24 834
Wijziging van enige bepalingen in het Wetboek van Strafvordering inzake het rechtsgeding voor de politierechter en de mededeling van vonnissen en arresten met het oog op het instellen van een rechtsmiddel en van de bepalingen in het Wetboek van Strafrecht betreffende het kennisgeven en het ingaan van de proeftijd bij een voorwaardelijke veroordeling

A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOOR ZOVER NADIEN GEWIJZIGD

1. In de toelichting is de onjuiste verwijzing in de toelichting (paragraaf 4, onderdelen A, B, D, E en F) naar een aanpassing van artikel 366, vierde lid, gecorrigeerd. De volzin luidt thans: «Artikel 14, derde lid, en artikel 77y, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht zijn in overeenstemming gebracht met de nieuwe bepalingen van artikel 366 en 366a.»

2. Het wetsvoorstel is voorzien van een opschrift; de verkorte aanduiding van het wetsvoorstel is geschrapt.

3. In artikel 366a, tweede lid, is «gedaan, doch indien» gewijzigd in: gedaan en indien.

4. In artikel 367, tweede lid, (artikel I, onderdeel C) is «Titels IIIb, V en VI van Boek II» vervangen door: titel V en VI van Boek II en titel IIIb van Boek IV.

5. In artikel 368 (artikel I, onderdeel C) is «het bewijs, de toepassing van de wet» vervangen door: het bewijs en de toepassing van de wet.

6. In artikel 371, onder a (artikel I, onderdeel C) is een komma geplaatst achter «de terechtzitting» en het woord «als» gewijzigd in «in».

7. In artikel 375, derde lid (artikel I, onderdeel C) is «het in artikel 261, eerste lid, bepaalde» vervangen door: artikel 261, eerste lid, en de zinsnede: «een korte aanduiding van het feit» gewijzigd in: een korte aanduiding van het telastegelegde feit.

8. In artikel 378a is een verwijzing naar artikel 376, eerste lid, opgenomen.

9. De nummering in de toelichting is aangepast.

Naar boven