen af te steken terwijl zij zich tegelijkertijd achter de OESO-standaarden scharen.

De plaatsvervangend directeur van het Centre for Tax Policy and Administration van de OESO, mevrouw Perez-Navarro, hield een toespraak over de voortgang van het OESO-project Base Erosion and Profit Shifting (BEPS). Mevrouw Perez-Navarro memoreert dat de huidige belastingregels ruim honderd jaar oud zijn en vooral gericht op het wegwerken van belastinggrenzen zodat wereldwijd geopereerd kan worden. De businessmodellen zijn echter veranderd, waardoor het de vraag is of regels van honderd jaar geleden nog wel goed toepasbaar zijn. De problemen zijn niet nieuw, maar tijdens de crisis hebben onder andere de media veel aandacht besteed aan de hoeveelheid belasting die door verschillende partijen betaald wordt. Hierdoor komen uiteindelijk ook gewone burgers in protest tegen bedrijven die nauwelijks belasting betalen. Zij betoogde dat overheden wereldwijd overtuigd zijn van de noodzaak van gecoördineerde actie om de integriteit van het internationale belastingsysteem te waarborgen. De inzet van de OESO op vergroting van transparantie, de bestrijding van offshore constructies en het tegengaan van belastingontwijking door multinationale ondernemingen begint volgens haar effect te sorteren zodat alle belastingplichtigen hun aandeel aan belasting betalen. Naar aanleiding van het betoog van mevrouw Perez-Navarro vroeg Eerste Kamerlid Van Boxtel naar de relatie tussen de werkzaamheden van de OESO en de G20 en wie uiteindelijk verantwoordelijk zal zijn voor de implementatie van het te verschijnen BEPS-rapport. Mevrouw Perez-Navarro antwoordde hierop dat de OESO in samenspraak met de G20 richtlijnen heeft opgesteld over goede praktijken die door andere landen geïmplementeerd kunnen worden. Binnen de OESO houden werkgroepen toezicht op de werkzaamheden in dit verband.

Tevens vonden break-out sessies plaats over belastinghervorming op nationaal en internationaal niveau, waarbij de discussie zich vooral toespitste op maatregelen om belastingontwijking tegen te gaan. De Leden Essers en Van Boxtel namen vervolgens deel aan een paneldiscussie over belastingregimes voor intellectueel eigendom en innovatie, waarbij de heer Essers zich mengde in een discussie over de toelaatbaarheid van innovatiebox in verschillende jurisdicties. Ook werd in het kader van internationale belastingontwijkingsconstructies door multinationale ondernemingen gesproken over de al dan niet morele verplichting tot het betalen van belasting.

Eveneens vonden sessies plaats met als onderwerpenen «The effectiveness of the UK approach to anti-tax avoidance» en «taxing the digital economy».

Bij de sessie «The effectiveness of the UK approach to anti-tax avoidance» bleek dat de meningen over de effectiviteit van de Britse aanpak, en ook de aanpak van de PAC op dit onderwerp zelf, nogal uiteen lopen. Enkele deelnemers aan de discussie zijn van mening dat men op de goede weg is, een andere deelnemer uit met name felle kritiek op de aanpak van de PAC en vindt dat de commissie fout op fout stapelt in dit dossier.

Bij de sessie met als onderwerp «taxing the digital economy» blijkt dat één van de grote uitdagingen aangaande de digitale economie het goed definiëren van de digitale economie en digitale economische activiteiten. Het huidige systeem – dat vooral stoelt op het idee dat een bedrijf waar het gelokaliseerd is, ook belasting moet betalen – loopt achter bij de digitale economie die razendsnel in beweging is.

Het laatste programmaonderdeel van de conferentie bestond uit een keynote speech van Justin King CBE, voormalig CEO van J Sainsbury plc. Hij betoogde dat het huidige belastingsysteem, dat dateert uit de vorige eeuw, fundamenteel herzien dient te worden. Belasting zou volgens hem geen aspect moeten zijn waarop bedrijven elkaar beconcurreren. Bedrijven betalen volgens hem belasting omdat dit een wettelijke verplichting is maar ook met het oog op het beeld bij hun klanten, aandeelhouders en werknemers. De heer King gaf aan bezorgd te zijn dat het huidige debat over belastingen ertoe heeft geleid dat bedrijven in een slecht daglicht zijn komen te staan. Dit beeld is volgens hem onterecht, omdat bedrijven juist winstgevend dienen te zijn om belasting te betalen.

Namens de delegatie van de Eerste Kamer, Essers

Namens de delegatie van de Tweede Kamer, Omtzigt

De griffier van de delegatie van de Eerste Kamer, Rijks

De griffier van de delegatie van de Tweede Kamer, Maas

Naar boven