25 087 Internationaal fiscaal (verdrags)beleid

Nr. 204 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 april 2018

Tijdens het debat over de aanpak van belastingontwijking op 29 maart 2018 heeft het lid Nijboer een motie ingediend (Handelingen II 2017/18, nr. 67, Debat over belastingontwijking). Die motie is vervolgens door hem gewijzigd en aangehouden in afwachting van een kabinetsappreciatie.1 De motie van het lid Nijboer strekt ertoe om bij de invoering van een generieke renteaftrekbeperking (earningsstrippingmaatregel) woningcorporaties te ontzien. Ik stel het op prijs dat de heer Nijboer zich met de wijziging van de oorspronkelijke motie ontvankelijk heeft getoond voor mijn bezwaar tegen het opnemen van een uitzondering in de vennootschapsbelasting om woningcorporaties te compenseren voor de gevolgen van de earningsstrippingmaatregel. In deze brief geef ik mijn oordeel over de gewijzigde en aangehouden motie.

De earningsstrippingmaatregel is een generieke maatregel met een meer gelijke fiscale behandeling van eigen vermogen en vreemd vermogen als doel. De maatregel is gericht op alle vennootschapsbelastingplichtigen, waaronder ook woningcorporaties. Het kabinet zal, conform de toezegging van de Minister van Financiën bij de Algemene Financiële Beschouwingen, bij de uitwerking van het wetsvoorstel aangeven hoe dit nu precies per saldo neerslaat en wat dit nou betekent voor woningcorporaties.2 Verder merk ik op dat het kabinet tijdens de augustusbesluitvorming altijd zorg draagt voor een evenwichtige lastenontwikkeling voor burgers en bedrijven.

Gelet op het feit dat de motie niet voorziet in de benodigde budgettaire dekking moet ik het ontraden.

De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel


X Noot
1

Kamerstuk 25 087, nr. 202

X Noot
2

Handelingen II 2017/18, nr. 20, item 16, p. 79–80.

Naar boven