nr. 28
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DEN BERG EN DE KONING
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel 18 worden na het tweede lid twee nieuwe leden ingevoegd, luidende:
3. Door een onderneming bij de aanvraag verstrekte gegevens die door die
onderneming als vertrouwelijk zijn aangemerkt, worden niet eerder ter inzage
gelegd dan nadat een week is verstreken na de bekendmaking van de daartoe
strekkende beschikking van de directeur-generaal.
4. Indien met betrekking tot de in het derde lid bedoelde beschikking
van de directeur-generaal een verzoek om een voorlopige voorziening als bedoeld
in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht is gedaan, wordt de termijn,
genoemd in artikel 19, opgeschort tot de dag waarop de schriftelijke uitspraak
van de president van de rechtbank, bedoeld in artikel 92, is bekendgemaakt.
II
Aan artikel 35 worden twee leden toegevoegd, luidende:
3. Door een onderneming bij de melding verstrekte gegevens die door die
onderneming als vertrouwelijk zijn aangemerkt, worden niet eerder openbaar
gemaakt dan nadat een week is verstreken na de bekendmaking van de daartoe
strekkende beschikking van de directeur-generaal.
4. Indien met betrekking tot de in het derde lid bedoelde beschikking
van de directeur-generaal een verzoek om een voorlopige voorziening als bedoeld
in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht is gedaan, wordt de termijn,
genoemd in de artikelen 34 en 37, eerste en derde lid, opgeschort tot de dag
waarop de schriftelijke uitspraak van de president van de rechtbank, bedoeld
in artikel 92, is bekendgemaakt.
III
In artikel 42 worden na het tweede lid twee nieuwe leden ingevoegd, luidende:
3. Door een onderneming bij de aanvraag verstrekte gegevens die door die onderneming als vertrouwelijk zijn aangemerkt, worden niet eerder
openbaar gemaakt dan nadat een week is verstreken na de bekendmaking van de
daartoe strekkende beschikking van de directeur-generaal.
4. Indien met betrekking tot de in het derde lid bedoelde beschikking
van de directeur-generaal een verzoek om een voorlopige voorziening als bedoeld
in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht is gedaan, wordt de termijn,
genoemd in artikel 44, eerste lid, opgeschort tot de dag waarop de schriftelijke
uitspraak van de president van de rechtbank, bedoeld in artikel 92, is bekendgemaakt.
Toelichting
Dit amendement beoogt aanvullende waarborgen te creëren, ten einde
te voorkomen dat op oneigenlijke gronden kennis wordt genomen van ter inzage
gelegde vertrouwelijke bedrijfsinformatie.
Tegen de beschikking van de directeur-generaal staat bezwaar en beroep
open. Bezwaar en beroep hebben echter geen schorsende werking. Om openbaarmaking,
na de termijn van een week, tegen te houden kan de desbetreffende onderneming
een voorlopige voorziening vragen bij de president van de rechtbank te Rotterdam.
Aangezien de beslissing omtrent een ontheffingsverzoek, en vooral de beslissingen
in het kader van het concentratietoezicht, aan strakke termijnen zijn gebonden,
wordt telkens bepaald dat die termijnen opgeschort worden gedurende de tijd
die de president van de rechtbank nodig heeft om op het verzoek om voorlopige
voorziening te beslissen.
De procedure met betrekking tot concentratietoezicht voorziet niet in
een verplichting tot terinzagelegging; daarom is in de artikelen 35 en 42
gekozen voor de term «openbaarmaking». Deze duidt behalve op terinzagelegging
van gegevens ook op het op andere wijze bekend maken daarvan, bijvoorbeeld
mondeling.
Van den Berg
De Koning