25 087 Internationaal fiscaal (verdrags)beleid

Nr. 11 MOTIE VAN DE LEDEN BASHIR EN BRAAKHUIS

Voorgesteld 28 juni 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat het fiscaal verdragsbeleid onduidelijkheid laat over de vraag of staatsfondsen in aanmerking moeten kunnen komen voor verdragsinwonerschap, aangezien er staat dat van geval tot geval zal worden bezien of en hoe specifieke SWF's in aanmerking kunnen komen voor verdragstoegang en specifieke verdragsvoordelen;

overwegende, dat staatsfondsen niet altijd transparant zijn over de herkomst en bestemming van middelen;

constaterende, dat staatsfondsen normaliter geen gebruik zouden kunnen maken van verdragsvoordelen, aangezien ze als vrijgestelde lichamen volgens het onderworpenheidsvereiste van de OESO niet in aanmerking komen voor verdragsinwonerschap;

overwegende, dat dit logisch is uit het oogpunt van het voorkomen van een dubbele vrijstelling;

constaterende, dat de combinatie van een nul procent bronheffing op deelnemingsdividenden met de vrijgestelde status in eigen land ervoor zorgt dat staatsfondsen zo de facto altijd zijn vrijgesteld;

overwegende, dat er geen reden is staatsfondsen ten opzichte van andere investeerders te bevoordelen;

verzoekt de regering de van belasting vrijgestelde staatsfondsen in belastingverdragen niet aan te merken als verdragsinwoner en zodoende niet in aanmerking te laten komen voor verdragsvoordelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Bashir

Braakhuis

Naar boven