Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 mei 2024
Op 1 maart 2024 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het onderzoek naar de controles
van de uitwonendenbeurs.1 Ik heb in die brief aangegeven dat ik, op basis van het onderzoek van PwC, constateer
dat er helaas sprake is geweest van indirecte discriminatie bij het controleproces
uitwonendenbeurs. Daar heb ik, namens het kabinet, excuses voor aangeboden.
Zoals ik aan uw Kamer heb laten weten kom ik in het najaar met een update over de
opvolging die wij aan dit onderzoek geven. Tevens heb ik aangegeven dat het CBS de
komende tijd nog nadere data ter beschikking zou stellen, als vervolgstap op het interne
onderzoek dat DUO door Algorithm Audit heeft laten doen. Voor dit onderzoek heeft
CBS data ontsloten over de migratieachtergrond van studenten en heeft CBS deze data
gekoppeld aan data van DUO over de populatie studenten met een uitwonendenbeurs, evenals
aan uitkomsten van verschillende stappen in het controleproces. Deze data over migratieachtergrond
waren eerder niet beschikbaar voor PwC en Algorithm Audit. Na oplevering door het
CBS heeft Algorithm Audit deze gekoppelde data geanalyseerd. Het daaruit volgende
rapport zend ik u als bijlage bij deze brief.
De onderzoeksresultaten onderstrepen wat we in de eerdere onderzoeken over het controleproces
al hebben gezien en bevestigt de conclusies uit de Kamerbrief van 1 maart. In verschillende
stappen van het controleproces ontstaat oververtegenwoordiging van studenten met een
niet-Europese migratieachtergrond. Hoewel de resultaten van dit onderzoek niet één
op één te vergelijken zijn met die van PWC, omdat beide een andere onderzoeksmethode
gebruiken, ontstaat de indruk dat de vertekening nog sterker is dan we op basis van
het PwC-onderzoek dachten. Deze vertekening lijkt zich ook uit te strekken tot de
fase van het huisbezoek. Daarnaast blijkt van de studenten die in bezwaar gaan 86%
een niet-Europese migratieachtergrond te hebben. Dat zijn betreurenswaardige constateringen,
die nogmaals duidelijk maken dat we het controleproces anders moeten doen en anders
gaan doen.
Algorithm Audit heeft het in deze context over vooringenomenheid, waarmee wordt gedoeld
op gemeten onevenredigheden in de data als (onbedoeld) effect van de wijze waarop
het proces is opgezet. Een voorbeeld van vooringenomenheid, waarnaar ik in mijn vorige
brief verwees, is dat vaker gecontroleerd werd bij studenten die dicht bij hun ouders
woonden, terwijl kinderen van Turks–Nederlandse en Marokkaans–Nederlandse ouders gemiddeld
dichterbij hun ouders wonen dan kinderen zonder migratieachtergrond. Daardoor hadden
zij een grotere kans op controle.
Ik betrek de resultaten van dit onderzoek bij de verdere opvolging van het traject
om te komen tot een nieuwe controlesystematiek. Ook ben ik in gesprek met studenten
over de impact die deze controles op hen hebben gehad. Dit najaar zal ik u daar zoals
gezegd verder over informeren.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf