Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1997-1998 | 25017 nr. 9 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1997-1998 | 25017 nr. 9 |
Vastgesteld 18 juni 1998
De vaste commissie voor Economische Zaken1 heeft op 16 april 1998 overleg gevoerd met staatssecretaris Van Dok-van Weele van Economische Zaken over het onderhandelingsresultaat met betrekking tot het rapport van de commissie-Langman.
Van het gevoerde overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissie
Mevrouw Witteveen-Hevinga (PvdA) kwalificeerde het akkoord met Noord-Nederland naar aanleiding van het rapport van de commissie-Langman als historisch. Voor de eerste keer in de geschiedenis wordt in zo'n overeenkomst uitgegaan van de kracht van Noord-Nederland in plaats van de zwaktes. Als kernpunten beschouwde zij de afspraken over het wegwerken van de achterstand in werkgelegenheid en arbeidsparticipatie en over de ontwikkeling van de noordcorridor. Voor 2010 gaat in beginsel de schop in de grond voor de Zuiderzeespoorlijn. Doordat kan worden geprofiteerd van de dynamiek die zich ontwikkelt in Noord- en Oost-Europa wordt de concurrentiepositie van Nederland versterkt. Dit stond de heer Wallage al voor ogen bij de indiening van zijn motie bij de behandeling van de Miljoenennota in 1996. Zij stak de staatssecretaris een pluim op de hoed. Ondanks de verwachtingen die premier Kok reeds in het najaar van 1997 wekte, begon het morgenrood voor haar pas echt te gloren toen zij op 9 april het interview met minister Melkert in het Nieuwsblad van het noorden las. Zij loofde ook de eendracht waarmee de noordelijke bestuurders het karwei hebben geklaard. Zij verwachtte dat de noordelijke provinciale staten het akkoord zouden steunen.
Mevrouw Witteveen hechtte belang aan tussentijdse evaluaties, zeker van de effecten op de werkgelegenheid. Daarvoor zou de Kamer jaarlijks een korte evaluatie c.q. voortgangsrapportage moeten ontvangen. De financiële onderbouwing is goed geregeld en gecoördineerd. Het commitment van het kabinet inzake medefinanciering vanuit de ICES-gelden en de inzet van de Europese fondsen is cruciaal. Zij vertrouwde erop dat ook het groene element voldoende aandacht zal krijgen en dat lokale overheden bijdragen aan de voorbereiding zullen leveren. Zij verwees naar de instelling door de gemeente Emmen van een fonds voor de stimulering van initiatieven en ontwikkelingen op het gebied van land- en tuinbouw.
Mevrouw Witteveen onderstreepte het pleidooi van de PvdA om de op te richten landelijke automatiseringsdienst basisadministratie belastingen in het noorden te vestigen. Daarmee zou het informatietechnologiecentrum dat door KPN in Groningen wordt ontwikkeld worden versterkt. Zij dacht voorts aan het voornemen tot het oprichten van een centraal expertisecentrum voor een succesvolle introductie van publiek-private partnershipprojecten en aan de start van een HBO-MBO-opleiding visserij.
Mevrouw Witteveen stemde volledig in met het akkoord, dat zeker een stevige plek in het formatiedossier en het nieuwe regeerakkoord zal krijgen. Zij hoopte dat de huidige premier de kans zou krijgen om uitvoering te geven aan zijn eigen besluiten over het akkoord.
