24 788
Regels betreffende bijzondere verrichtingen op het gebied van de gezondheidszorg (Wet op bijzondere medische verrichtingen)

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 13 november 1996

Het voorstel wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt «waarvan de kosten worden vergoed» vervangen door: waarvoor subsidie wordt verstrekt.

2. In het tweede lid wordt «de vergoeding van de kosten» vervangen door: de subsidiëring.

B

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

1. Onze Minister en Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen stellen eenmaal in de vier jaar een overzicht vast van de grote lijnen van het beleid ten aanzien van de ontwikkelingsgeneeskunde.

2. Onze Minister en Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen maken vóór 1 november van ieder jaar bekend welk bedrag in totaal beschikbaar is ten behoeve van de subsidieverstrekking, bedoeld in het derde lid, gedurende het daarop volgende jaar, waarbij zij bepalen welk deel van dat bedrag ten laste van het Rijk wordt gebracht en welk deel ten laste van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten, bedoeld in artikel 38 van de Wet financiering volksverzekeringen.

3. De Ziekenfondsraad is belast met het verstrekken van subsidie voor ontwikkelingsgeneeskundige projecten.

4. Subsidie wordt slechts verstrekt indien het desbetreffende ontwikkelingsgeneeskundige project past in het in het eerste lid bedoelde overzicht.

5. Subsidie wordt voorts slechts verstrekt indien het project wordt uitgevoerd door, of overeenkomstig een samenwerkingsovereenkomst met een academisch ziekenhuis.

6. De Ziekenfondsraad kan een of meer subsidieplafonds vaststellen voor de subsidieverstrekking voor ontwikkelingsgeneeskundige projecten.

7. De Ziekenfondsraad kan regels stellen omtrent:

a. de wijze van verdeling van het subsidieplafond;

b. het bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald;

c. de aanvraag van de subsidie en de besluitvorming daarover;

d. de verplichtingen van de subsidie-ontvanger;

e. de vaststelling van de subsidie;

f. de betaling en terugvordering en het verlenen van voorschotten.

C

In artikel 8, eerste lid, wordt «waarvan de kosten niet worden vergoed» vervangen door: waarvoor geen subsidie wordt verstrekt.

D

In artikel 11, eerste lid, wordt de zinsnede «elke plaats te betreden, met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner voor zover deze geen deel uitmaakt van een instelling» vervangen door: een woning binnen te treden zonder toestemming van de bewoner.

Toelichting

Onderdelen A, B en C

Het aanvankelijk voorgestelde artikel 7 wekte ten onrechte de indruk dat de vergoeding van de kosten van ontwikkelingsgeneeskunde wordt verleend door de in dat artikel genoemde ministers; de vergoeding vindt echter plaats door de Ziekenfondsraad. Van de gelegenheid om deze onduidelijkheid op te heffen wordt gebruik gemaakt om, anders dan nog in het nader rapport naar aanleiding van het advies van de Raad van State werd aangekondigd, het artikel meteen aan te passen aan het subsidiehoofdstuk van de derde tranche Algemene wet bestuursrecht; de tekst van dat hoofdstuk staat immers inmiddels vast. Op grond van het tweede lid maken de daar genoemde ministers aan de Ziekenfondsraad duidelijk, op welk bedrag hij kan rekenen. De Ziekenfondsraad kan op zijn beurt, uitgaande van dat bedrag, op grond van het zesde lid per categorie van projecten een plafond vaststellen, waar de aanvragers van de subsidie mee rekening hebben te houden.

Aangezien het de Ziekenfondsraad is die de subsidie verstrekt, wordt de bevoegdheid om daaromtrent regels te stellen, die in het voorstel nog bij de ministers berustte, thans bij dat orgaan gelegd.

Onderdeel D

Zoals in de nota naar aanleiding van het verslag bij artikel 11 is geantwoord op een vraag van de leden van de fractie van D66, wordt het eerste lid van dat artikel, vooruitlopend op de definitieve aanpassing aan de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht, in die zin gewijzigd dat de bevoegdheid om woningen te betreden zonder toestemming van de bewoner, wordt verruimd tot woningen die niet deel uitmaken van een instelling; ook in woningen, niet zijnde instellingen, kunnen immers bijzondere medische verrichtingen plaatsvinden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Naar boven