25 036
Goedkeuring van de op 20 november 1995 te Brussel tot stand gekomen Euro-Mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en de Staat Israël, anderzijds

nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 7 maart 1997

Zoals toegezegd aan het einde van de beraadslaging in Uw Kamer over de Euro-Mediterrane verdragen met Israël en Tunesië, kom ik hierbij schriftelijk terug op de door de leden Sipkes en Woltjer ingediende motie, waarin gevraagd wordt om de Nederlandse ratificatie van het Euro-Mediterrane verdrag met Israël te doen vergezellen van een understanding (25 036, nr. 7).

Ik ontraad de aanneming van die motie. Anders dan bij multilaterale verdragen, waar het niet ongebruikelijk is om een zogenoemde interpretatieve verklaring af te leggen bij de bekrachtiging van een verdrag, worden in het kader van de verdragen van de EG en haar lid-staten met derden nooit nadere verklaringen afgelegd bij de bekrachtiging. Eventuele verklaringen worden bij de ondertekening van deze verdragen afgelegd.

Ik hoop dat ik hiermee de leden van Uw Kamer voldoende heb geïnformeerd.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. van Mierlo

Naar boven