24 771
Aanpassing van de belastingbepalingen in de Provinciewet aan bepalingen in de Gemeentewet en de Waterschapswet, alsmede wijziging van de formele belastingbepalingen in de Gemeentewet en de Waterschapswet

nr. 9
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN NOORMAN-DEN UYL EN HOEKEMA TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 8

Ontvangen 6 februari 1997

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel E, artikel 232e, wordt als volgt gewijzigd:

A. Het derde lid wordt vervangen door:

3. Provinciale staten kunnen bepalen dat, in afwijking van de in het tweede lid bedoelde regels, in het geheel geen dan wel gedeeltelijk kwijtschelding wordt verleend.

B. Het vierde lid wordt vervangen door:

4. Met inachtneming van door Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, te stellen regels kunnen provinciale staten met betrekking tot de wijze waarop de kosten van bestaan in aanmerking worden genomen afwijkende regels stellen die er toe leiden dat in ruimere mate kwijtschelding wordt verleend.

II

In artikel II, onderdeel U, wordt na punt 1 een nieuw punt 1a ingevoegd, luidende:

1a. Het derde en vierde lid komen te luiden:

3. De raad kan bepalen dat, in afwijking van de in het tweede lid bedoelde regels, in het geheel geen dan wel gedeeltelijk kwijtschelding wordt verleend.

4. Met inachtneming van door Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, te stellen regels kan de raad met betrekking tot de wijze waarop de kosten van bestaan in aanmerking worden genomen afwijkende regels stellen die er toe leiden dat in ruimere mate kwijtschelding wordt verleend.

III

In artikel III, onderdeel Q, wordt na punt 2 een nieuw punt 2a ingevoegd, luidende:

2a. Het derde en vierde lid komen te luiden:

3. Het algemeen bestuur kan bepalen dat, in afwijking van de in het tweede lid bedoelde regels, in het geheel geen dan wel gedeeltelijk kwijtschelding wordt verleend.

4. Met inachtneming van door Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, te stellen regels kan het algemeen bestuur met betrekking tot de wijze waarop de kosten van bestaan in aanmerking worden genomen afwijkende regels stellen die er toe leiden dat in ruimere mate kwijtschelding wordt verleend.

IV

De tweede volzin van artikel V wordt vervangen door: In afwijking van de eerste volzin moeten besluiten als bedoeld in de artikelen 232e van de Provinciewet, 255 van de Gemeentewet en 144 van de Waterschapswet, waarin regels zijn opgenomen die afwijken van de door Onze Minister van Financiën krachtens artikel 26 van de Invorderingswet 1990 gestelde regels, uiterlijk per 1 januari van het eerste jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wet daarmee in overeenstemming zijn gebracht of ingetrokken. De besluiten, of onderdelen daarvan, die op de in de eerste en tweede volzin genoemde tijdstippen niet met deze wet in overeenstemming zijn gebracht of zijn ingetrokken, zijn van rechtswege vervallen.

Toelichting

Met dit amendement wordt de regeling kwijtschelding vereenvoudigd. Dit gebeurt door voor de berekeningsgrondslag de rijksregeling uniform voor te schrijven. Afwijkingen waarbij onderdelen van lasten op het inkomen niet of maar heel beperkt worden meegenomen zijn dan niet meer toegestaan. De gemeenten, provincies en waterschappen behouden de vrijheid om te besluiten al dan niet kwijtschelding te verlenen en ook het percentage van het inkomen waarover kwijtschelding verleend wordt staat ter keuze aan de genoemde instanties, waardoor materieel de bevoegdheden van genoemde instanties niet wordt beperkt.

Ter verduidelijking, wellicht ten overvloede, van de bedoeling van de wetgever is toegevoegd dat de gemeenten, provincies en waterschappen kunnen bepalen dat belasting gedeeltelijk wordt kwijtgescholden. B.v. wel de hondenbelasting voor de eerste hond, of een gedeelte van de afvalstoffenheffing. Dit komt overeen met de huidige situatie.

Noorman-den Uyl

Hoekema

Naar boven