De heer Remkes (VVD) viel het op dat mevrouw Witteveen de premier wel continuïteit wenste, maar de staatssecretaris niet. Dat was wellicht impliciet verwerkt in hetgeen zij daarvoor zei. Hij wees erop dat het onderhandelingsresultaat een zaak van kabinetsbeleid was. Hij concludeerde dat het kabinet nu voornemens is om de motie-Remkes, in december door de Kamer aanvaard, volledig uit te voeren, terwijl het bij de stemming nog een slag om de arm hield. Ook de motie van collega Witteveen wordt uitgevoerd, met een pakket van samenhangende maatregelen. Hij had lof voor de programmatische benadering en het voorziene periodieke bestuurlijke overleg ter bewaking van de voortgang. De Kamer zal steeds door het gevoerde overleg en de daarbij gepleegde evaluaties betrokken blijven. De heer Remkes onderkende, dat de samenhang met het ICES-proces en de samenhang met het proces in Brussel complicerend werken. Het is daardoor niet goed mogelijk alles af te kaarten. Hij vond belangrijk wat onder het hoofdje Europese structuurfondsen was vermeld. De afspraken over voortzetting van het bestaande regionale beleid zijn pure winst, want na verkiezingen is de verleiding om op allerlei posten te bezuinigen groot.
Gelet op de afspraken van 1994 meende de heer Remkes, dat onder het kopje infrastructuur sigaren uit eigen doos worden gepresenteerd. Wel is het goed dat een aantal afspraken nu goed zijn beschreven. De verbetering van de A33 en het eerder gereedkomen van de Hanzelijn spraken hem aan. Hij miste een tekst over de ethyleenleiding, al achtte hij het mogelijk dat de reden daarvoor was dat de voorbereiding nog onvoldoende heeft plaatsgevonden. Voorts zou een regeling tussen domeinen en het havenschap Eemshaven tot stand moeten komen voor de overdracht van gronden.
De heer Remkes complimenteerde de staatssecretaris en de andere betrokken bewindslieden met de afspraken over een nieuw hartchirurgisch centrum in Leeuwarden en over de noordcorridor. Hij wenste hun veel overtuigingskracht tegenover Bremen en Hamburg. Het kabinet is wat betreft de Zuiderzeespoorlijn veel verder gekomen dan welk kabinet met het CDA erin dan ook. Een paar jaar geleden is een motie van zijn collega Verbugt aangenomen waarin exact wordt gevraagd wat nu tot stand is gekomen. De Zuiderzeespoorlijn dient tot stand te komen met technologie van de toekomst. De trein moet er harder rijden dan 160 km. Er moet ook worden voldaan aan de internationale dimensie, want de lijn kan niet stoppen in Nieuweschans. Hij wachtte graag nadere voorstellen en een rapportage over het internationale overleg af.
De heer Remkes sloot zich aan bij de suggesties van mevrouw Witteveen tot spreiding van rijksdiensten. Ook hij meende dat de afspraken bij de kabinetsformatie voldoende prioriteit moeten krijgen. De onderhandelingen zijn voor het noorden moeilijk geweest. Het noorden en de staatssecretaris hebben op de valreep een prima resultaat bereikt. Hij was vroeger in een andere hoedanigheid betrokken bij de onderhandelingen. Hij waardeerde het dat de opzet van wat er nu ligt breder en ruimhartiger is.
De heer Ybema (D66) concludeerde, dat de verwachtingen die met de instelling van de commissie-Langman in het noorden zijn gewekt met het onderhavige pakket van afspraken zijn waargemaakt. De commissie-Langman adviseerde te proberen de sterke punten van het noorden volledig te benutten. De centrale doelstelling van Langman, het verhogen van de arbeidsparticipatie met 43 000 arbeidsplaatsen, is helemaal overeind gebleven.
In het lijstje onder het kopje continuering van het beleid is de bijdrage van LNV wel wat aan de magere kant, zeker gelet op hetgeen LNV doet voor het zuiden van het land. De heer Ybema verwachtte problemen met projecten waarvoor LNV een cofinanciering moet leveren. Hij vroeg of hij hetgeen onder het kopje Europese structuurfondsen staat zo moet lezen, dat indien onverhoopt het noorden niet onder doelstelling 2 kan worden ondergebracht, een compensatie wordt gegeven met ICES-middelen. Hij vond de afspraak vermeld onder het kopje ICES-pakketten over de voorbereiding van de besluitvorming bij de kabinetsformatie een knappe afspraak. Men kan niet over het eigen graf heen regeren, maar deze formule geeft de afspraken een maximale politieke hardheid. Hij vroeg zich overigens af wat hij zich moet voorstellen bij ICES-pakketten van verschillende omvang.
