nr. 11
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING
EN MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 30 januari 1998
Tijdens de mondelinge behandeling van bovengenoemd wetsvoorstel op 27
januari jl. heb ik toegezegd een tweetal vragen schriftelijk te beantwoorden.
Dit betreft in de eerste plaats de vraag wanneer het advies van de Raad
van State beschikbaar komt inzake de ontwerp-wijziging van het Bouwbesluit
waarbij de inrichtingseisen ten aanzien van aanrecht en sanitair komen te
vervallen. Naar redelijke verwachting zal het advies dit voorjaar beschikbaar
komen, waarna na het opstellen van het nader rapport publicatie in het Staatsblad
zal plaatsvinden. Hierna zal vóór inwerkingtreding overleg met
de Tweede Kamer worden gevoerd.
In de tweede plaats is gevraagd of het onder de nieuwe wetgeving inzake
verhuur van bedrijfsruimten mogelijk zal zijn de kosten van het treffen van
energiebesparende voorzieningen die worden getroffen op aanschrijving door
burgemeester en wethouders in de huur door te berekenen. Van de zijde van
het Ministerie van Justitie, dat primair voor die wetgeving verantwoordelijk
is, is mij medegedeeld dat de nieuwe wetgeving op dit punt niet zal gaan verschillen
van de vigerende wetgeving. Evenals thans het geval is, zal doorberekening
van bedoelde kosten in een aantal gevallen mogelijk blijven.
Het gaat dan om de volgende gevallen:
1. de huurovereenkomst bevat een bepaling die aanpassing van de huurprijs
bij een dergelijke investering in de bedrijfsruimte gedurende de looptijd
van de huurovereenkomst mogelijk maakt;
2. de huurovereenkomst bevat de onder 1 bedoelde bepaling niet maar de
huurder stemt gedurende de looptijd van de huurovereenkomst vrijwillig met
tussentijdse aanpassing van de huurprijs in;
3. bij wijziging van de huurprijs aan het einde van de looptijd van de
overeenkomst, dus niet op grond van contractueel overeengekomen periodieke
huurverhogingen wordt naar de prijs van vergelijkbare bedrijfsruimten
gekeken. Kwaliteitsverhoging als gevolg van de aanschrijving kan daarmee zeker
doorwerken in de hoogte van de huur;
4. bij het aangaan van een volledig nieuwe huurovereenkomst kan de verhuurder
de kosten van het treffen van de energiebesparende voorzieningen geheel doorberekenen.
Ik vertrouw erop U hiermee genoegzaam te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
D. K. J. Tommel