24 724
Studiefinanciering

nr. 76
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 juni 2008

Op 24 april 2008 heeft u van mij een schriftelijke reactie ontvangen op het rapport «Meldpunt studiefinanciering, leningen en IB-Groep» (TK 2007–2008, 24 724, nr. 73). Naar aanleiding van contacten met studentenorganisaties wil ik deze reactie op een punt corrigeren.

Op pagina 5 van de reactie onder het kopje «automatisch» staat dat het niet zo is dat aan studenten automatisch het maximale leenbedrag wordt uitbetaald als de prestatiebeurs verbruikt is en overgaat in de leenfase. Er is echter een groep studenten, voor wie dat wel het geval is. Studenten die in de prestatiebeursfase nooit geleend hebben en nooit hebben aangegeven dat ze niet willen lenen, krijgen wel het maximale leenbedrag toegekend.

Studenten die wel een lening naast de prestatiebeurs hebben gehad, krijgen dat leenbedrag toegekend. Studenten die expliciet hebben aangegeven niets te willen lenen krijgen in de leenfase ook geen leenbedrag toegekend.

Alle studenten krijgen drie maanden van tevoren daarover een bericht. Daarop staat het toegekende leenbedrag en hoe zij het leenbedrag kunnen veranderen. Als de student het bedrag niet verandert, krijgt hij dit bedrag overgemaakt.

Op deze wijze wordt voorkomen dat de student onbedoeld zonder inkomen komt te zitten, gegeven de mogelijkheid voor de student om het bedrag zowel van te voren als op elk moment daarna te veranderen, of terug te betalen. Benadrukt moet worden dat «automatisch» hier niet hetzelfde is als «ongemerkt».

Ik wil samen met de IB-Groep en de studentenorganisaties bespreken of hierin veranderingen moeten en kunnen worden aangebracht.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk

Naar boven