24 749
Aanpassing en intrekking van een aantal wetten in verband met de opheffing van het adviesstelsel in zaken van algemeen verbindende voorschriften en beleid van het Rijk alsmede enkele overwegend technische aanpassingen van een aantal wetten (Aanpassingswet herziening adviesstelsel)

nr. 8
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 18 oktober 1996

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 2.6 vervalt.

B. Aan hoofdstuk 7 worden twee artikelen toegevoegd, luidende:

Artikel 7.9

De Wet op de Accountants-Administratieconsulenten wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 3 wordt de zinsnede «dient Onze Ministers desgevraagd van bericht en desgevraagd of uit eigen beweging van raad» vervangen door: verstrekt Onze Ministers desgevraagd alle inlichtingen.

Artikel 7.10

De Wet op de Registeraccountants wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 22 wordt de zinsnede «dient Onze betrokken Ministers desgevraagd van bericht en desgevraagd of uit eigen beweging van raad» vervangen door: verstrekt Onze Ministers desgevraagd alle inlichtingen.

C. In artikel 8.16 wordt de zinsnede «Artikel 94» vervangen door: Hoofdstuk VII.

D. Aan hoofdstuk 9 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 9.14

Indien het bij koninklijke boodschap van 13 oktober 1995 ingediende voorstel van wet, houdende vaststelling van een nieuwe Arbeidsvoorzieningswet (Arbeidsvoorzieningswet 1996) (kamerstukken II 1995/96, 24 450, nrs. 1–2) tot wet wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:

Artikel 91 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt de zinsnede: of uit eigen beweging.

2. Het tweede lid vervalt en het derde lid wordt tot tweede lid vernummerd.

E. Artikel 10.14 vervalt.

F. Aan artikel 11.1, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 1996, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 1997.

Toelichting

Met onderdeel A wordt de aanpassing van de Financiële-Verhoudingswet 1984 geschrapt, aangezien die aanpassing inmiddels overbodig is geworden door de aanvaarding door de Eerste Kamer van de voorgestelde Invoeringswet Financiële-verhoudingswet (wetsvoorstel 24 552, zie de vergadering van die kamer van 15 oktober 1996).

Onderdeel B bevat twee aanvullingen die in de (eerste) nota van wijziging (stuk nr. 7) nog niet waren opgenomen, omdat de besluitvorming binnen het kabinet daarover op dat moment nog niet was afgerond. Deze aanvullingen betreffen het schrappen van de adviestaak van het NIVRA en de NOvAA in zaken van algemeen verbindende voorschriften en te voeren beleid van het Rijk.

Onderdeel C betreft een wetstechnische verbetering.

Onderdeel D betreft een aanpassing van de nieuwe Arbeidsvoorzieningswet (het schrappen van de adviestaak van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie), die is aangekondigd in de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer inzake het desbetreffende wetsvoorstel (zie kamerstukken I 1996/97, 24 450).

Met onderdeel E wordt artikel 10.14 geschrapt, omdat de daarin opgenomen wijziging van de Wet op de bejaardenoorden overbodig is geworden door de recente totstandkoming van de Overgangswet verzorgingshuizen (wet van 26 september 1996, Stb. 478). In artikel 25 van die wet wordt de intrekking van de Wet op de bejaardenoorden geregeld.

In onderdeel F is – gelet op de stand van zaken op dit moment – een voorziening getroffen voor het geval de parlementaire behandeling van dit wetsvoorstel onverhoopt niet op tijd kan worden voltooid.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

J. Kohnstamm

Naar boven