Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 25017 nr. 61 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 25017 nr. 61 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 oktober 2007
Bij brief van 17 november 2006 (TK, 2006–2007, 25 017, nr. 59) heeft de toenmalige staatssecretaris van Economische Zaken u geïnformeerd over de voortgang van de ICES/KIS-3 programma’s. Deze informatie is aan u verstrekt mede namens de toenmalige ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Financiën, van Verkeer en Waterstaat, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
In de bovengenoemde brief van 17 november 2006 is aan u meegedeeld dat de voortgang van 31 van de 37 ICES/KIS-3 programma’s goed was. Bij de andere zes programma’s (BioRange, Mouse Phenomics, BioMade, ESI, CATO en Ruimte voor Geo-informatie) waren er zorgen over de voortgang, de financiering en/of de realisatie van de mijlpalen en doelstellingen. Voor vijf van deze zes programma’s had de Commissie van Wijzen ICES/KIS (verder: de commissie) in haar advies van 7 september 2006 concrete acties geformuleerd om de zorgpunten te kunnen wegnemen. Voor het programma BioMade daarentegen had de commissie geen acties benoemd. De commissie had een gering vertrouwen dat voor het financieringsprobleem bij BioMade als gevolg van het wegvallen van de financiering vanuit Applied NanoSystems een afdoende oplossing zou worden gevonden. De commissie adviseerde daarom aan het Kabinet om ernstig te overwegen om de financiële bijdrage aan BioMade te beëindigen. Als reactie hierop is aan u meegedeeld dat BioMade na het verschijnen van het advies van de commissie aan het verantwoordelijke departement, OCW, schriftelijk verslag heeft gedaan van haar inspanningen om private investeerders bij het programma te betrekken en om aan de matchingsverplichtingen te voldoen en dat deze nieuwe informatie opnieuw aan de commissie zou worden voorgelegd. Over de ontwikkelingen ten aanzien van BioMade na half november 2006 heeft de minister van OCW u in zijn brief van 1 mei 2007 (TK, 2006–2007, 25 017, nr. 60) op de hoogte gebracht. Daarin heeft hij u meegedeeld dat de Commissie van Wijzen uiterlijk 1 augustus jl. om een nieuw oordeel over de dan gerealiseerde situatie bij BioMade zal worden gevraagd.
Tijdens een Algemeen Overleg op 4 juli jl. over het Innovatieplatform (Kamerstuk 27 406, nr. 111) en andere innovatieonderwerpen is ook gesproken over de voortgang van de ICES/KIS-3 programma’s. In dat AO is door de aanwezige Kamerleden aangegeven om eerder dan de midterm review geïnformeerd te worden over de voortgang van de zes ICES/KIS-3 programma’s in kwestie, waaronder BioMade. Het verzoek was om daarover in het najaar 2007 geïnformeerd te worden. Met deze brief kom ik aan dit verzoek tegemoet.
2. Advies Commissie van Wijzen ICES/KIS
Conform de gebruikelijke monitoringssystematiek van de ICES/KIS-3 impuls heeft het Kabinet direct na het eerdergenoemde AO van 4 juli jl. aan de Commissie van Wijzen gevraagd om een advies over de voortgang van de zes ICES/KIS-3 programma’s in kwestie uit te brengen. Op 28 augustus jl. heeft de commissie het gevraagde advies aan de voorzitter van de interdepartementale werkgroep ICES/KIS aangeboden. In haar advies heeft de commissie voor elk van de zes programma’s eerst de zorgpunten in haar eerdere advies van 7 september 2006 benoemd, vervolgens de ontwikkelingen sinds de laatstgenoemde datum weergegeven en tenslotte een beoordeling opgesteld. Voor het opstellen van haar advies heeft de commissie medio augustus jl. afzonderlijke gesprekken gevoerd met delegaties van de consortia in kwestie. De consortia zijn door de commissie in de gelegenheid gesteld om een reactie op de gesprekverslagen te geven. Ten slotte heeft de commissie gebruik gemaakt van eerdere informatie, zoals die door sommige consortia na de bovengenoemde brief van 17 november 2006 aan de commissie is aangereikt. Op 13 september jl. heeft de commissie een nader advies uitgebracht over het programma BioMade. De adviezen van de commissie zijn bijgevoegd.1
In haar advies van 28 augustus jl. constateert de commissie dat vijf van de zes programma’s erin zijn geslaagd de zorgpunten op een adequate wijze op te lossen. Deze programma’s zijn BioRange, Mouse Phenomics, ESI, CATO en Ruimte voor Geo-informatie. Voor het programma BioMade komt de commissie tot een ander oordeel dan voor de bovengenoemde vijf programma’s. De commissie constateert dat er voor haar onzekerheden blijven bestaan ten aanzien van de matching van de subsidie. Deze blijvende vraagpunten met betrekking tot de matching en de volgens de commissie onduidelijke perspectieven ten aanzien van de toekomst van BioMade zijn voor de commissie aanleiding om het eerdere advies te handhaven om ernstig te overwegen de subsidie aan BioMade te beëindigen.
Op basis van het advies van de commissie stelt het Kabinet vast dat de eerdere zorgpunten ten aanzien van BioRange, Mouse Phenomics, ESI, CATO en Ruimte voor Geo-informatie zijn weggenomen. Deze vijf projecten hebben duidelijke voortgang geboekt en zijn nu goed op weg om de doelstellingen te realiseren. Voor de programma’s CATO en BioRange heeft de commissie aanbevelingen opgesteld. Het Kabinet neemt deze aanbevelingen over. De departementale projectleiders van deze twee projecten zullen toezicht houden op de implementatie van deze aanbevelingen.
Het Kabinet onderschrijft de door de commissie uitgesproken onzekerheden over de matching van het BioMade-programma. Over de matching is in de voor het BioMade programma relevante regelgeving en de daarop gebaseerde subsidieverlening vastgelegd dat ten hoogste 50% van de subsidiabele projectkosten wordt gesubsidieerd. De subsidie-ontvanger, BioMade, is verantwoordelijk voor de overige financiële middelen (matching) die voor de uitvoering van het project benodigd zijn. De onzekerheid over de matching betekent niet dat thans kan worden gesteld dat niet is voldaan aan een subsidieverplichting. Dit betekent dat eerst in het kader van de subsidievaststelling, dat wil zeggen na afloop van de projectperiode, gevolgen kunnen worden verbonden aan het advies van de commissie. Bij de vaststelling van de subsidie bestaat de mogelijkheid tot lagere vaststelling (of nihilstelling) van de subsidie indien de activiteiten (deels) niet zijn verricht of de verplichtingen (deels) niet zijn nagekomen. De subsidievaststelling voor het programma BioMade is voorzien in het voorjaar van 2008.
In het kader van de midterm review zal ik u medio 2008 wederom informeren over de voortgang van de ICES/KIS-3 programma’s.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25017-61.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.