25 087 Internationaal fiscaal (verdrags)beleid

Nr. 45 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 februari 2013

Tijdens de regeling van de werkzaamheden op 6 februari hebben de leden Klaver en Omtzigt, gesteund door mevrouw Neppérus, mij gevraagd naar de gevolgen van de recente ontwikkelingen rond de stichting Holland Financial Centre (HFC) voor het onderzoek naar de non-bank finance sector dat SEO Economisch Onderzoek in opdracht van HFC uitvoert.

De herbezinning bij het Ministerie van Financiën over zijn betrokkenheid bij HFC en de mogelijke conclusies die HFC zelf daaruit trekt hoeven in mijn overtuiging geen gevolg te hebben voor dat onderzoek. Ik heb van HFC begrepen dat het de bedoeling is dat het onderzoek volgens planning afgerond zal worden. Dat verheugt mij, want ik vind, met uw Kamer, nog steeds dat de uitkomsten van dat onderzoek van belang zijn voor het vervolg van onze gedachtewisseling over de belastingheffing bij internationale ondernemingen.

Zoals ik al eerder heb aangegeven zie ik verder in het feit dat HFC opdracht heeft gegeven voor dit onderzoek, dat wordt uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau, geen reden om te twijfelen aan de objectiviteit van het onderzoek noch, op voorhand, aan de waarde van de uitkomst ervan.

Tenslotte laat ik u weten dat ik evenmin aanleiding heb om de deelname van het Ministerie van Financiën in de klankbordgroep bij dit onderzoek te beëindigen. Ik merk daarbij op dat ook DNB deelneemt aan die klankbordgroep en zijn deelname ook voortzet.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben ingelicht

De staatssecretaris van Financiën, F.H.H. Weekers

Naar boven