25 057
Verslagen van de Commissie voor de Verzoekschriften

nr. 172
VERSLAG OVER HET ADRES1 VAN M. O. TE G.2, MET BETREKKING TOT EEN VERBLIJFSVERGUNNING.

Vastgesteld, 11 september 1997

De commissie3, gezien de door de Staatssecretaris van Justitie verstrekte inlichtingen,

overwegende,

dat adressant zich erover beklaagt dat de Staatssecretaris van Justitie weigert om hem en zijn gezin alsnog om klemmende redenen van humanitaire aard een verblijfsvergunning te verlenen;

dat adressant van 1971 tot 1984 woonachtig is geweest in Nederland en in 1984 op medisch advies is teruggekeerd naar Marokko, het land van herkomst, met een zogenoemde transferabele uitkering uit hoofde van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

dat adressants toenmalige echtgenote spoedig daarna met de kinderen naar Nederland is teruggekeerd, binnen de termijn waarin herstel van hun verblijfsvergunning mogelijk was;

dat adressants huwelijk met zijn toenmalige echtgenote in 1986 door echtscheiding is ontbonden;

dat adressant, inmiddels in Marokko opnieuw in het huwelijk getreden, in 1988 eveneens naar Nederland is teruggekeerd om bij de kinderen uit zijn eerste huwelijk te kunnen verblijven;

dat adressants verzoek om een verblijfsvergunning in 1989 door de Staatssecretaris is afgewezen, waarna hij vergeefs heeft getracht door middel van een kort geding en hoger beroep tegen de uitspraak in dat geding uitzetting uit Nederland te voorkomen (uitspraken in respectievelijk augustus 1989 en februari 1991);

dat adressant zijn verzoek in 1991 heeft herhaald en wederom daarna vergeefs heeft getracht door middel van een kort geding en hoger beroep tegen de uitspraak in dat geding uitzetting uit Nederland te voorkomen (uitspraken in respectievelijk november 1992 en juni 1994);

dat de arrondissementsrechtbank in maart 1995 ook adressants beroep tegen de negatieve beslissing op zijn herzieningsverzoek heeft afgewezen;

dat adressants tweede echtgenote en uit zijn tweede huwelijk geboren kinderen inmiddels in 1991 eveneens naar Nederland zijn gekomen;

dat adressants tweede echtgenote vergeefs een verblijfsvergunning heeft aangevraagd, doch van verdere rechtsmiddelen geen gebruik heeft gemaakt;

dat adressant aanvoert dat het medisch advies, op grond waarvan hij in 1984 naar Marokko is teruggekeerd, achteraf als ondeugdelijk moet worden beschouwd omdat hij gedurende zijn verblijf in Marokko van 1984 tot 1988 nauwelijks verbetering van zijn gezondheidsklachten heeft bemerkt;

dat adressant voorts aanvoert dat hij niet kon voorzien dat zijn eerste echtgenote hem met medeneming van de kinderen zou verlaten teneinde zich weer in Nederland te vestigen en hen spoediger naar Nederland zou zijn gevolgd indien zijn gezondheid dat had toegelaten;

dat adressant het voor het welbevinden van de kinderen uit zijn eerste huwelijk noodzakelijk acht dat hij in Nederland verblijft, terwijl ook zijn echtgenote en de kinderen uit zijn tweede huwelijk inmiddels als in Nederland ingeburgerd moeten worden beschouwd;

dat deze omstandigheden door de Staatssecretaris en de onafhankelijke rechter zijn beoordeeld, die geen klemmende redenen van humanitaire aard aanwezig achtten om een verblijfsvergunning te verlenen;

dat adressant in 1986 in Marokko een nieuw gezin heeft gesticht, dat hem vervolgens in 1991 naar Nederland is gevolgd terwijl adressants aanvraag voor een verblijfsvergunning reeds was afgewezen en vergeefs rechtsmiddelen waren aangewend;

dat adressant alle uitspraken en aanzeggingen om Nederland te verlaten heeft genegeerd en zich aan uitzetting heeft onttrokken door onder te duiken;

dat het feit dat adressant, zijn tweede echtgenote en hun kinderen zich nog in Nederland bevinden thans geen reden kan zijn om alsnog een verblijfsvergunning te verlenen,

van oordeel,

dat er voor de Kamer geen aanleiding is in deze aangelegenheid verder te treden,

stelt aan de kamer voor ten aanzien van dit adres over te gaan tot de orde van de dag.

De voorzitter van de commissie,

Van Hoof

De griffier van de commissie,

Hubert


XNoot
1

Dit adres en de stukken, welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan liggen op de griffie van de Commissie voor de Verzoekschriften, Buitenhof 37, ter inzage voor de leden.

XNoot
2

Naam en adres van verzoekers zijn de commissie bekend.

XNoot
3

Samenstelling: Leden: Van Hoof (VVD), voorzitter, Ybema (D66), Apostolou (PvdA), ondervoorzitter, Van der Hoeven (CDA), Koekkoek (CDA), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), B. de Vries (VVD), Verkerk (AOV) en Van Oven (PvdA). Plv. leden: Kamp (VVD), Giskes (D66), Liemburg (PvdA), Smits (CDA), Hillen (CDA), vacature GroenLinks, Cherribi (VVD), Van Wilgerden (AOV) en Middel (PvdA).

Naar boven