De fiscale faciliteit lag de heer Ybema heel nauw aan het hart. Hij had eerder van de staatssecretaris van Financiën de toezegging gekregen, dat de evaluatie van deze fiscaliteit eind 1997 zou plaatsvinden. Hij wist dat die staatssecretaris bereid is, de drempel te verlagen tot 1 of 2 mln.
De heer Ybema beschouwde de keuze voor de noordcorridor als een absolute doorbraak, waarmee een relatie wordt gelegd tussen het noorden en de internationale vervoersstroom. De afspraken over de Zuiderzeespoorlijn overtroffen zijn verwachtingen. Hij vond de keuze voor een programmatische aanpak belangrijk, omdat het noorden daarmee veel meer kans krijgt om zelf zaken uit te voeren.
De heer Ybema sprak zijn waardering uit voor de inzet van alle betrokken bestuurders en hun medewerkers.
De heer De Jong (CDA) was ingenomen met het rapport-Langman en de reactie vanuit Noord-Nederland. Zijn enthousiasme nam nog toe toen hij enkele weken geleden noordelijke bestuurders aanhoorde. Hij complimenteerde het noorden ervoor dat het de gelederen gesloten heeft gehouden. Hij herinnerde aan de breed gedragen motie-Witteveen, waarin is gevraagd om concrete maatregelen en een financiële paragraaf. Hij heeft het stuk over de afspraken drie keer gelezen, maar kon de concrete maatregelen en de financiële paragraaf nergens vinden. Dat het beleid wordt gecontinueerd, vond hij niet meer dan normaal.
Eigenlijk zou de heer De Jong er de voorkeur aan geven, de prioriteitsstelling voor de Europese structuurfondsen in Den Haag te laten plaatsvinden in plaats van in Brussel. De minister van Financiën heeft nooit toezeggingen willen doen inzake doorsluizing van gelden naar het regionale beleid. Hij had geen idee aan welk bedrag hij nu moet denken. Hij kon alleen lezen dat het kabinet zich zal inspannen om de gemiddelde jaarlijkse ontvangsten uit de Europese structuurfondsen op het niveau van 1994–1999 te prolongeren.
Het verheugde de heer De Jong dat er verkenningen voor een aantal projecten worden gestart. Hij vroeg zich af wat hij zich in vredesnaam moest voorstellen bij illustratieve ICES-pakketten van verschillende omvang. Hier miste hij zeer een concreet pakket van maatregelen met een financiële paragraaf. Over de fiscale faciliteit en het gemeenschappelijk landbouwbeleid wordt ook niets concreets gemeld. Het hartchirurgisch centrum Leeuwarden stond aanvankelijk nr. 2 na Enschede en is nu ook voorbij gegaan door Den Haag. Net als de heer Remkes besefte hij, dat het overleg met Noord-Duitsland over de noordcorridor pittig zal worden. Hij vroeg zich af of de Zuiderzeespoorlijn daarvan afhankelijk wordt gesteld. Overigens was die in het rapport-Langman niet meegenomen, dus dit is een pluspunt.
De heer De Jong zou graag van de staatssecretaris vernemen, of zij meent dat zij de motie-Witteveen inderdaad heeft uitgevoerd. Hij kon dat er op geen enkele manier uit halen. Hij kondigde aan, dat het CDA wel het rapport van de commissie-Langman, maar niet het stuk dat nu voorligt inzet van de verkiezingen zal maken.
