24 691 Ruimtetekort in mainport Rotterdam

Nr. 141 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 mei 2023

Met deze brief wordt de Kamer geïnformeerd over de voortgang van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR). PMR heeft een looptijd tot 2033 en bestaat uit drie deelprojecten: de aanleg van de Tweede Maasvlakte inclusief natuurcompensatie, de realisatie van 750 hectare nieuw natuur- en recreatiegebied en het programma Bestaand Rotterdams Gebied (BRG).

Binnen de dubbeldoelstelling van PMR, die zich richt op versterking van de mainportfunctie van de Rotterdamse haven in combinatie met verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving, is de Tweede Maasvlakte gerealiseerd. Daarnaast zijn er nog een aantal trajecten in afronding. Hierover is uw Kamer afgelopen jaren regelmatig geïnformeerd in het kader van de Groot Projectstatus.

In 2021 heeft uw Kamer ingestemd met het laten vervallen van de Groot Projectstatus van PMR en de bijbehorende uitgebreide informatieplicht (Kamerstuk 24 691, nr. 139). Om uw Kamer toch op de hoogte te houden van de resterende opgaven binnen PMR wordt de Kamer geïnformeerd met deze brief. Dit wordt gedaan langs de lijn van de jaarlijkse integrale rapportage Visie en Vertrouwen 2022, die opgesteld wordt door milieudienst DCMR.1 Deze rapportage vloeit voort uit de afspraken die de PMR-partners met elkaar gemaakt hebben binnen het convenant Visie en Vertrouwen.

Allereerst is voor de aanleg van de Tweede Maasvlakte in het monitorings- en evaluatieprogramma (MEP) bijgehouden of de werkelijke effecten van de aanleg in lijn zijn met de verwachtingen van de Milieu Effect Rapportage (MER). Monitoring heeft aangetoond dat de opgetreden effecten in lijn zijn met de voorspelde gevolgen en er geen aanvullende maatregelen vanuit de bevoegde gezagen nodig zijn. Het MEP is daarmee afgerond, in afstemming met de betrokken partijen van de Tafel van Borging.

Voor het programma 750 hectare natuur- en recreatiegebied is afgelopen jaar een mijlpaal bereikt. Met de opening van het laatste stuk wandelpad in 2022 is het deelproject de Schiezone afgerond. De landgoederen en open graslanden zijn toegankelijk gemaakt voor recreanten en de natuurlijk beheerde graslanden zorgen voor bloemen en bijen in de polder. Het deelproject de Vlinderstrik bevindt zich in de afrondende fase. Beide deelprojecten liggen ten noorden van Rotterdam en vormen samen 150 hectare. Wat betreft financiële afwikkeling en verder beheer stellen de provincie Zuid-Holland en de gemeente Rotterdam dit jaar een gezamenlijke eindrapportage op. Daarnaast hebben de projectpartners, waaronder gemeente Rotterdam en Provincie Zuid-Holland, in 2022 het Programma Bestaand Rotterdams Gebied afgerond, ook op financieel vlak.

Voor het deelproject Buijtenland van Rhoon (600 hectare) is in 2018 de gebiedscoöperatie gestart op basis van het streefbeeld Buijtenland van Rhoon. De voortgang van de gestelde doelen worden zichtbaarder in het veld, mede omdat steeds meer gronden beschikbaar komen voor de (natuur-)maatregelen. De afronding van het streefbeeld voor de natuurontwikkeling is nu voorzien in 2026. Dit is later dan de geplande datum van 2021 uit de Uitwerkingsovereenkomst PMR/750ha (UWO) uit 2005, waarin destijds de doelstellingen voor de verbetering van de leefbaarheid zijn vastgelegd in het kader van de dubbeldoelstelling. De Provincie Zuid-Holland zorgt voor de aanpassing van de UWO naar de nieuwe streefdatum, in samenspraak met PMR-partners.

De Natuurcompensatie Voordelta in het kader van PMR is al langer onderwerp van gesprek tussen partijen, nadat na intensieve monitoring is gebleken dat de oorspronkelijke compensatie onvoldoende tot de afgesproken natuurwinst heeft geleid. Onder begeleiding van een externe procesbegeleider voeren alle betrokken partijen (natuur- en milieuorganisaties, de Nederlandse vissersbond, Havenbedrijf Rotterdam en de Ministeries van LNV en IenW) momenteel gesprekken, met als doel te komen tot een bestendige en gedragen lange termijn oplossing voor de natuurcompensatie in de Voordelta. Een akkoord op hoofdlijnen wordt deze zomer verwacht. In deze dialoog wordt vanzelfsprekend ook de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over het handhavingsverzoek van de natuur- en milieuorganisaties tegen de Minister voor Natuur en Stikstof (bevoegd gezag) meegenomen. De Minister voor Natuur en Stikstof heeft vanwege deze rechterlijke uitspraak een besluit genomen over het weren van bodemberoerende visserij uit de Voordelta.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Naar boven