24 707
Nieuwe regels omtrent de economische mededinging (Mededingingswet)

nr. 36
MOTIE VAN HET LID VOÛTE-DROSTE C.S.

Voorgesteld 11 maart 1997

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het voorliggende wetsvoorstel van wet een intern verzelfstandigde ambtelijke dienst in het leven roept, belast met zowel toezicht, onderzoek als sanctieoplegging op het gebied van mededinging;

overwegende, dat samenbundeling van toezicht, onderzoek en sanctieoplegging bij de kartelautoriteit vanuit het oogpunt van bestuursrechtelijke handhaving en slagvaardigheid in beginsel te rechtvaardigen is;

constaterende, dat overwegingen van zuiverheid in de rechtspleging alsnog zouden kunnen nopen tot het uit elkaar halen van toezicht en onderzoek enerzijds en sanctieoplegging anderzijds;

verzoekt de regering de bestuurlijke handhaving van het mededingingstoezicht binnen een termijn van drie jaar te evalueren in samenspraak met belanghebbenden uit het bedrijfsleven, en de Kamer op de hoogte te stellen van de bevindingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Voûte-Droste

De Koning

Van der Ploeg

Naar boven