24 772
Wijziging van de Algemene bijstandswet in verband met de preventie en bestrijding van armoede en van sociale uitsluiting

nr. 20
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 2 december 1996

Bij brief van 20 november jl. (24 772, nr. 14) heb ik u geïnformeerd over de oplossing van enkele knelpunten met de betrekking tot de uitvoering door gemeenten van de Wet boeten, maatregelen en terug- en invordering sociale zekerheid. Zoals door mij aangekondigd in het Kamerdebat over de wijziging van de ABW op 26 november heb ik hierover op 28 november bestuurlijk overleg gevoerd met de VNG. Bij die gelegenheid hebben de VNG en ik het volgende afgesproken:

– De invoeringsdatum voor gemeenten wordt verschoven van 1 januari naar 1 juli 1997.

– Voor de kosten gemoeid met de in- en uitvoering van de wet wordt nog in 1996 eenmalig 17,7 mln beschikbaar gesteld aan gemeenten.

– Vanaf 1 januari 1997 wordt structureel 7 mln aan gemeenten beschikbaar gesteld.

– Als dat nodig zou zijn, kan op verzoek van één van de partijen dan wel beide partijen de in- en uitvoering van de wet aan de orde worden gesteld in het bestuurlijk overleg.

De voortgang van de wet zal in elk geval één jaar na invoering van de in het bestuurlijk overleg aan de orde komen.

Met de VNG is afgesproken dat ik volgende week een circulaire stuur naar de gemeenten over de Wet boeten, maatregelen en terug- en invordering sociale zekerheid. Daarin zal de oplossing van de inhoudelijke problemen met de wet – in het verlengde van mijn brief van 20 november – worden toegelicht.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. P. W. Melkert

Naar boven