Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 augustus 2023
Op 8 juni 2023 heeft uw Kamer mij verzocht om een reactie op een binnengekomen e-mail
in verband met prestatiebeurs reisvoorziening bij overstap van hbo naar mbo. Hierbij
stuur ik u de reactie op het verzoek van de commissie.
In de e-mail vertelt de afzender over haar kleindochter. Zij is op haar achttiende
begonnen met een hbo-opleiding, waardoor zij onder meer recht had op het studentenreisproduct.
Het studentenreisproduct wordt voor mbo-niveaus 3 en 4 en het hoger onderwijs verstrekt
in de vorm van een prestatiebeurs. Als een student binnen tien jaar na het ingaan
van het recht op studiefinanciering of het reisrecht een diploma haalt op dat niveau,
dan wordt de prestatiebeurs omgezet in een gift. Concreet betekent dat dat een ho-student
binnen tien jaar een diploma moet halen op dat niveau om de prestatiebeurs te laten
omzetten in een gift.
De desbetreffende student in de e-mail heeft na een aantal jaar de overstap gemaakt
naar een mbo-opleiding, omdat ze het in de praktijk goed doet en het mbo daarom passender
vond. Omdat zij is overgestapt naar het mbo, zal zij niet voldoen aan de eis om binnen
tien jaar haar ho-diploma te halen. De diplomatermijn voor het ho staat namelijk wettelijk
los van de diplomatermijn voor het mbo. Het gevolg hiervan is dat de prestatiebeurs
van deze student voor het ho-deel niet wordt omgezet in een gift, maar wordt omgezet
in een lening.
De afzender van de e-mail geeft aan dat ze deze schuld groot vindt en dat het heel
onrechtvaardig voelt. Dat begrijp ik goed. Ik vind het zeer belangrijk dat studenten
de opleiding volgen die het beste bij hen past. Daarom wil ik ook af van het verticale
beeld van het onderwijs met termen als «hoger» en «lager». Ik spreek liever over een
waaier aan opleidingen die aansluiten op de talenten van jonge mensen. De stap die
deze student heeft gemaakt, van het hbo naar het mbo, zie ik dan ook niet als een
stap omlaag, maar opzij.
Op dit moment is het helaas niet mogelijk om de student te helpen en de lening alsnog
om te zetten in een gift. Dat zou in de toekomst wellicht mogelijk gemaakt kunnen
worden door de wet te wijzigen. De afgelopen tijd heb ik met betrokken partijen al
veel in gang gezet om het onderscheid tussen in het mbo en ho aan te pakken.1 Op dit moment is echter nog onvoldoende duidelijk welke gevolgen een dergelijke wijziging
heeft voor de prestatiebeurssystematiek. Ik zal dit betrekken in mijn verkenning naar
verbetering van de dienstverlening van DUO, zoals ik aangaf in mijn brief van 23 mei
2023.2 De keuze voor eventuele vervolgstappen is aan een volgend kabinet.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf