25 053
Een afzonderlijke inkomensvoorziening voor kunstenaars (Wet inkomensvoorziening kunstenaars)

nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID SIPKES

Ontvangen 14 mei 1997

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel 13, tweede lid, wordt vervangen door:

2. Het recht op uitkering kan eenmalig worden verlengd voor een periode van ten hoogste vier jaar, al dan niet aaneengesloten:

a. indien het recht op uitkering na het bereiken van de termijn van vier jaar bedoeld in het eerste lid is geëindigd en de belanghebbende sindsdien gedurende ten minste vier jaar aaneengesloten zelfstandig als kunstenaar in zijn bestaan heeft voorzien; dan wel

b. indien het recht op uitkering is onderbroken voor een periode langer dan vier jaar en de belanghebbende in die periode zelfstandig als kunstenaar in zijn bestaan heeft voorzien.

Toelichting

Dit amendement beoogt de mogelijkheid te openen dat eenmalig een nieuw recht op uitkering krachtens de WIK ontstaat indien de kunstenaar na eerder WIK-gerechtigd te zijn geweest gedurende ten minste vier jaar zelfstandig in zijn bestaan als kunstenaar heeft voorzien.

Sipkes

Naar boven