25 051
Aanpassing van de loon- en inkomstenbelasting c.a., met het oog op vereenvoudiging van de wetgeving en vermindering van de administratieve lasten van het bedrijfsleven (Wet aanpassing loon- en inkomstenbelasting c.a. 1997)

nr. 9
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 26 november 1996

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel I worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A.1. In onderdeel M.2 vervalt het onderdeel onder 3°. Voorts wordt de onderdeelsaanduiding «4°» vervangen door: 3°.

A.2. Onderdeel M.3 wordt vervangen door:

M.3. Het derde lid, onderdeel b, wordt vervangen door:

b. uitgaven voor extra gezinshulp, mits wordt voldaan aan bij ministeriële regeling te stellen administratieve voorwaarden;.

A.3. Onderdeel M.5 vervalt.

A.4. Na het in onderdeel M.7 opgenomen vijftiende lid wordt, onder vernummering van het daarin opgenomen zestiende lid in zeventiende lid, ingevoegd:

16. Bij ministeriële regeling kunnen extra uitgaven voor levensonderhoud van tijdelijk bij ouders of verzorgers verblijvende gehandicapte kinderen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 2°, onder daarbij te stellen voorwaarden worden aangemerkt als buitengewone lasten in de zin van die bepaling.

A.5. In het in onderdeel M.7 opgenomen in zeventiende lid vernummerde zestiende lid wordt «onderdelen a en e» vervangen door: onderdeel e.

B. In onderdeel W vervalt de derde volzin.

II

In ARTIKEL XIIIB wordt na onderdeel B.2 ingevoegd:

B.2a. In het in onderdeel D.4 opgenomen twaalfde lid, laatste volzin, wordt «artikel 27» vervangen door: artikel 13a.

Toelichting

Onderdeel I

De in deze nota opgenomen wijzigingen strekken ertoe de forfaitaire invulling van de zogenoemde leefkilometers in artikel 46, derde lid, onderdeel a, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 te laten vervallen.

Daarnaast vervalt de cijfermatige invulling van het begrip «extra gezinshulp» in artikel 46, derde lid, onderdeel b, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964; het voorstel om bij ministeriële regeling administratieve voorwaarden te stellen, blijft gehandhaafd. In verband hiermee kan de in artikel 66b, eerste lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 opgenomen verwijzing naar dit onderdeel eveneens vervallen. Voor een nadere toelichting zij verwezen naar de brief welke heden is verzonden naar de Voorzitter van de vaste commissie voor Financiën uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Onderdeel II

In dit onderdeel wordt samenloop geregeld met het wetsvoorstel tot herziening van het regime ter zake van winst uit aanmerkelijk belang, consumptieve rente en vermogensbelasting (kamerstuk 24 761).

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

Naar boven