nr. 53
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 20 juni 1997
Onlangs zijn vanuit een aantal landen van Oost-Europa varkens en kalveren
geïmporteerd, die antilichamen tegen Mond- en Klauwzeer in
het bloed bleken te hebben. Hoogst waarschijnlijk was dit het gevolg van vaccinatie
tegen Mond- en Klauwzeer. De dieren zijn ter bevestiging in nader onderzoek
genomen en de betreffende bedrijven zijn geblokkeerd. Op grond van de uitslag
zal besloten worden of de dieren vernietigd dienen te worden.
In de landen van Oost-Europa waar de dieren uit afkomstig waren (Polen,
Hongarije en Tsjechië), wordt in principe niet gevaccineerd tegen Mond-
en Klauwzeer. De betreffende landen zijn verplicht te garanderen dat de dieren
die naar Nederland geëxporteerd worden, niet gevaccineerd zijn. Het feit
dat desondanks antilichamen aangetroffen zijn, noodzaakt mij om maatregelen
te treffen om te voorkomen, dat gevaccineerde of mogelijk zelfs besmette dieren
in Nederland geïmporteerd worden. Ik heb daarom besloten tot een isolatiemaatregel
voor alle evenhoevigen (potentiële dragers van Mond- en Klauwzeer) uit
Oost-Europa. Voor varkens is deze maatregel ook bedoeld ter voorkoming van
invoer van dieren die mogelijk besmet zijn met klassieke varkenspest.
Uiteraard treft ik deze maatregel in afwachting van maatregelen door de
EU. Ik heb hierover de Europese Commissie inmiddels benaderd.
Fok- en gebruiksdieren moeten na binnenkomst op Nederlands grondgebied
rechtstreeks naar een leegstaand maar geschikt veehouderijbedrijf worden vervoerd.
Daar worden van een representatief aantal dieren bloedmonsters genomen, die
onderzocht worden op antilichamen tegen Mond- en Klauwzeer (bij alle evenhoevigen)
en varkenspest (alleen bij varkens). Vervolgens blijven de dieren daar in
isolatie totdat de uitslagen van bloedonderzoek bekend en negatief bevonden
zijn. Dit duurt over het algemeen 1 à 2 weken.
Indien een leegstaand bedrijf in redelijkheid niet beschikbaar is, wordt
toegestaan dat de dieren op het bedrijf van bestemming in strikte isolatie
gehouden worden totdat de uitslagen van bloedonderzoek bekend zijn.
Voor slachtdieren geldt, dat ze na binnenkomst in Nederland gescheiden
van andere dieren direct naar het slachthuis worden vervoerd, gekanaliseerd
worden geslacht nadat bloedmonsters zijn afgenomen en dat de karkassen vervolgens
geïsoleerd opgeslagen worden totdat de uitslagen van onderzoek bekend
zijn.
Dieren waarin antilichamen aangetoond zijn, en de overige dieren van dezelfde
levering, worden in principe vernietigd. Hetzelfde geldt voor de karkassen
van een levering slachtdieren waarin antilichamen tegen Mond- en Klauwzeer
of varkenspest aangetoond zijn.
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
J. J. van Aartsen