25 047
Invoering van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 (Invoeringswet Organisatiewet sociale verzekeringen 1997)

nr. 9
DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 18 november 1996

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «afzonderlijk worden beheerd en geadministreerd» vervangen door: gezamenlijk worden beheerd en afzonderlijk worden geadministreerd.

2. Na het zesde lid worden twee nieuwe leden ingevoegd, luidende:

7. Ter zake van de in het eerste en derde lid bedoelde overgang van vermogensbestanddelen blijft heffing van overdrachtsbelasting achterwege.

8. De tenaamstelling in de kadastrale leggers van de vermogensbestanddelen die op grond van het eerste en derde lid overgaan, wordt gewijzigd op opgave van het Landelijk instituut sociale verzekeringen aan de desbetreffende hypotheekbewaarder.

B

Na artikel 75a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 75b

De Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel XVI wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en derde lid wordt de zinsnede «de leeftijd van 50 jaar» telkens vervangen door: de leeftijd van 45 jaar.

2. Aan het derde lid worden twee zinnen toegevoegd, luidende: De artikelen 24 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en 34 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, zoals die artikelen luidden op de dag, voorafgaande aan die waarop deze wet in werking treedt, blijven tot een bij ministeriële regeling te bepalen latere datum dan de datum van inwerkingtreding van deze wet van toepassing op een persoon die op de dag voorafgaande aan die waarop deze wet in werking treedt, recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering, en die op de dag van inwerkingtreding van deze wet de leeftijd van 45 jaar heeft bereikt maar niet die van 50. Ten aanzien van de in de tweede zin bedoelde persoon beziet het Landelijk instituut sociale verzekeringen op de aldaar bedoelde latere datum of er gronden aanwezig zijn voor herziening of intrekking van de arbeidsongeschiktheidsuitkering.

3. In het vierde lid wordt de zinsnede «De in het derde lid bedoelde latere datum» vervangen door: De in de eerste zin van het derde lid bedoelde latere datum.

B

In artikel XX, eerste en derde lid, wordt de zinsnede «de leeftijd van 50 jaar» telkens vervangen door: de leeftijd van 45 jaar.

C

Artikel XXIV wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en derde lid wordt de zinsnede «50 jaar» telkens vervangen door: 45 jaar.

2. Aan het derde lid wordt een zin toegevoegd, luidende:

Voor de toepassing van de eerste zin wordt met de daarin genoemde persoon gelijkgesteld de persoon die op de dag van inwerkingtreding van deze wet de leeftijd van 45 jaar heeft bereikt maar niet die van 50, met dien verstande dat op een door Onze Minister te bepalen latere datum voor die gelijk te stellen persoon wordt bezien of er gronden aanwezig zijn voor herziening of intrekking van het pensioen uit hoofde van ziekten of gebreken.

3. In het vierde lid wordt de zinsnede «De in het derde lid bedoelde latere datum» vervangen door «De in de eerste zin van het derde lid bedoelde latere datum» en wordt de zinsnede «De datum bedoeld in het derde lid» vervangen door: Deze datum.

D

In artikel XXV, derde lid, wordt de zinsnede «50 jaar of ouder is» vervangen door: 45 jaar of ouder is.

C

Na artikel 75b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 75c

Artikel 2 van de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid:

a. vervallen de onderdelen b, d en f;

b. worden de onderdelen c en e verletterd tot b en c;

c. wordt aan het einde van het nieuwe onderdeel b na de puntkomma de aanduiding «of» toegevoegd;

d. wordt aan het einde van het nieuwe onderdeel c de aanduiding «; of» vervangen door een punt.

2. In het derde lid wordt de zinsnede «de leeftijd 50 jaar» vervangen door: de leeftijd van 45 jaar.

D

Na artikel 75c wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 75d

In artikel 52, derde lid, van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid wordt de zinsnede «de leeftijd van 50 jaar» vervangen door: de leeftijd van 45 jaar.

TOELICHTING

ALGEMEEN

Op 12 november 1996 heeft de Tweede Kamer de motie van het lid Adelmund c.s. (22 187 nr. 42) aanvaard waarin de regering wordt verzocht de wet Terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen (TBA) zodanig aan te passen dat het nieuwe arbeidsongeschiktheidscriterium niet gaat gelden voor personen die vóór de inwerkingtreding van die wet recht hadden op arbeidsongeschiktheidsuitkering en op 1 augustus 1993 de leeftijd van 45 jaar hadden bereikt. Met deze nota van wijziging wordt uitvoering gegeven aan deze motie. Daartoe wordt het overgangsrecht van de wet TBA zodanig gewijzigd, dat het arbeidsongeschiktheidscriterium dat vóór 1 augustus 1993 op de desbetreffende groep van toepassing was ook in de toekomst op hen van toepassing zal blijven.

