24 881
Instelling van vaste colleges van advies van het Rijk op het terrein van het Ministerie van Justitie (Wet adviesstelsel Justitie)

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot instelling van vaste colleges van advies van het Rijk op het terrein van het Ministerie van Justitie (Wet adviesstelsel Justitie).

De memorie van toelichting die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

16 september 1996

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een aantal vaste colleges van advies van het Rijk in te stellen op het terrein van het Ministerie van Justitie en dat het in verband met artikel 79 Grondwet en de Kaderwet adviescolleges noodzakelijk is daartoe wettelijke bepalingen vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

1. Er is een Commissie vennootschapsrecht.

2. De commissie bestaat uit ten minste zes en ten hoogste twaalf leden.

3. De commissie heeft tot taak de regering en de beide kamers der Staten-Generaal te adviseren over wetgeving op het terrein van het vennootschapsrecht en het rechtspersonenrecht in het algemeen.

Artikel 2

1. Er is een Adviescommissie voor burgerlijk procesrecht.

2. De commissie bestaat uit ten minste zes en ten hoogste twaalf leden.

3. De commissie heeft tot taak de regering en de beide kamers der Staten-Generaal te adviseren over wetgeving op het terrein van het burgerlijk procesrecht.

Artikel 3

1. Er is een Commissie auteursrecht.

2. De commissie bestaat uit ten minste zes en ten hoogste twaalf leden.

3. De commissie heeft tot taak de regering en de beide kamers der Staten-Generaal te adviseren over wetgeving op het terrein van het auteursrecht en de naburige rechten.

4. De commissie houdt op te bestaan met ingang van 1 april 1999.

Artikel 4

De Wet persoonsregistraties wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 37 wordt onder vernummering van het derde en vierde lid tot het vierde en vijfde lid een derde lid tussengevoegd dat luidt:

3. De Kamer heeft tot taak de regering en de beide kamers der Staten-Generaal te adviseren over de uitvoering van deze wet en andere onderwerpen die daarmede samenhangen.

B

In artikel 44 komt de eerste volzin te luiden: De Centrale Afdeling stelt de in artikel 37, derde lid, bedoelde adviezen en het jaarverslag vast.

Artikel 5

Artikel 27 van de Wet politieregisters komt te luiden:

Artikel 27

De artikelen 37, derde lid, 44, 45 en 46 van de Wet persoonsregistraties zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6

Aan artikel 2 van de Vreemdelingenwet wordt een lid toegevoegd, luidende:

7. De commissie heeft tevens tot taak de regering en beide kamers der Staten-Generaal te adviseren over het beleid en de wetgeving op het terrein van het vreemdelingenrecht.

Artikel 7

Met ingang van 1 januari 2001 vervalt artikel 2, zevende lid, van de Vreemdelingenwet.

Artikel 8

Artikel 5, eerste lid, van de Beginselenwet gevangeniswezen komt te luiden:

1. De Centrale Raad voor Strafrechtstoepassing dient Onze Minister desgevraagd of uit eigen beweging van advies over de toepassing en uitvoering van beleid en regelgeving op het terrein van het gevangeniswezen, de terbeschikkingstelling en de reclassering, mede in het licht van de overige werkzaamheden hem bij of krachtens de wet opgedragen.

Artikel 9

Artikel 81 van de Wet op de jeugdhulpverlening komt te luiden:

Artikel 81

Er is een college van advies, genaamd College van advies voor de justitiële kinderbescherming, dat Onze Minister van Justitie desgevraagd of uit eigen beweging van advies dient over de toepassing en uitvoering van beleid en regelgeving omtrent jeugdigen, mede in het licht van de overige werkzaamheden hem bij of krachtens de wet opgedragen.

Artikel 10

Deze wet treedt in werking op 1 januari 1997.

Artikel 11

Deze wet wordt aangehaald als: Wet adviesstelsel Justitie.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,

De Staatssecretaris van Justitie,

Naar boven