24 834
Wijziging van enige bepalingen in het Wetboek van Strafvordering onder andere inzake het rechtsgeding voor de politierechter en de mededeling van vonnissen en arresten met het oog op het instellen van een rechtsmiddel en van de bepalingen in het Wetboek van Strafrecht betreffende het kennisgeven en het ingaan van de proeftijd bij een voorwaardelijke veroordeling

nr. 15
Lijst van vragen en antwoorden

Vastgesteld 12 maart 1998

De vaste commissie voor Justitie1 heeft over de brief van de minister van Justitie van 17 oktober 1997 inzake de problematiek van het aanbrengen van te zware zaken bij de politierechter in plaats van bij de meervoudige kamer van de rechtbank (24 834, nr. 14) de navolgende vragen aan de regering ter beantwoording voorgelegd. Deze vragen, alsmede de daarop op 11 maart 1998 gegeven antwoorden, zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

V. A. M. van der Burg

De griffier van de commissie,

Pe

1

Als geschreven wordt dat de voorraad aan te brengen zaken bij de politierechter bij 11 van de 19 parketten niet zo groot is dat er op korte termijn problemen zijn te verwachten, bij welke 8 parketten zijn er dan wel problemen te verwachten?

De arrondissementsparketten te Maastricht, Den Haag, Rotterdam, Dordrecht, Amsterdam, Haarlem, Utrecht en Groningen hebben problemen gesignaleerd bij de verwerking van de voorraad aan te brengen zaken bij de politierechter en/of meervoudige kamer.

2

Bij hoeveel parketten worden te zware zaken bij een zeer ervaren politierechter aangebracht? Klopt het dat dit in Zwolle zelfs zo systematisch gebeurt dat men die zittingen een speciale naam («vliegende keep-zittingen») gegeven heeft?

Alleen de parketten in Den Bosch en Zwolle hebben meegedeeld dat er bij de politierechter soms te zware zaken worden aangebracht vanwege capaciteitsgebrek bij de meervoudige kamer.

De zogenaamde «vliegende keep-voorziening» te Zwolle houdt in dat zaken via snelrecht door de politierechter worden afgedaan. In beginsel gaat het hier om zaken die ook bij een normale gang van zaken door de politierechter zouden worden behandeld. Indien er sprake is van een overschot aan meervoudige kamerzaken, ten gevolge waarvan berechting niet meer binnen een redelijke termijn kan plaatsvinden, wordt de genoemde voorziening benut om deze zaken toch te kunnen afdoen (zij het dan door de politierechter).

3

Worden te zware zaken pas bij de politierechter worden aangebracht wanneer zij «dreigen te verjaren» of wordt hier gedoeld op het verstrijken van de «undue delay» termijn?

Met dreigen te verjaren wordt gedoeld op het verstrijken van de redelijke termijn bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM

4

Hoe is te verklaren dat de situatie in Den Haag zoveel slechter is dan in alle andere arrondissementen? Is inmiddels beslist op het verzoek van de Haagse rechtbank tot uitbreiding van de capaciteit voor megazaken? Op welke termijn is te voorzien dat de Haagse noodsituatie zal zijn opgelost?

Het ongunstige beeld van de situatie in het arrondissement is ten dele te verklaren uit het feit dat het Haagse parket de zaken tegen minderjarigen eveneens heeft meegeteld (150 van de 800 zaken). Andere parketten hebben dat niet gedaan. Voorts kan meespelen dat een toename van de zogenaamde megazaken later werd gesignaleerd dan in Amsterdam en Rotterdam. Voor het overige is de slechtere situatie evenwel niet goed of concreet verklaarbaar.

Er is inmiddels positief beslist op het verzoek van het arrondissement Den Haag tot uitbreiding van de capaciteit in verband met megazaken. Op grond daarvan is aan het arrondissement Den Haag een bedrag van 1.1 miljoen gulden beschikbaar gesteld voor de rechtbank en f 750 000, voor het gerechtshof. De verwachting is dat met deze gelden, alsmede met de extra toekenning aan het arrondissement Den Haag in het kader van de zogenaamde Bolkesteingelden, een substantiële bijdrage zal zijn geleverd aan het beëindigen van deze noodsituatie.

5

Zal het bij het parket in Haarlem bij 150 zaken in 1997 blijven? Is inmiddels een besluit genomen over het voornemen drugskoeriers met hoeveelheden tot 500 gram – in afwijking van de landelijke richtlijn – voor de politierechter te dagvaarden? Wordt in Haarlem tegen drugskoeriers met een hoeveelheid van minder dan 500 gram nog wel voorlopige hechtenis gevorderd? Zo neen, is de executie van de door de politierechter opgelegde straffen dan niet illusoir?