Voor diegenen van de desbetreffende groep die op of na 1 januari 1987 uitkering hebben gekregen blijft derhalve het arbeidsongeschiktheidscriterium dat met ingang van die datum is ingevoerd gelden. Op personen van deze groep die al voor laatstgenoemde datum uitkering hadden en op 1 augustus 1993 45 jaar of ouder waren, blijft het arbeidsongeschiktheidscriterium van toepassing dat tot 1 januari 1987 gold. Voor deze groep geldt derhalve dat ook de verdisconteringsbepalingen op hen van toepassing blijven.

Op grond van de met de wet TBA gewijzigde WAO wordt een arbeidsongeschiktheidsuitkering toegekend voor een periode van 5 jaar. Na deze periode wordt de uitkering op aanvraag gecontinueerd indien nog steeds aan de voorwaarden voor het recht op uitkering wordt voldaan.

Deze regeling geldt ook voor personen die vóór de inwerkingtreding van die wet recht hadden op arbeidsongeschiktheidsuitkering en op 1 augustus 1993 de leeftijd van 45 jaar hadden bereikt. De datum waarop deze reguliere herbeoordeling voor de eerste maal plaatsvindt zal bij ministeriële regeling worden bepaald. In deze regeling zal de herbeoordeling van deze groep personen over een periode van 5 jaar, te beginnen in 1997, worden gespreid.

Het vorenstaande impliceert dat het cohortenbesluit in die zin wordt gewijzigd, dat dit besluit niet langer van toepassing is op de hier bedoelde groep personen.

Ten slotte wordt in deze nota van wijziging de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria (BIA) zodanig aangepast, dat de rechten van deze groep personen op een BIA-uitkering gewaarborgd blijven. Dat betekent dat indien deze personen op grond van een herbeoordeling naar het arbeidsongeschiktheidscriterium zoals dat vóór 1 augustus 1993 dan wel vóór 1 januari 1987 gold, hun arbeidsongeschiktheidsuitkering geheel of gedeeltelijk verliezen, zij aanspraak hebben op een BIA-uitkering.

De hier voorgestelde versoepeling van de herbeoordelingsoperatie leidt tot jaarlijkse meeruitgaven. Deze meeruitgaven zijn het saldo van hogere WAO-lasten en lagere WW- respectievelijk BIA-lasten.

Verwacht wordt dat de jaarlijkse meeruitgaven zullen oplopen van 6 mln gld in 1997 tot een «structureel» niveau van 90 mln gld in 2002. Na 2002 nemen de jaarlijkse meeruitgaven licht af in verband met uitstroom als gevolg van overlijden. In 2013 vervallen de meeruitgaven geheel. In dat jaar is het hele bestand, waarop de versoepeling van de herbeoordelingsoperatie betrekking heeft, 65 jaar geworden. Men heeft dan geen recht meer op een arbeidsongeschiktheidsuitkering.

ARTIKELSGEWIJS

Onderdeel A

Na inwerkingtreding van het wetsvoorstel Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 en van het voorliggende wetsvoorstel zullen er geen wettelijke taken meer zijn voor de Vereniging GAK, noch voor de bedrijfsverenigingen. Om deze reden is in het voorliggende wetsvoorstel geregeld, dat de vermogensbestanddelen, waaronder de onroerende zaken, van de bedrijfsverenigingen en de vereniging «Gemeenschappelijk Administratiekantoor» over zullen gaan naar het Lisv. Het nieuwe zevende lid regelt dat ter zake van deze overgang geen heffing van overdrachtsbelasting zal plaatsvinden. Het achtste lid regelt de wijze waarop de tenaamstelling in de kadastrale leggers wordt gewijzigd.

Onderdeel B

Door de in onderdeel B opgenomen wijziging van de desbetreffende bepalingen in TBA wordt bereikt, dat het arbeidsongeschiktheidscriterium zoals dat gold vóór de dag van inwerkingtreding van die wet, van toepassing blijft op personen die op die dag recht hadden op een arbeidsongeschiktheidsuitkering èn de leeftijd van 45 jaar hadden bereikt.

De toekenning van de arbeidsongeschiktheidsuitkering voor perioden van vijf jaar (artikel 34 WAO jo. artikel XVIII TBA) gaat evenwel ook gelden ten aanzien van personen die op 1 augustus 1993 de leeftijd van 45 jaar hadden bereikt, maar niet die van 50 jaar. Voor deze personen is expliciet de opdracht in de wet opgenomen om tot die herbeoordeling over te gaan. De datum waarop deze reguliere herbeoordeling voor de eerste maal plaatsvindt zal bij ministeriële regeling worden bepaald. In deze regeling zal de herbeoordeling van deze groep personen over een periode van 5 jaar, te beginnen in 1997 worden gespreid.

Deze bedoelde groep 45-plussers dient dus wel aan een herbeoordeling te worden onderworpen. Echter, deze personen zullen beoordeeld worden aan de hand van het arbeidsongeschiktheidscriterium zoals dat voor hen gold vóór de inwerkingtreding van de Wet TBA.