Het antwoord van de staatssecretaris van Economische Zaken
De staatssecretaris onderscheidde drie elementen in de afspraken:
1. concrete toezeggingen op korte termijn, in bedragen, waarvoor het huidige kabinet ook de mogelijkheden heeft;
2. de voortzetting van het regionaal beleid, een beslissing die zeker niet automatisch heeft plaatsgevonden;
3. een aantal beslissingen waarvoor het kabinet alleen een commitment kan tonen, omdat de bijbehorende bedragen tijdens de kabinetsformatie of nadien moeten worden ingevuld. In moties was gevraagd om een samenhangend pakket, met middelen, en om ernaar te streven, het hele noorden onder doelstelling 2 van de Europese structuurfondsen te brengen. De onderhandelingen daarover worden pas afgerond in 1999. Daarover zijn met het noorden zo goed mogelijk afspraken gemaakt.
Het schonk de staatssecretaris voldoening dat met de afspraken een beleid is uitgestippeld dat voor heel Nederland van groot belang kan zijn. Jaarlijkse evaluaties zouden kunnen worden toegevoegd aan de begrotingen of in de vorm van voortgangsverslagen kunnen worden aangeleverd. Een spreidingsbeleid voor rijksdiensten bestaat niet, maar wel zal waar dat mogelijk is het noorden onder de aandacht van bedrijven en instellingen worden gebracht, omdat de economische structuur daar zeer mee gediend kan zijn, zeker als ook een koppeling kan worden gemaakt met bijvoorbeeld technologie of onderwijs. Het idee bestaat om in een werkgroep te bezien welke instellingen van belang zijn voor een clustervorming.
De komende weken zal de inhoud van de pakketten, die tussen 1 en 3 mld. mogen kosten, worden geconcretiseerd. Het noorden is uitgenodigd om daar voorstellen voor te doen. Voor de ICES-gelden moet worden voldaan aan criteria, verband houdend met het opheffen van congestie, beter gebruik van de ruimte en gebruik van technologische oplossingen. Voor die criteria wordt gemeten met de normen van het rapport-Langman. Het gaat niet alleen om infrastructuur, maar ook om onderwijs, technologie en landbouw. De pakketten daarvoor zullen variabel zijn, ook omdat de budgetten nog niet bekend zijn. De Europese structuurfondsen en de ICES-gelden zijn geen communicerende vaten. Met het woord compensatie zou een verkeerde indruk worden gegeven.
De voorbereiding van de overdracht van gronden rond de Eemshaven is nog niet afgerond. De Kamer hoort daar later over. De staatssecretaris besefte dat het overleg met Duitsland over de Zuiderzeespoorlijn heel belangrijk wordt. Het is opgenomen als een actiepunt in de nota. Er moet een heel snelle verbinding ontstaan, waarmee de relatie tussen het westen en het noorden wordt verstevigd. Het nodige onderzoek én het overleg met Duitsland zullen eerder gaan plaatsvinden dan tot nu toe was voorzien.
Dat de fiscale faciliteit bij een positief resultaat van de evaluatie wordt voortgezet, zag de staatssecretaris als een vrij harde toezegging.
De staatssecretaris stelde het op prijs, dat het CDA veel aandacht zou schenken aan de commissie-Langman en het voorgelegde pakket kritisch zou bezien.
De heer De Jong (CDA) dacht bij een concreet pakket aan maatregelen, voorzien van een financiële paragraaf, echt aan iets anders dan hij nu voor zich had. Er moeten dan bedragen worden genoemd. Het kabinet zou in ieder geval kunnen laten weten wat de bedoeling is. Eind vorig jaar was het rapport-Langman er. Nu, in april, is wat de Kamer toen vroeg er niet. Als hij destijds de reacties waar de andere partijen nu mee komen had voorzien, had hij de motie-Witteveen misschien niet mee ondertekend. Langman was er niet alleen om ervoor te zorgen dat het bestaande beleid wordt voortgezet. Daar zou iets bij komen. De staatssecretaris zou niet alleen het CDA, maar alle partijen moeten voorhouden om ook in de toekomst een punt te maken van het rapport-Langman.
