24 804 Veiligheidsbeleid Burgerluchtvaart

Nr. 80 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 mei 2011

Bijgaand treft u de Beleidsagenda Luchtvaartveiligheid aan voor de periode 2011 tot 2015.1

Deze Beleidsagenda Luchtvaartveiligheid is aangekondigd in de Luchtvaartnota (2009) en in de laatste voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer over de vorige Beleidsagenda (2005–2010). In de Beleidsagenda wordt het luchtvaartveiligheidsbeleid voor de komende jaren vastgelegd.

De Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) schrijft voor dat lidstaten een State Safety Program (SSP)2 opstellen. In dit document wordt een beschrijving gegeven van de taak- en rolverdeling van de verschillende actoren in relatie tot het veiligheidsmanagement voor de overheid op het gebied van luchtvaart.

De beleidsrelevante onderdelen van het Nederlandse luchtvaartveiligheidsbeleid zijn terug te vinden in de Beleidsagenda.

De Beleidsagenda is op verschillende momenten afgestemd met de sector en binnen de overheid.

De door het adviescollege voor de burgerluchtvaartveiligheid DEGAS uitgebrachte adviezen over interfacemanagement en state safety programmes zijn in de Beleidsagenda doorvertaald in de beleidsdoelstellingen (zie bijgevoegde brief dd. 22 april 2011).

Vanwege het grensoverschrijdende karakter van de luchtvaart is de agenda voor een belangrijk deel bepaald in samenspraak met internationale partners.

Met het voorliggende voorstel wil ik bereiken dat Nederland op het gebied van luchtvaartveiligheid tot de top van de wereld blijft behoren. Dit past bij de Europese ambitie om de veiligste regio van de wereld te worden. Voor de toekomst wil ik in Nederland werken aan vier thema’s: veiligheidsmanagement, veilige luchthavens, menselijke factoren en luchtverkeersleiding.

Deze thema’s heb ik uitgewerkt in 17 agendapunten, met bijbehorende ambities, acties en indicatoren, waarmee gemeten kan worden in hoeverre de ambities worden verwezenlijkt.

Ik heb als uitgangspunt dat luchtvaartbedrijven zelf verantwoordelijk zijn voor het managen van de veiligheid. Dit begint met het verzamelen en analyseren van alle voorvallen.

Met een veiligheidsmanagementsysteem benoemen bedrijven zelf hun risico’s en nemen zij de benodigde maatregelen. In de Beleidsagenda heb ik derhalve opgenomen dat veiligheidsmanagement verplicht wordt. De overheid zorgt in overleg met de sector voor concrete en meetbare veiligheidsdoelstellingen. Dit is van belang voor een risk based toezicht.

Op en rond de luchthaven stel ik eisen aan allerlei activiteiten, zoals bijvoorbeeld de problemen met het beschijnen van piloten met lasers en de vogelaanvaringen. Ten aanzien van vogelaanvaringen worden komende zomer met de betrokken provincies, Schiphol en landbouw- en natuurorganisaties afspraken gemaakt over de gezamenlijke uitvoering van maatregelen.

De complexiteit van de luchtvaart blijft toenemen, daarom wordt ingezet op het continue verbeteren van opleidingen. Goede vaardigheden zijn niet voldoende als de werkomstandigheden te zwaar zijn. Daarom zal nog intensiever worden gewerkt aan het optimaal functioneren van luchtvaartpersoneel door bijvoorbeeld het voorkomen van vermoeidheid.

Door nauwere samenwerking zal de komende jaren veel in het luchtruim gaan veranderen. Niet alleen tussen civiele en militaire gebruikers, maar ook tussen verschillende landen. Daarnaast wordt gewerkt aan een andere manier van navigeren en routebepaling. Bij al deze veranderingen moet de veiligheid worden gewaarborgd.

De Beleidsagenda Luchtvaartveiligheid 2011–2015, als uitwerking van de Luchtvaartnota, biedt een duidelijk handvat voor het beleid de komende jaren.

Daarom start ik vol vertrouwen met alle betrokkenen aan het uitvoeren van deze Beleidsagenda.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. J. Atsma


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

Het SSP zal op de website van het ministerie van Infrastructuur en Milieu worden geplaatst.

Naar boven