Met betrekking tot de wijzigingen van artikel XX kan het volgende worden opgemerkt. Deze wijzigingen hebben op zich geen werking meer voor de Algemene burgerlijke pensioenwet. Op grond van de Wet privatisering ABP (WPA) is de Algemene burgerlijke pensioenwet per 1 januari 1996 ingetrokken. De aanspraken van de Abp-invaliditeitsgepensioneerden zijn in het kader van de privatisering van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds op grond van de WPA omgezet in onder andere WAO-conforme aanspraken. Daarbij is op grond van artikel 44 van de WPA tevens geregeld dat de populatie waarop het overgangsrecht van de TBA voor ambtenaren van toepassing was (artikel XXI TBA), onder de overeenkomstige werking van het overgangsrecht van de TBA voor de WAO-gerechtigden (artikel XVI TBA) werd gebracht. In verband hiermee is wijziging van de artikelen XX en XXI van de TBA overbodig. Dat niettemin toch tot aanpassing van de in artikel XX, eerste en derde lid, TBA genoemde leeftijdsgrens wordt overgegaan, heeft te maken met de samenhang van dit artikel met artikel 2, tweede lid, van de BIA. Dat artikel regelt de toepasselijkheid van de BIA op arbeidsongeschikte werknemers met een ambtelijk verleden. Zonder wijziging zou de BIA voor deze groep van werknemers in de leeftijdscategorie 45 tot 50 jaar van toepassing blijven.

De wijzigingen onder c en d betreffen het militair personeel. Voor militairen is het reguliere arbeidsongeschiktheidscriterium neergelegd in artikel E 6 van de Algemene militaire pensioenwet. Onderdeel c voorziet erin dat voor militairen die op 1 augustus 1993 de leeftijd van 45 jaar hadden bereikt het arbeidsongeschiktheidscriterium blijft gelden, zoals dat daags vóór die datum van toepassing was. Tevens wordt erin voorzien dat de toekenning van het pensioen ter zake van ziekten of gebreken voor perioden van vijf jaar geldt voor militairen die op 1 augustus 1993 de leeftijd van 45 jaar hadden bereikt, maar niet die van 50 jaar. De datum waarop deze reguliere herbeoordeling voor de eerste maal plaatsvindt zal bij ministeriële regeling worden bepaald. In deze regeling zal de herbeoordeling van deze groep personen over een periode van 5 jaar, te beginnen in 1997, worden gespreid. Ook voor de betrokken groep militairen geldt dus de uitdrukkelijke opdracht tot herbeoordeling, met dien verstande dat de beoordeling geschiedt via het arbeidsongeschiktheidscriterium zoals dat voor hen gold vóór de inwerkingtreding van de Wet TBA.

De wijziging onder d betreft een technische doorvertaling van het voorgestelde derde lid van artikel XXIV naar artikel XXV, derde lid. De leeftijdsgrens voor het handhaven van de verdiscontering van werkloosheid in arbeidsongeschiktheid wordt voor diegenen die op grond van overgangsrecht recht hebben op aanvulling op hun pensioen zonder onderscheid tussen een loondervingsfase en een vervolgsituatie gewijzigd van 50 jaar of ouder in 45 jaar of ouder.

Onderdeel C

Blijkens artikel 2, eerste lid, van de BIA ziet deze wet mede op personen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering die op 1 augustus 1993 de leeftijd van 45 jaar hadden bereikt én door toepassing van het nieuwe arbeidsongeschiktheidscriterium van de TBA niet meer, of voor een lagere uitkering in aanmerking komen. Dit laatste is door de voorgestelde aanpassing van de TBA niet meer mogelijk; voor de bedoelde categorie 45-jarigen en ouder blijft immers het arbeidsongeschiktheidscriterium gelden, zoals dat gold voor inwerkingtreding van de TBA. In verband daarmee zijn de onderdelen b, d en f komen te vervallen.

Het is mogelijk dat arbeidsongeschikten die op 1 augustus 1993 de leeftijd van 45 jaar hadden bereikt, door toepassing van het arbeidsongeschiktheidscriterium zoals dat gold vóór de toepassing van de TBA niet meer, of voor een lagere uitkering in aanmerking komen. Voor hen zal ook het regime van de BIA gaan gelden, zoals dat thans geldt voor degenen die op die datum 50 jaar of ouder waren.

Onderdeel D

Met de wijziging van artikel 52, derde lid, van de Invoeringswet stelselherziening (IWS) wordt bereikt dat op personen die vóór 1 januari 1987 recht hadden verkregen op arbeidsongeschiktheidsuitkering en op 1 augustus 1993 de leeftijd van 45 jaar hadden bereikt, het arbeidsongeschiktheidscriterium van toepassing blijft zoals dat gold vóór 1 januari 1987.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

F. H. G. de Grave

Naar boven