De heer Ybema (D66) was van mening dat de heer De Jong te weinig oog heeft voor de politieke beperkingen van het huidige kabinet, ten gevolge van de komende verkiezingen. Hij had het CDA wel eens willen horen als het kabinet een knalhard pakket voor na 6 mei had voorgelegd. Hij wilde het kabinet alleen aanspreken op de punten waarvoor het politiek voluit verantwoordelijk is. Dat zijn vooral punten waarmee beleid wordt gecontinueerd en die in lopende programma's zijn vermeld. Aan wat daar overheen reikt, zal het volgende kabinet zich moeten committeren. Hij vond het creatief dat afgesproken is om bij de formatie pakketten op tafel te leggen.
Al mocht hij niet over compensatie spreken, hij bespeurde toch de bereidheid om zoveel mogelijk via ICES-middelen te corrigeren indien zich problemen zouden voordoen bij het bereiken van doelstelling 2 in Brussel. Hij drong aan op een zeer snelle afronding van de fiscale faciliteit, zodat in de volgende begroting met de verlaging van de drempel rekening kan worden gehouden.
De heer Remkes (VVD) had de «tien miljard van Langman» altijd beschouwd als een aardige metafoor, die wel gerelativeerd moet worden, met het oog op bestuurlijke processen die zullen worden afgewikkeld. Dat bedrag mag geen eigen leven gaan leiden. Hij had zich eind vorig jaar niet op dat bedrag vastgelegd. Het rapport-Langman heeft gefunctioneerd als een breekijzer, in het kabinet en in Noord-Nederland, waar het tot grote eensgezindheid leidde. Er zijn wel degelijk concrete projecten genoemd in de afspraken. Er zijn ook bestuurlijke afspraken gemaakt. De motie-Witteveen was zijns inziens goed uitgevoerd. Er zijn in het stuk van de staatssecretaris inhoudelijk uitstekende suggesties gedaan, maar daarover valt nog wel iets te zeggen in het licht van de doelstelling om 43 000 arbeidsplaatsen te creëren. Voor de periode tot 2006 zijn de bedragen redelijk te overzien, maar Brussel gaat niet verder. Langman kijkt tot 2010. De heer Remkes stemde ermee in dat bij de formatie over pakketten gepraat zal worden, omdat het op dit moment nog niet mogelijk is concrete bedragen te noemen voor projecten waaraan wordt gedacht, zoals de zuidelijke ringweg Groningen en de ethyleenleiding. Voorts hadden in zijn ogen de noordelijke provincies en sommige gemeentebesturen ook een zekere financiële verantwoordelijkheid voor de uitvoering van bepaalde projecten. Het zou ook dwaas zijn een bedrag voor het landbouwbeleid te noemen, want daarover moet de minister van LNV een puur beleidsmatige en inhoudelijke discussie in Brussel voeren. Hij vond het commentaar van de heer De Jong wat gezocht. Hij meende dat het kabinet en het noorden een redelijk resultaat hebben geboekt.
De heer Remkes pleitte ervoor, dat Noord-Nederland zich zou committeren aan de realisatie van 43 000 arbeidsplaatsen. Hij maakte een vergelijking met het grotestedenbeleid.
Mevrouw Witteveen-Hevinga (PvdA) noemde de reactie van het CDA wat minnetjes. Niets is zo kostbaar als toezeggingen doen over infrastructurele projecten. Zij meende dat het kabinet behoorlijk zijn nek had uitgestoken voor verschillende projecten. Vorige kabinetten hebben nooit in één keer zoveel substantiële afspraken gemaakt over infrastructuur. Zij verwachtte dat alleen de Zuiderzeespoorlijn al op zes à acht mld. zou uitkomen. Zij wees erop dat het extra regionaal beleid wordt beëindigd in 1999 en dat Langman dan ingaat. Zij meende dat alleen al met het onderdeel infrastructuur de motie meer dan voldoende was uitgevoerd. Met een natte vinger kon zij aangeven dat dit meer dan 10 mld. zou kosten. Als de heer De Jong het goedkoper kan, wenste zij hem veel succes in de verkiezingscampagne.
