24 699
Wijziging van de Gemeentewet, houdende opneming daarin van de bevoegdheid van de burgemeester om woningen, niet voor het publiek toegankelijke lokalen of bij woningen of lokalen behorende erven te sluiten bij verstoring van de openbare orde als gevolg van gebruik van en handel in drugs

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 3 oktober 1996

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

I

In het opschrift vervalt «als gevolg van gebruik van en handel in drugs».

II

In de aanhef vervalt «als gevolg van gebruik van en handel in drugs in die ruimten».

III

In artikel I, onderdeel A, worden in artikel 174a, eerste lid, van de Gemeentewet de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. De burgemeester kan besluiten een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te sluiten, indien door gedragingen in de woning of het lokaal of op het erf de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf wordt verstoord.

2. Aan het tweede lid wordt toegevoegd: In geval van ernstige vrees voor herhaling van de verstoring van de openbare orde kan hij besluiten de duur van de sluiting tot een door hem te bepalen tijdstip te verlengen.

IV

Na artikel I wordt, onder vernummering van artikel II tot artikel III, een nieuw artikel II ingevoegd, dat als volgt luidt:

ARTIKEL II

Onze Minister van Binnenlandse Zaken zendt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van artikel 174a van de Gemeentewet in de praktijk.

Toelichting

De onderdelen I en II en het in onderdeel III opgenomen nieuwe eerste lid van artikel 174a van de Gemeentewet vloeien voort uit de beantwoording van vragen over de reikwijdte van de voorgestelde sluitingsbevoegdheid in par. 2.2 van de nota naar aanleiding van het verslag. De in onderdeel III opgenomen aanvulling op het tweede lid van artikel 174a wordt toegelicht in par. 2.3 van die nota. Onderdeel IV tenslotte bevat een wijziging die is toegezegd in par. 1 van die nota.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

A. G. M. Van de Vondervoort

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

J. Kohnstamm