24 753
Wijziging van de Scheepvaartverkeerswet in verband met de wijziging van de bepalingen met betrekking tot varen onder invloed

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 3 juli 1996

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer van haar bevindingen als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.

Met instemming hebben de leden van de PvdA-fractie kennis genomen van de voorgestelde wijzigingen van de Scheepvaartverkeerswet. Naar hun oordeel is het goed om aanvullende bepalingen op te nemen om drankmisbruik op het water tegen te gaan en de veiligheid van deze vorm van verkeer te verhogen.

Zijn er, zo vragen deze leden, gegevens voorhanden over de omvang van het drankgebruik op het water? Zo kunnen deze leden zich voorstellen dat deze problematiek – ook relatief – groter is in de pleziervaart dan in de beroepsvaart.

Vraagtekens hebben deze leden bij de argumentatie waarom niet eenzelfde regime van strafbaarstelling wordt gevolgd als in de Wegenverkeerswet, een promillage van 0,5 in plaats van 0,8. De argumentatie zoals in de memorie van toelichting wordt aangevoerd, dat het aantal ongevallen in het scheepvaartverkeer gering is, terwijl de norm van 0.8 promille internationaal is geaccepteerd, kan deze leden vooralsnog niet overtuigen. Immers, zo vragen zij, dient niet veeleer de vraag gesteld te worden hoe veilig een schip vaart, dat wordt bestuurd of geloodst door iemand met een promillage van 0,8 in het lichaam? Kunnen hierdoor ongelukken ontstaan of is naar de mening van het kabinet een veilige vaart met dit promillage nog mogelijk? Als dat het geval zou zijn, waarom geldt dan voor het wegverkeer een andere norm? Om hoeveel glazen alcohol gaat het bij deze norm?

Voor wat betreft de handhaving zijn deze leden van mening dat grote winst is geboekt door de mogelijkheden van controle uit te breiden. Niet langer is constatering van gevaarlijk vaargedrag voorwaarde voor controle, ook een vermoeden van drankgebruik bij routinecontroles kan aanleiding geven tot een adem- of bloedtest. Deze leden vragen welke voornemens het kabinet heeft om handhaving van deze wet af te dwingen. Zijn – analoog aan die in het wegverkeer – speciale controles op het gebied van drankgebruik te verwachten?

De leden van de fractie van D66 hebben ook met instemming kennis genomen van het onderhavige voorstel. De argumenten voor het strafbaar stellen van het overschrijden van een maximum alcoholpromillage en het onder de wet doen vallen van loodsen wordt door deze fractie onderschreven.

De leden van de fractie van D66 vragen de regering, wat, na het in werking treden van het voorstel, nog de zin is van de op bladzijde 3 van de memorie van toelichting genoemde bepalingen van het tuchtrecht voor registerloodsen. Hebben deze bepalingen een meerwaarde ten opzichte van de in het wetsvoorstel opgenomen regeling?

De leden van de fractie van D66 vragen de regering tevens of zij er bij de onderhandelingen betreffende het STCW-verdrag naar heeft gestreefd een lager promillage dan 0,8 tot stand te doen komen. Is de regering van mening dat het verschil dat in dit opzicht gemaakt wordt tussen scheepvaart, wegverkeer en luchtvaart te rechtvaardigen is anders dan door te verwijzen naar de internationale acceptatie van verschillende normen?

De leden van de fractie van D66 willen van de regering vernemen of een indruk kan worden gegeven van de kans dat een overtreder van de voorgestelde regels zich hiervoor moet verantwoorden.

De leden van de fractie van D66 vragen de regering of overmatig drankgebruik op een schip strafbaar is in geval daardoor bijvoorbeeld de redding van een overboord geslagene mislukt. De Raad voor de Scheepvaart merkt naar aanleiding van het onderzoek naar een ongeval op de DZ 3'Alina' op, dat schippers en bemanningen zich te weinig bewust zijn van het feit dat overmatig alcoholgebruik henzelf en het schip in gevaar kan brengen. Op welke wijze wordt over alcoholgebruik op dit moment voorlichting gegeven? Kan de regering reageren op deze bevinding van de Raad?

