Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 november 2021
Mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) meld ik u het
volgende:
De Europese Commissie heeft gevraagd om een vliegverbod in te stellen voor enkele
landen in het zuiden van Afrika, met het oog op een nieuwe virusvariant die daar is
gevonden. Deze virusvariant is mogelijk besmettelijker en vaccins werken er mogelijk
minder goed tegen.
De Minister van VWS heeft mij daarom verzocht om vanaf heden vrijdag 26 november 2021 12:00 uur een vliegverbod in te stellen voor vliegtuigen die vanaf heden zouden vertrekken
naar Nederland en de BES-eilanden. Het gaat daarbij om de landen: Zuid-Afrika, Lesotho, Eswatini, Botswana, Namibië en Zimbabwe.
Verder heeft de Minister van VWS mij verzocht om deze vliegverboden in te stellen
tot en met zaterdag 4 december 23:59 uur en daarbij de gebruikelijke uitzonderingen op te nemen, waaronder die voor inwoners
van Nederland en EU-burgers op doorreis naar hun woonland.
Voor reizigers uit zeerhoogrisicogebieden met een zorgelijke coronavariant gelden de volgende maatregelen:
-
• Een negatieve PCR/NAAT-test van maximaal 24 uur oud bij het aan boord gaan van het
vliegtuig en maximaal 48 uur oud voor aankomst in Nederland of een negatieve PCR/NAAT-test
van maximaal 48 uur voor vertrek naar Nederland en daarop aanvullend een negatieve
sneltest van maximaal 24 uur oud bij het aan boord gaan van het vliegtuig;
-
• Een quarantaineverplichting gedurende tien dagen of bekort tot vijf dagen bij een
negatieve test, welke vijf dagen na aankomst in Nederland is afgenomen bij de GGD.
Deze regeling treedt in werking op vrijdag 26 november 2021 om 12:00 uur waarvan mededeling wordt gedaan door de verlener van luchtverkeersdiensten door middel
van luchtvaartpublicaties zijnde Notice to Airmen (NOTAM)1.
Met deze brief wordt ook voldaan aan het verzoek gedaan door het lid Hijink om de
Kamer te informeren over de maatregelen die getroffen worden om de verspreiding van
variant B.1.1.529 tegen te gaan.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Visser