Mevrouw Witteveen was teleurgesteld dat de staatssecretaris geen toezegging doet over de vestiging van rijksdiensten in het noorden. De rijksoverheid heeft veel minder invloed op het vestigingsgedrag van buitenlandse bedrijven.
Mevrouw Witteveen zag de positie van het noorden als deel van Nederland en van Europa en het wegwerken van de achterstanden in de arbeidsparticipatie als de twee kernpunten in het nieuwe beleid.
De staatssecretaris merkte op, dat zelfs als er geen verkiezingen op komst waren toch over een aantal zaken alleen bij wijze van commitment afspraken konden worden gemaakt, omdat ze nog niet ingevuld zijn door het noorden. Vanmiddag heeft zij de heer Hermans de kosten van de eerste stap die is voorzien horen berekenen op 4,6 mld. Die berekening klopte.
Op de vraag van de heer De Jong waarom dit bedrag dan niet in de afspraken is vermeld; de heer Hermans hoeft toch niet het werk van de staatssecretaris te doen, antwoordde de staatssecretaris, dat uit het stuk wel degelijk valt op te maken aan welke bedragen op diverse punten wordt gedacht. Alleen de kosten van de ICES-pakketten moeten nog worden bekeken.
De staatssecretaris zette uiteen, dat het departement van LNV nog cofinanciering moet regelen voor programma's die nog met Brussel moeten worden gemaakt. De 130 mln. die nu wordt genoemd staat al in de begroting.
Net zoals een bedrijf dat doet, moet een overheidsinstelling die zich ergens moet gaan vestigen nagaan, of een vestigingsplaats gevonden kan worden waar effectief kan worden gewerkt. Voor zulke instellingen zijn er momenteel vaak ruime keuzemogelijkheden. In het noorden gaat het inmiddels al goed, door een zekere clusterwerking, door samenwerking van universiteitsinstellingen en door de inspanningen van KPN. Natuurlijk moeten instellingen die effectief kunnen werken zich in het noorden vestigen. Ook moet het noorden acquisitie plegen. Van een afstand kon de staatssecretaris niet beoordelen of een landelijke automatiseringsdienst basisadministratie belastingen goed zou passen bij het informatietechnologiecentrum in Groningen.
Samenstelling: Leden: Mateman (CDA), Blaauw (VVD), Van der Vlies (SGP), H. Vos (PvdA), voorzitter, Van Gelder (PvdA), Smits (CDA), Ter Veer (D66), G. de Jong (CDA), Leers (CDA), Van der Hoeven (CDA), Remkes (VVD), Voûte-Droste (VVD), ondervoorzitter, Van Wingerden (AOV), Rabbae (GroenLinks), Jorritsma-van Oosten (D66), De Koning (D66), Hessing (VVD), Crone (PvdA), Van Dijke (RPF), Van der Ploeg (PvdA), Van Zuijlen (PvdA), Van Walsem (D66), Hofstra (VVD) en Wagenaar (PvdA).
Plv. leden: Ten Hoopen (CDA), Van Rey (VVD), Van Middelkoop (GPV), Woltjer (PvdA), Sterk (PvdA), De Haan (CDA), Ybema (D66), Wolters (CDA), Lansink (CDA), Terpstra (CDA), Weisglas (VVD), Verbugt (VVD), Meyer (groep-Nijpels), M. B. Vos (GroenLinks), Bakker (D66), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Klein Molekamp (VVD), Witteveen-Hevinga (PvdA), Leerkes (Unie 55+), Verspaget (PvdA), Adelmund (PvdA), Roethof (D66), Passtoors (VVD), Feenstra (PvdA) en Poppe (SP).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25017-9.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.