De min of meer structurele voorraad zaken die niet aangebracht kan worden bij de meervoudige kamer te Haarlem is iets gedaald en ligt nu rond de 120.

De grens voor het aanbrengen van zaken tegen drugskoeriers bij de politierechter is inmiddels met toestemming van het college van procureurs-generaal verhoogd van 400 tot 500 gram van hard drugs.

Hieruit mag evenwel niet geconcludeerd worden dat het capaciteitsprobleem in Haarlem door deze ingreep is verminderd.

De zaken tegen deze drugskoeriers worden altijd in aansluiting op de reeds aangevangen voorlopige hechtenis door de politierechter behandeld en in aansluiting op diens veroordelend vonnis tenuitgevoergelegd. De tenuitvoerlegging van lopende vonnissen ten aanzien van deze categorie veroordeelden zou inderdaad illusoir worden.

6

Zijn de in Rotterdam bestaande vacatures inmiddels vervuld? Is het gevolg van de versnelde aanstellingsprocedure dat een groot aantal plaatsen in de strafsector door pas benoemde rechters wordt bezet? Is inmiddels bezien of nog aanvullende maatregelen nodig zijn?

In het arrondissement Rotterdam is veel inspanning verricht om te komen tot een vervulling van de bestaande vacatures. De bezetting van de strafsector in Rotterdam is daardoor in 1997 bijna verdubbeld. De verwachting is dat in de eerste helft van dit jaar, mede in verband met de beschikbaarheid van rechters in opleiding, sprake zal zijn van een volledige bezetting. Het aantal plaatsen dat door pas benoemde rechters wordt bezet kan noodzakelijkerwijs niet anders dan aanzienlijk zijn.

De verdubbeling van de capaciteit die in Rotterdam in zeer korte termijn is gerealiseerd, heeft tot gevolg dat in eerste instantie enig capaciteitsverlies ontstaat doordat meer opleidingen moeten worden gevolgd. Voorts is het de bedoeling de inschakeling van het aantal rechters-plaatsvervanger te verminderen. Bovendien is het door uitbreiding mogelijk geworden de zeer hoge werkdruk van de afgelopen tijd te verminderen tot een aanvaardbaar niveau. Rotterdam doet thans al het mogelijke om de efficiency zo snel mogelijk op peil te brengen en de inhaalslag te voltooien. In de periode mei/juni 1998 zal een en ander worden geëvalueerd, op basis waarvan zal worden bezien of aanvullende maatregelen nodig zijn.

7

Is aan de parketten nog gevraagd welke toekomstverwachtingen zij hebben ten aanzien van deze problematiek?

Moet niet gevreesd worden dat als gevolg van de afschaffing van de mogelijkheid advocaten uit het eigen arrondissement als rechter-plaatsvervanger in te zetten het bestaande zittingscapaciteitsprobleem zal worden verergerd?

De parketten is indertijd ook verzocht aan te geven welke toekomstverwachtingen zij hebben ten aanzien van de problematiek. Daarbij hebben 9 parketten (Den Bosch, Maastricht, Roermond, Zutphen, Zwolle, Den Haag, Dordrecht, Haarlem en Assen) de verwachting te kennen gegeven dat de problematiek eerder zal toenemen dan afnemen. Bij de advisering hebben de parketten mijn latere standpuntbepaling ten aanzien van het terugdringen van de inzet van rechters-plaatsvervangers niet kunnen betrekken.

Bij brief van 3 november 1997 heb ik aan de Tweede Kamer een overzicht gegeven van de stand van zaken met betrekking tot het concept-wetsvoorstel waarin een wettelijk verbod is opgenomen voor advocaten om rechter-plaatsvervanger te zijn in het arrondissement, waar zij als advocaat zijn ingeschreven. Daarin heb ik meegedeeld dat het voorstel voorshands wordt aangehouden. Ik ben van mening dat het ongewenst is structurele tekorten aan beroepsrechters op te vangen door de inzet van rechters-plaatsvervangers. Daarom is met ingang van 1 januari 1998 een begin gemaakt met het beëindigen van deze inzet. Ik verwacht niet dat dit zal leiden tot grotere problemen voor de zittingscapaciteit, omdat deze beëindiging gepaard met een grotere inzet van de vaste rechters. Voor een uitgebreidere toelichting verwijs ik naar mij hiervoor genoemde brief van 3 november 1997.

8

Is omtrent de mogelijkheid van verhoging van het door de politierechter op te leggen strafmaximum ter oplossing van het bestaande probleem advies gevraagd aan de NVvR, het OM en de NOvA?

In 1993 werd voor het eerst door een lid van het openbaar ministerie de suggestie gedaan het strafmaximum voor de politierechter te verhogen. Daarna is eerst de toenmalige vergadering van procureurs-generaal geraadpleegd om na te gaan of dit idee in bredere kring steun verdiende. Mijn ambtsvoorganger, minister Hirsch Ballin, heeft vervolgens opdracht gegeven tot het voorbereiden van een wetsvoorstel terzake. Na mijn aantreden in 1994 is mij een aantal beslispunten voorgelegd waaronder het onderhavige. Ik was en ben van oordeel dat een dergelijke wijziging niet dient te worden bevorderd. Mijn voornaamste argumenten daarvoor zijn dat het onjuist is het capaciteitsgebrek de wijze van inrichting van een goede rechtsbedeling te laten dicteren en dat het onwenselijk is dat vrijheidsstraffen van enige omvang (feitelijk maximaal acht maanden) door één persoon zonder collegiale toetsing kunnen worden opgelegd. Ik ben van oordeel dat de nadruk moet liggen op het treffen van organisatorische maatregelen teneinde deze ongewenste situatie tegen te gaan.

Gelet op het voorgaande was er geen reden over deze kwestie nog de NVvR en de NOVA te raadplegen.

9

Blijkt uit de werklastmetingscijfers op dit moment al een verhoging van de werklast?

Ja in de eerste plaats is er sinds 1995 een toename van het aantal meervoudige strafzaken waarneembaar, terwijl het aantal enkelvoudige kamerzaken stabiel blijft. Daarnaast blijkt uit de werklastmeting dat het aantal beslissingen van de rechter-commissaris in strafzaken sinds 1995 eveneens is toegenomen.

10

Zijn de genoemde voorzieningen voldoende om in de groeiende behoefte te kunnen voorzien?

Zoals uit mijn antwoord op vraag 4 al kan worden afgeleid, is te verwachten dat met de extra toegekende gelden voor de versterking van de strafsector mogelijke toekomstige knelpunten in de capaciteit van de meervoudige kamers kunnen worden voorkomen, opdat zwaardere strafzaken kunnen worden behandeld op het juiste niveau en niet door de politierechter.

De Commissie Leemhuis heeft inmiddels op 21 januari jl. haar rapport Rechtspraak bij de tijd aan mij aangeboden. In dit rapport is een aparte claim ter hoogte van 80 miljoen gulden opgenomen met het oog op het op peil brengen van de capaciteit aan rechters en ondersteuning. Daarbij is aangetekend dat een groot gedeelte van dat bedrag nodig zal zijn voor de strafsectoren, waar de druk op het personeel het grootst is.

Zoals ik heb aangegeven in mijn brief van 23 februari 1998, 675 276//98/6, stel ik mij ten doel om zo spoedig mogelijk een oordeel te vormen over de omvang en achtergronden van de met de modernisering van de rechterlijke organisatie gemoeide investeringen, waarbij ook zal worden gelet op de keteneffecten van de modernisering.


XNoot
1

Samenstelling: Leden: V. A. M. van der Burg (CDA), voorzitter, Schutte (GPV), Korthals (VVD), Janmaat (CD), Soutendijk-van Appeldoorn (CDA), Van de Camp (CDA), Swildens-Rozendaal (PvdA), ondervoorzitter, M. M. van der Burg (PvdA), Scheltema-de Nie (D66), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Zijlstra (PvdA), Van Heemst (PvdA), Aiking-van Wageningen (groep-Nijpels), Rabbae (GroenLinks), Koekkoek (CDA), J. M. de Vries (VVD), Van Oven (PvdA), Van der Stoel (VVD), Dittrich (D66), Verhagen (CDA), Rouvoet (RPF), B. M. de Vries (VVD), Van Boxtel (D66), O.P.G. Vos (VVD), Van Vliet (D66).

Plv. leden: Smits (CDA), Van den Berg (SGP), Van Blerck-Woerdman (VVD), Marijnissen (SP), Bremmer (CDA), Doelman-Pel (CDA), Feenstra (PvdA), Bijleveld-Schouten (CDA), Rehwinkel (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Apostolou (PvdA), Meyer (groep-Nijpels), Sipkes (GroenLinks), Biesheuvel (CDA), Rijpstra (VVD), Middel (PvdA), Passtoors (VVD), Wessels (D66), Van der Heijden (CDA), Leerkes (Unie 55+), Van den Doel (VVD), Roethof (D66), Weisglas (VVD), De Koning (D66).

Naar boven