24 772
Wijziging van de Algemene bijstandswet in verband met de preventie en bestrijding van armoede en van sociale uitsluiting

nr. 19
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN BLERCK-WOERDMAN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 15

Ontvangen 27 november 1996

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel III wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIIA

1. De artikelen 39, tweede lid, en 43, tweede lid, onderdelen l en m, van de Algemene bijstandswet, zoals die na de inwerkingtreding van deze wet komen te luiden, vervallen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet.

2. Met ingang van de vervaldatum bedoeld in het eerste lid, wordt de Algemene bijstandswet als volgt gewijzigd:

A. Artikel 39, derde lid, wordt vernummerd tot het tweede lid.

B. De puntkomma aan het slot van artikel 43, tweede lid, onderdeel k, wordt gewijzigd in een punt.

C. In artikel 43, vierde lid, wordt «onderdeel i of m» vervangen door: onderdeel i.

D. In artikel 56, tweede lid, wordt «onderdelen h, i, l en m» vervangen door: onderdeel h en i.

Toelichting

Met dit amendement wordt beoogd de voorgestelde categoriale bijstandverlening en de herinvoering van de centrale vrijlatingsregeling drie jaar na inwerkingtreding van de wet te laten vervallen. Zo dient na drie jaar te worden bezien of deze voorstellen tot het beoogde resultaat hebben geleid en nog nodig zijn. Voorkomen moet worden dat het voorstel tot structurele onbeoogde resultaten leidt zoals bijvoorbeeld een vergroting van de armoedeval of een doorkruising van het landelijk inkomensbeleid. Indien handhaving van de voorstellen nodig mocht blijken, dient het kabinet op grond van een hernieuwde afweging met een nieuw wetsvoorstel terzake te komen.

De wijziging van amendement nr. 15 betreft een louter redactionele aanpassing aan de derde en vierde nota van wijziging (stuk nrs. 13 en 17).

Van Blerck-Woerdman

Naar boven