25 048
Verlenging van de werkingsduur van enkele onderdelen van de wet van 28 september 1988, Stb. 440 (verlenging van het experiment budgetfinanciering, decentralisatie en deregulering van de Wet Sociale Werkvoorziening)

nr. 5
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 29 oktober 1996

Het verheugt mij dat de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid met instemming heeft kennisgenomen van het wetsvoorstel en in haar verslag aangeeft de openbare beraadslaging over het wetsvoorstel voldoende voorbereid te achten, onder voorbehoud dat de in het verslag gestelde vragen en gemaakte opmerkingen genoegzaam zijn beantwoord.

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van de vraag van de commissie met betrekking tot een overgangsregeling voor de twee blindenwerkplaatsen ook voor 1997, alsmede van de vraag van de leden van de VVD-fractie naar de resultaten van, dan wel de stand van zaken met betrekking tot, de evaluatie van de Wet experiment budgetfinanciering, decentralisatie en deregulering van de Wet Sociale Werkvoorziening.

In 1994 en 1995 hebben twee bestuurlijke eenheden ter compensatie van meerkosten ten opzichte van de landelijk gemiddelde kosten per arbeidsplaats, een aanvullende tegemoetkoming toegekend gekregen ten behoeve van de arbeidsplaatsen in de bij hen behorende werkverbanden voor blinden en slechtzienden, in afwachting van een structurele oplossing in het kader van de voorgenomen herziening van de Wet sociale werkvoorziening. Toen de herziening van de Wet Sociale Werkvoorziening per 1-1-1996 nog niet was afgerond heb ik ook voor 1996 een overgangsregeling getroffen.

Nu de invoering van de nWsw met het onderhavige wetsvoorstel opnieuw met een jaar wordt uitgesteld stel ik mij voor ook de overgangsregeling voor de twee bestuurlijke eenheden te continueren voor het jaar 1997, in overeenstemming met het verzoek van de commissie.

Wat betreft de vraag van de leden van de VVD-fractie ten aanzien van de tijdens de parlementaire behandeling van de Wet experiment budgetfinanciering, decentralisatie en deregulering van de Wet Sociale Werkvoorziening toegezegde evaluatie kan ik u melden dat de evaluatie door een adviesbureau is afgerond in 1993 en aan de Kamer is aangeboden (kamerstukken II 1990/91, 21 800 XV, nr. 71 en kamerstukken II, 1993/94, 23 400 XV, nr. 30). De resultaten van de evaluatie zijn verwerkt in het wetsvoorstel voor een nieuwe regeling inzake de Wet sociale werkvoorziening (Zie de Memorie van Toelichting, kamerstukken II, 1995/96, 24 787 nr. 3, p. 2).

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. P. W. Melkert

Naar boven