25 087 Internationaal fiscaal (verdrags)beleid

Nr. 257 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juni 2020

Naar aanleiding van de Coronacrisis is er zowel in Nederland als in Brussel gekeken of er mogelijkheden zijn om het bedrijfsleven tijdelijk tegemoet te komen. Hierbij is specifiek gekeken naar mogelijk uitstel van richtlijnen die binnenkort zouden ingaan.

Hierbij is onder andere gekeken naar de Mandatory Disclosure-richtlijn (ook wel DAC61 genoemd). DAC6 verplicht belastingplichtigen en intermediairs zoals belastingadviseurs, accountants en financiële instellingen vanaf 1 juli 2020 grensoverschrijdende constructies die gebruikt kunnen worden om belasting te ontwijken bij de Belastingdienst te melden. De informatie die vanaf dan geleverd moet worden gaat terug tot 25 juni 2018. De Belastingdienst zal deze informatie vervolgens automatisch uitwisselen met de belastingautoriteiten van andere EU-lidstaten.

Dit betekent een belangrijke stap in de strijd tegen belastingontwijking. Met het nieuwe uitwisselingssysteem krijgen belastingdiensten meer informatie over potentiële misbruiksituaties. Hierdoor kan er onverwijld worden gereageerd op schadelijke fiscale praktijken en kunnen gesignaleerde mazen worden gedicht door wetgeving. Bovendien heeft de meldplicht ook een preventieve werking op het aantal potentieel agressieve fiscale adviezen.

Omdat de gevolgen van de corona pandemie voor het bedrijfsleven groot zijn en de nieuwe maatregelen die met DAC-6 samenhangen veel extra werk betekenen, zijn er in de Raad de afgelopen tijd gesprekken gevoerd om de lidstaten de mogelijkheid te bieden om de administratieve verplichtingen die horen bij de meldplicht voor intermediairs en belastingplichtigen niet op 1 juli maar op 1 januari in te laten gaan, zonder daarbij af te doen aan de terugwerkende kracht. De informatie die geleverd moet worden gaat nog altijd terug tot 25 juni 2018.

Helaas nam de discussie meer tijd in beslag dan aanvankelijk was verwacht, maar er moest er wel een akkoord worden bereikt voorafgaand aan 1 juli (de oorspronkelijke datum waarop de meldplicht voor DAC6 in zou gaan). Daarom heeft het Kroatische Voorzitterschap ervoor gekozen om de besluitvorming, buiten de Ecofin Raden om, via een schriftelijke procedure te laten plaatsvinden.

Het is nu aan de lidstaten om aan te geven of zij de in de richtlijn gegeven optie om de meldtermijnen te verschuiven, overnemen. Bijna alle lidstaten zijn van plan om gebruik te maken van deze optie. Omdat de meldplicht grensoverschrijdend is, wordt het doel van het uitstel (het ontlasten van bedrijven) het beste bereikt als alle lidstaten de optie overnemen. De Europese Commissie heeft alle lidstaten dan ook nadrukkelijk opgeroepen de mogelijkheid tot het verschuiven van de termijnen over te nemen.

Gezien het bovenstaande ben ik bereid belastingplichtigen en intermediairs een half jaar langer de tijd te geven alvorens tot melding moet worden overgegaan. Hierdoor is er sprake van een gelijk speelveld ten opzichte van het merendeel van de andere EU-lidstaten, en kunnen intermediairs beter voorbereid starten aan de meldplicht. Bovendien zijn praktisch alle lidstaten van plan om gebruik te maken van het geboden uitstel. Het uitstel werkt namelijk voor het bedrijfsleven het beste uit als alle lidstaten het uitstel zouden verlenen. Om deze reden had de Europese Commissie in het originele richtlijnvoorstel2 voorgesteld dat alle lidstaten het uitstel zouden verlenen. Gezien de korte termijn waarbinnen dient te worden overgegaan tot verschuiving van de termijnen, is een beleidsbesluit het meest voor de hand liggende instrument om de optie van de richtlijn te implementeren. Bijgevoegd bij deze brief vindt u dit besluit.3 Daarnaast zullen ook de intermediairs en belastingplichtigen op de website van de Belastingdienst verdere praktische informatie kunnen vinden over dit uitstel.

Hierbij is het belangrijk te vermelden dat de verschuiving van de termijnen er op geen enkele manier toe kan leiden dat de Belastingdienst minder informatie ontvangt. Zoals al eerder in deze brief genoemd, dient de informatie, met terugwerkende kracht, vanaf 25 juni 2018 te worden aangeleverd. Het later ingaan van de meldtermijnen betekent alleen dat informatie over deze constructies een half jaar later wordt ontvangen, maar niet dat er minder informatie binnenkomt. Hiermee krijgen intermediairs en belastingplichtigen dus alleen meer ruimte om aan de meldplicht te voldoen, zonder dat er een mogelijkheid wordt geboden tot eventueel misbruik. Hieronder vindt u een overzichtelijk schema over de nieuwe tijdlijn die gaat gelden voor de toepassing van de Mandatory Disclosure-richtlijn.

Ten slotte, wil ik nogmaals benadrukken dat het kabinet een groot voorstander is van meer fiscale transparantie en het bestrijden van belastingontduiking en -ontwijking. In dat kader is de informatie-uitwisseling over grensoverschrijdende constructies die gebruikt kunnen worden om belasting te ontwijken, een waardevolle toevoeging aan het bestaande fiscale uitwisselingsinstrumentarium. Het richtlijnvoorstel tot verschuiving van de termijnen doet hieraan niets af. Het zorgt ervoor dat in deze uitzonderlijke tijd enige luchtruimte aan intermediairs en belastingplichtigen wordt geboden, zonder dat dit kan leiden tot eventueel misbruik.

De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief


X Noot
1

DAC6 staat voor de 5e wijziging van de Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen die ziet op het uitwisselen van fiscale informatie tussen EU lidstaten.

X Noot
2

COM (2020) 197:Proposal for a COUNCIL DIRECTIVE amending Directive 2011/16/EU to address the urgent need for deferring certain time limits for the filing and exchange of information in the field of taxation due to the COVID-19 pandemic

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven