25 000 XVI
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 1997

nr. 14
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rijswijk, 13 november 1996

Inleiding

Ter informatie doe ik u hierbij afschriften toekomen van de aanwijzingen die ik op 6 november jl. aan de Ziekenfondsraad heb doen toekomen inzake het macro-verstrekkingenbudget ZFW 1997 en de macro-budgetten beheerskosten ZFW en AWBZ 1996 (definitief) en 1997 (voorlopig)1. Voor de inhoud moge ik verwijzen naar de aanwijzingen zelf, de eveneens bijgevoegde toelichtingen en de aanbiedingsbrieven aan de Ziekenfondsraad.1

Gaarne maak ik afzonderlijk melding van de resultaten van het bestuurlijk overleg dat ik, voorafgaand aan de vaststelling van de aanwijzingen, op 22 en 30 oktober jl. heb gevoerd met Zorgverzekeraars Nederland.

Verstrekkingenbudgettering

Wat betreft de verstrekkingenbudgettering is bij het bovenbedoelde overleg het volgende aan de orde geweest.

Mede op basis van het advies dat de Werkgroep Ontwikkeling Verdeelmodel (WOVM), waarin onder meer een aantal ziekenfondsen participeert, aan mij heeft uitgebracht inzake de aanpassing van de ZFW-verstrekkingenbudgettering voor 1997, heb ik als belangrijkste nieuwe maatregelen voor 1997 voorgesteld:

1. de verdeelcriteria regio en arbeidsongeschiktheid in het verdeelmodel aan te passen overeenkomstig de nieuwste actualisering;

2. het vereveningspercentage over de deelbudgetten variabele kosten ziekenhuisverpleging en overige verstrekkingen te verlagen van 60 (1996) tot 30 (1997);

3. het nacalculatiepercentage over de deelbudgetten variabele kosten ziekenhuisverpleging en overige verstrekkingen te verlagen van 50 (1996) tot 25 (1997);

4. een zogenaamd sluitstuk in te voeren in het verdeelmodel, ten pricipale in de vorm van een ex ante verevening van excessieve schades. Gelet op het op korte termijn niet haalbaar zijn van een ex ante-regeling, zou het sluitstuk in 1997 de vorm kunnen krijgen van een ex post verevening, met toepassing van een overschadevergoedingsregeling waarbij 80% van de variabele kosten boven een drempel van f 4 500,– in een pool zou mogen worden ingebracht.

Zorgverzekeraars Nederland heeft mij laten weten dat het verdeelmodel als zodanig de steun van de ziekenfondsen heeft en dat de ziekenfondsen achter de gedachte van risicodragend uitvoeren van de ziekenfondsverzekering staan die met de budgettering van verstrekkingen wordt beoogd. Met de voorgestelde actualisering van de verdeelcriteria regio en arbeidsongeschiktheid stemt Zorgverzekeraars Nederland in. Ook met het invoeren van het hierboven onder 4 bedoelde sluitstuk is Zorgverzekeraars Nederland het eens, zij het met dien verstande dat men invoering van een ex ante regeling (hoge risico verevening) in 1997 inderdaad nog niet mogelijk acht en daarom voorstander is van een ex post regeling (hoge kosten verevening) voor de korte termijn. Tevens acht Zorgverzekeraars Nederland de voorgestelde overschadevergoeding van 80% te laag om binnen de door deze organisatie voor 1997 maximaal aanvaardbare bandbreedte in de verdeeluitkomsten van het model te blijven. Zorgverzekeraars Nederland verzet zich tegen de voorgestelde verlaging van het algemene vereveningspercentage over de variabele deelbudgetten tot 30 in 1997. Vooral hierbij speelt de vrees van Zorgverzekeraars Nederland een rol dat de bandbreedte in de verdeeluitkomsten van het model als gevolg van de verlaging van het algemene vereveningspercentage sterker zal toenemen dan deze kan worden gereduceerd door middel van de voorgestelde overschadevergoeding voor excessief hoge schadegevallen. In dit verband is van belang dat Zorgverzekeraars Nederland te kennen heeft gegeven voor 1997 geen grotere bandbreedte in de verdeeluitkomsten van het model acceptabel te achten dan van toepassing is voor 1996. Zorgverzekeraars Nederland ziet dit laatste mede in het licht van het grote aantal nieuwe beleidsmaatregelen dat per 1 januari 1997 is voorgenomen c.q. in werking zal treden en dat voor de ziekenfondsen de nodige onzekerheden met zich meebrengt (o.m. invoering eigen bijdragen, herstructurering ZFW, knip thuiszorg).

Ik heb Zorgverzekeraars Nederland tijdens het overleg laten weten de bedoelde vrees niet te delen. Nog afgezien van het feit dat een discussie over bandbreedtes in de uitkomsten van het verdeelmodel een in hoge mate theoretisch karakter heeft en moeilijk met harde gegevens kan worden gestaafd, acht ik een bandbreedte van welke omvang dan ook niet geschikt als ijkpunt voor beslissingen over de verdere ontwikkeling van het verdeelmodel. Naar mijn mening dient de ontwikkeling van het verdeelmodel veeleer te worden gezien als een continu proces, waarin stap voor stap verbeteringen in de verdelende werking van het model worden bereikt. Voor 1997 is in het bijzonder van belang dat de gegevens, die als input worden gebruikt bij de toepassing van het in 1996 ingevoerde splitsingsmodel, inmiddels aanzienlijk zijn verbeterd, hetgeen de betrouwbaarheid van het splitsingsmodel qua verdeeluitkomsten in 1997 ten goede komt. Tevens kan worden gewezen op de actualisering van de verdeel-criteria regio en arbeidsongeschiktheid en op de invoering van het eerder bedoelde sluitstuk. Dit gevoegd bij het feit dat de ziekenfondsen inmiddels een behoorlijke gewenningsperiode is gegund voor het toepassen van de hen in de afgelopen jaren toebedeelde beleidsinstrumenten ter beïnvloeding van hun exploitatie en het feit dat daaraan een nieuw instrument is toegevoegd (flexibilisering), acht ik een toename van het risico voor de ziekenfondsen per 1 januari 1997 in het kader van de verstrekkingenbudgettering alleszins verantwoord.

Over het bovenstaande heb ik met Zorgverzekeraars Nederland uiteindelijk geen overeenstemming kunnen bereiken. Ik heb er mee ingestemd dat het voorgestelde sluitstuk voor 1997 de vorm krijgt van een ex post verevening (hoge kosten verevening achteraf). Ik heb tevens besloten het percentage van de overschadevergoeding in het kader van deze specifieke vereveningsregeling te stellen op 90 in plaats van 80. De onderlinge verschillen in financiële uitkomsten tussen de ziekenfondsen worden hierdoor verder verminderd. Aan de voorgestelde verlaging van het algemene vereveningspercentage over de variabele deelbudgetten tot 30 in 1997 heb ik echter vastgehouden. Hetzelfde geldt voor de voorgestelde verlaging van het nacalculatiepercentage tot 25, onder de aantekening dat over dit laatste punt geen discussie heeft plaatsgevonden.

Beheerskostenbudgettering

Wat betreft de beheerskostenbudgettering heb ik Zorgverzekeraars Nederland laten weten de voorstellen van de Ziekenfondsraad te willen volgen terzake van het in 1997 voltooien van de normering van zowel het macro-budget beheerskosten ZFW zelf, als de wijze van verdeling van dat budget over de ziekenfondsen. De normering van het macro-budget zou moeten leiden tot een vermindering van dat budget met in totaal f 89 miljoen, waarvan de helft (f 44,5 miljoen) reeds is doorgevoerd in 1996.

Zorgverzekeraars Nederland heeft mij medegedeeld inmiddels een onderzoek te hebben laten instellen naar de hoogte en wijze van verdeling van het beheerskostenbudget ZFW en verder met mij te willen overleggen als de resultaten van dat onderzoek bekend zijn. Zorgverzekeraars Nederland heeft een dringend beroep op mij gedaan om, gelet op de voor de ziekenfondsen onzekere herverdelingseffecten van de in het voorgaande reeds beschreven maatregelen, in de sfeer van de beheerskostenbudgettering in 1997 geen verdere herverdeling tot stand te brengen en de wijze van verdeling van het beheerskostenbudget ZFW in 1997 vooralsnog gelijk te houden aan die voor 1996.

Met handhaving van het opvoeren van de macro-korting tot f 89 miljoen, heb ik besloten het op mij gedane beroep te honoreren. Zoals blijkt uit de bijgevoegde aanbiedingsbrief bij de aanwijzing macro-beheerskostenbudget ZFW en AWBZ 1997, heb ik de Ziekenfondsraad verzocht het macro-beheerskostenbudget ZFW in 1997 op dezelfde wijze over de ziekenfondsen te verdelen als in 1996. Mijn voornemen om ook in de beheerskostenbudgettering uiteindelijk over te gaan op volledige normatieve verdeling (thans is nog voor een gedeelte sprake van verdeling op basis van historische kosten) blijft overigens ongewijzigd.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven