nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 28 oktober 1997
In het voorstel van wet worden de volgende wijzigingen aangebracht.
A
Artikel I, onder A, wordt gewijzigd als volgt.
1. In het voorgestelde artikel 15 vervalt het derde lid.
2. Het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot onderscheidenlijk derde
en vierde lid.
3. In het derde lid (nieuw) wordt «noodzakelijk» vervangen
door: noodzakelijke.
B
Artikel II komt te luiden:
ARTIKEL II
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit
te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden gesteld.
Toelichting:
Onderdeel A
Bij nader inzien stel ik voor de voorwaarde van geldelijke steun, die
geldt voor het uitvaardigen van een aanschrijving tot het aanbrengen van de
verbeteringen, genoemd in artikel 15, te laten vervallen. Aan dit voorstel
ligt mede ten grondslag de opvatting hierover van de Kamer, kenbaar gemaakt
tijdens het Algemeen Overleg over de Evaluatienota herziene Woningwet en Bouwbesluit,
dat op 6 maart 1997 is gevoerd. Aan de ene kant gaat het maar om een drietal
verbeteringen, die niet altijd in alle gevallen in het geding zullen zijn
en bovendien van zodanig essentiële betekenis zijn voor een
goede volkshuisvesting dat die binnen een woning of een woongebouw, waarvan
de woning deel uitmaakt, bereikbaar moeten zijn; het gaat om de keuken-, toilet-
en badruimte. Aan de andere kant gaat het om een bevoegdheid van burgemeester
en wethouders, hetgeen de gemeente dwingt tot het maken van een afweging om
al dan niet over te gaan tot het daartoe aanschrijven. De aanschrijving dient
volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak zorgvuldig
te zijn gemotiveerd, welk beginsel nu ook vastligt in de Algemene wet bestuursrecht.
De inbreuk op het beginsel van verworven rechten is dan ook naar mijn mening
van zo geringe betekenis dat een voorwaarde van tegemoetkoming in de kosten
van de aan te brengen verbetering(en) niet in verhouding staat tot die inbreuk,
mede gelet op de noodzakelijk geachte minimum kwaliteit van de volkshuisvesting.
Dit onderdeel voorziet hierin, alsmede in het aanbrengen van daarmee samenhangende
wetstechnische aanpassing en in een redactionele aanpassing.
Onderdeel B
Ten einde de inwerkingtreding van de bepalingen met betrekking tot het
schrappen van de mogelijkheid tot het uitvaardigen van een aanschrijving voor
het verbeteren van de inrichting van een keuken-, bad- of toiletruimte gelijktijdig
in werking te kunnen laten treden met het schrappen van die eisen uit het
Bouwbesluit, is de oorspronkelijk voorgestelde inwerkingtredingsbepaling vervangen.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
D. K. J. Tommel