De leden van de fractie van D66 constateren dat het mogelijk is het certificaat van een certificaatsloods die onder invloed zijn werkzaamheden verricht, in te trekken. Zij constateren tevens dat de regering geen reden ziet de certificaatsloods onder de bepalingen van het wetsvoorstel te laten vallen omdat er problemen zijn bij opsporing en vervolging en omdat het slechts om een kleine groep gaat waarbij zich tot dusverre geen problemen hebben voorgedaan. De leden van deze fractie vragen de regering waarom deze factoren blijkbaar geen rol hebben gespeeld bij de bedreiging met het afnemen van het certificaat. Zij vinden het voor de hand liggen beide gevallen gelijk te behandelen: òf zowel bedreiging met intrekken van het certificaat èn inschakeling van het strafrecht òf geen van beide. De leden van de fractie van D66 vragen de regering naar een motivering van de gekozen systematiek.

De leden van de fractie van D66 willen tenslotte van de regering weten of het in de toekomst te verwachten is, dat loodsen uit andere EU-landen dan België of Duitsland dienst zullen doen in Nederlandse wateren.

De leden van de GPV-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het onderhavige wetsvoorstel. Deze leden onderstrepen het belang van de verkeersveiligheid en het daartoe bestrijden van onverantwoord gedrag op vaarwegen. Deze leden hebben enkele vragen, namelijk over de positie van buitenlandse loodsen, over het maximaal toegestane promillage alcohol in het bloed en over de handhaving van de voorgestelde regelgeving.

De leden van de GPV-fractie constateren dat een aanleiding tot dit wetsvoorstel is dat loodsen van de Vlaamse en Duitse loodsdienst niet vallen onder het tuchtrecht zoals dat is neergelegd in de Nederlandse Loodsenwet. Om die reden wordt in de Scheepvaartverkeerswet een strafbepaling opgenomen voor het loodsen van schepen onder invloed. Deze leden vragen of er andere, vergelijkbare omissies bekend zijn in de wetgeving voor het scheepvaartverkeer, die een bedreiging kunnen vormen voor de verkeersveiligheid op de Nederlandse waterwegen. Zo ja, wordt hiervoor ook actie ondernomen?

Ook de leden van de GPV-fractie hebben met verbazing kennis genomen van de argumentatie om varen onder invloed pas strafbaar te stellen bij een promillage vanaf 0,8 milligram alcohol per milliliter bloed. Ook zij constateren dat hiermee voor een duidelijk hoger promillage wordt gekozen dan in de Wegenverkeerswet 1994 (0,5 promille) en in het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet Luchtverkeer (0,2 promille). Is de conclusie gerechtvaardigd dat hier het argument van internationale consensus voorrang krijgt op het argument van verkeersveiligheid? In hoeverre ziet de minister mogelijkheden en acht zij het wenselijk om op dit punt met striktere regelgeving af te wijken van de internationale normering?

De leden van de GPV-fractie constateren dat de handhaving van de gewijzigde wet «zonder substantiële wijzigingen en inzet van menskracht en materieel» zal kunnen plaatsvinden. Deze leden vragen welke plannen of verwachtingen er bestaan ten aanzien van routinecontroles en de frequentie daarvan. Wat zijn de verwachtingen over de preventieve werking van regelmatige controles?

De voorzitter van de commissie,

Biesheuvel

De griffier van de commissie,

Coenen


XNoot
1

1

Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), ondervoorzitter, Van den Berg (SGP), Lilipaly (PvdA), Biesheuvel (CDA), voorzitter, Reitsma (CDA), Versnel-Schmitz (D66), Van Gijzel (PvdA), Leers (CDA), Van Heemst (PvdA), Verbugt (VVD), Van Rooy (CDA), Poppe (SP), Van 't Riet (D66), Duivesteijn (PvdA), H. G. J. Kamp (VVD), Stellingwerf (RPF), Crone (PvdA), Roethof (D66), M. B. Vos (GroenLinks), Verkerk (AOV), Van Zuijlen (PvdA), Van Waning (D66), Keur (VVD), Hofstra (VVD), Assen (CDA). Plv. leden: Blauw (VVD), Schutte (GPV), Van Gelder (PvdA), Soutendijk-van Appeldoorn (CDA), Dankers (CDA), Jeekel (D66), Swildens-Rozendaal (PvdA), Terpstra (CDA), Huys (PvdA), Korthals (VVD), Esselink (CDA), vacature CD, Hillen (CDA), H. Vos (PvdA), Remkes (VVD), Leerkes (U55+), Witteveen-Hevinga (PvdA), Augsteijn-Esser (D66), Rosenmöller (GroenLinks), Boogaard (Groep Nijpels), Valk (PvdA), Hoekema (D66), Kleine Molekamp (VVD), Te Veldhuis (VVD), Van der Linden (CDA).

Naar boven