nr. 11
AMENDEMENT VAN DE LEDEN KLEIN MOLEKAMP EN AUGUSTEIJN-ESSER
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I worden na onderdeel B twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Ba
Na artikel 1.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1.2a
1. Bij de provinciale milieuverordening worden geen regels gesteld, die
het naar of uit de provincie brengen van afvalstoffen beperken of uitsluiten.
2. Het eerste lid is niet van toepassing in door Onze Minister bij ministeriële
regeling aangegeven categorieën van gevallen, waarin afvalstoffen op
of in de bodem worden gebracht om ze daar te laten.
Bb
Na artikel 8.13 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 8.13a
1. Aan een vergunning worden geen voorschriften verbonden, die het naar
of uit de provincie brengen van afvalstoffen beperken of uitsluiten.
2. Het eerste lid is niet van toepassing in door Onze Minister bij ministeriële
regeling aangegeven categorieën van gevallen, waarin afvalstoffen op
of in de bodem worden gebracht om ze daar te laten.
II
In artikel I wordt na onderdeel L een onderdeel ingevoegd, luidende:
La
In artikel 10.22, tweede lid, wordt «Afdeling 3.5 van de Algemene
wet bestuursrecht is van toepassing» vervangen door: Artikel 8.13a en
afdeling 3.5 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.
III
In artikel I komt onderdeel Mb, onder 1, te luiden:
1. In het vierde lid wordt voor «8.14» ingevoegd «8.13a,»
en wordt «en 8.15 tot en met 8.25» vervangen door: 8.15 tot en
met 8.19 en 8.21 tot en met 8.25.
IV
In artikel I wordt na onderdeel X een onderdeel ingevoegd, luidende:
Xa
Na artikel 22.2 wordt een artikel ingevoegd luidende:
Artikel 22.2a
1. De artikelen 1.2a en 8.13a treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip.
2. Het tweede lid van artikel 1.2a, het tweede lid van artikel 8.13a,
de aanduiding «1.» voor het eerste lid van die artikelen alsmede
dit artikel vervallen op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Op
dat tijdstip:
a. wordt in artikel 10.22, tweede lid, «Artikel 8.13a en afdeling
3.5 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing»
vervangen door «Afdeling 3.5 van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing»;
b. vervalt in artikel 10.36, vierde lid, «8.13a,».
Toelichting
Onderdeel Ba
Het eerste lid van artikel 1.2a stelt een verbod voor om regels te stellen
met betrekking tot de overbrenging van alle categorieën van afvalstoffen
ten behoeve van alle activiteiten op het terrein van afvalverwijdering. Er
mogen dus, bijvoorbeeld, geen regels worden gesteld vanwege provinciegrensoverschrijdende
inzameling.
Op grond van het tweede lid kan provinciegrensoverschrijdend vervoer van
bepaald afval dat gestort moet worden, voorlopig nog wel worden verboden.
Deze categorieën kunnen bij ministeriële regeling worden aangewezen.
Gedacht kan worden aan die categorieën die zijn aangewezen in het Besluit
stortverbod afvalstoffen, waarvoor het stortverbod nog niet in werking is
getreden. Tevens kan gedacht worden aan die categorieën van afvalstoffen
die (nog) niet onder het Besluit stortverbod afvalstoffen vallen.
Onderdelen Ba, La en Mb
Naast het verbod van artikel 1.2a moet ook voorkomen worden dat, of via
het vergunningstelsel voor inrichtingen op het terrein van afvalstoffen, of
via de voorschriften bij inzamelvergunningen, provinciegrensoverschrijdend
verkeer van afvalstoffen wordt verboden. Derhalve wordt in hoofdstuk 8 (artikel
8.13a) bepaald dat aan een vergunning voor een inrichting geen
voorschrift met een dergelijk verbod mag worden gesteld. Daarnaast wordt artikel
8.13a van overeenkomstige toepassing verklaard met betrekking tot de totstandkoming
van de beschikking aangaande een inzamelvergunning voor bedrijfsafvalstoffen,
ingezamelde of afgegeven huishoudelijke afvalstoffen dan wel gevaarlijke afvalstoffen.
Immers, voor de inzameling van deze categorieën afvalstoffen kan het
provinciale bestuur, ingevolge de artikelen 10.21 en 10.36 een vergunningstelsel
in het leven roepen. Aan een dergelijke vergunning kan dan bijvoorbeeld geen
voorschrift meer verbonden worden, bepalende dat de inzamelaar slechts mag
afgeven aan een persoon binnen dezelfde provincie.
Klein Molekamp
Augusteijn-Esser